Doorgaan naar hoofdcontent

Korte zomer, maar toch een mooi bergenrondje




 Dankzij een flinke intensieve periode van verbouwen en verhuizen is onze camper al maanden nauwelijks van stal gehaald. Gelukkig start hij zoals altijd bij de eerste tik als we hem eindelijk weer kunnen ophalen. En les 1 van onze nieuwe woning: nee, een camper onderaan een steile dijkafrit parkeren, volladen en dan weer willen vertrekken is géén goed plan. Gelukkig trekt de 22 jaar oude vertrouwde sterke dieselmotor uiteindelijk zichzelf de dijk toch wel op. We hadden ook niets anders van hem verwacht, zoals we hem kennen uit onze bergvakanties.


















We rijden vlot door naar Mönchengladbach, net over de grens in Duitsland. We vinden een plekje op Camperplek Schloss Wickrath. Deze camperplek ligt weliswaar vlak naast de snelweg, maar daar hebben we niet al teveel overlast van. Hij ligt ook mooi aan een groot park. Dwars door dat park lopen we naar de stad, waar we heerlijk eten bij het Wickrather Brauhaus, om het begin van de vakantie te vieren.

Het park zelf is ook echt een aanrader. Je kunt er heel mooi wandelen, er is een speeltuin, een skatebaan, en er lopen talloze beverratten rond, die gewoon uit je hand komen eten. Ok, dat laatste is misschien niet echt de bedoeling, maar wel een hele leuke ervaring.

Naast het restaurant zit een Rewe supermarkt, waar we vast even wat Mezzomix en Duits bier inslaan voor 's avonds en waar we de volgende ochtend ook verse broodjes kunnen halen. 

Het is warm en we kunnen nog lang buiten zitten, hoewel we het niet te laat maken, want morgen wacht een lange rit zuidwaarts.

We vertrekken voor ons doen redelijk bijtijds en storten ons in de vakantiefiles op weg naar het zuiden. Het is een warme zonnige dag en eigenlijk hebben we helemaal geen zin om zo ver te rijden, maar omdat we maar 2 weken hebben en die zoveel mogelijk in de bergen willen doorbrengen, zit er niets anders op dan nu even een dagje doorzetten. 

Om een uur of 3 geven we er wel de brui aan en strijken we neer op een camperplek bij camping Müllersee. Opnieuw dicht bij de snelweg, maar wel zo ver weg dat je hem niet hoort. Een leuke camperplek voor 15 euro per nacht, met sanitair en twee zwemmeertjes met heerlijk fris water om te verkoelen. Dat is wel erg fijn na zoveel uur (nou ja, een uur of 5) rijden in die warme camper. Er is ook een Imbiss, waar we 's avonds voor een paar tientjes heerlijk eten op het terras. En zo is deze reisdag toch nog een leuke vakantiedag geworden.

De volgende ochtend is het wat bewolkter. Vandaag gaan we naar de bergen! Maar niet rechtstreeks. We zijn van plan om dwars door het Zwarte Woud te rijden, die snelwegen hebben we nu wel gezien, en we (lees: ik, de navigator, die dus het roer slechts figuurlijk maar wel stevig in handen heeft), willen eindelijk eens de Rheinfall zien, de grote watervallen in de Rijn bij Schaffhausen.

Bij Freiburg verlaten we de snelweg, rijden per ongeluk dwars door de stad (=milieuzone die voor ons verboden is), en betreden daarna het Zwarte Woud. Een prachtige route over brede Bundesstrassen, later over kleinere weggetjes en door slaperige dorpjes. 

We tanken en doen nog gauw even boodschappen in Duitsland en komen dan aan bij tourist trap Schaffhausen. 

We parkeren op de meest veraf gelegen parkeerplaats, waar speciale plekken voor campers zijn en waar we wonder boven wonder het laatste vrije plekje vinden. Vanaf hier kun je door het bos afdalen naar de rivier en dan via een wandelpad naar de watervallen lopen. Ze zijn ook wel echt spectaculair om te zien. Geen wonder dat hier toeristen uit de hele wereld om ons heen lopen en selfies staan te maken. Omdat we er nu toch zijn, besluiten we toch ook maar een boottochtje te maken om er dichterbij te kunnen komen. Dit was iets dat al een jaar of 20 op mijn verlanglijstje stond, dus erg leuk om er nu echt te zijn. 

Op de terugweg plukken de heren grote hoeveelheden bramen langs het pad. Eenmaal bij de camper besluiten we om daar niet te blijven overnachten, voor zover dat al is toegestaan, maar door te rijden naar de echte bergen. Het is helaas nog steeds zwaar bewolkt en wat druilerig weer.

Uiteindelijk vinden we een camperplek in het dorpje Krummenau. Hier staan we op een grote parkeerplaats, aan een riviertje. Als het morgen een beetje beter weer wordt, kunnen we hier vlakbij zelfs met een stoeltjeslift de bergen in om te wandelen. Bergen die we nog niet kunnen zien, omdat ze verscholen zijn in een dikke mist.  We steken wel even de bbq aan, met een dikke trui erbij gaat het nog net qua temperatuur. De jongens vermaken zich nog een hele tijd met de gebruikelijke stokken en stenen bij de beek naast de parkeerplaats. Grappig, zelfs als ze 15 zijn blijft dat leuk.

Het eerste potje Catan in deze vakantie ontaardt in de gebruikelijke brulpartij van de jongste verliezer en dan zoeken we maar gauw de binnenkant van de camper op, want het wordt langzamerhand toch te koud en te donker buiten. 


Helaas is het de volgende ochtend nog niet veel beter. De weersvoorspellingen zijn ook niet al te positief: veel regen en kou. Geen wandelweer voor ons, want wij zijn wel mooiweerwandelaars.

We besluiten om door te rijden, waarbij we af en toe door de mist heen een glimp van de bergen op kunnen vangen. Na een lange gladde afdaling, belanden we in het Rijndal en steken we voor we het weten de grens met Liechtenstein over. Weer een land dat we aan ons lijstje kunnen toevoegen!

Liechtenstein, je bent er net zo snel weer uit als dat je erin rijdt, dus we vervolgen onze weg zuidwaarts richting Chur. Daar is een groot skatepark én een binnenzwembad, dus als het vandaag met het weer tegenzit, kunnen we ons daar wel vermaken. Maar het valt eigenlijk reuze mee. Als we bij het skatepark zijn, breekt de zon door en is het heerlijk weer. De jongens leven zich een paar uur uit in het skatepark. Wij wandelen nog even langs de rivier, maar je kunt er niet goed bij komen, het pad ligt heel hoog in een bos en je hoort het water wel, maar ziet het nauwelijks. 





Daarna gaan we toch ook nog maar even zwemmen, omdat we hier nu toch zijn en we dan gelijk allemaal weer gedoucht zijn. Het is een prachtig zwembad, heerlijk water, een groot warm buitenbad mét een aquarium, duikplanken, een glijbaan. Dat is toch ook wel even lekker.

Het slechte weer dat we verwacht hadden blijft uit de buurt, en na het zwemmen rijden we nog een stukje verder richting het zuiden. Bij het dorpje Bonaduz vinden we langs een vrij rustige weg een parkeerplaats waar overnachten is toegestaan. 

Dat is vrij uitzonderlijk voor Zwitserland. Er zijn hier vrij veel camperplekken, maar meestal wel betaald. Dit is op zich een mooie plek, hoewel hij wel naast een enorme elektriciteitscentrale ligt en deels onder grote zoemende hoogspanningskabels. Als slechthorende heb ik daar geen last van, maar de mannen horen het wel.

We wandelen 's avonds nog een stukje door het bos achter de parkeerplaats. Het is hier heel mooi en rustig. Je zit hier erg hoog op een plateau, de Vorder-Rhein loopt diep door een ravijn heen en we kunnen hem zo snel niet vinden. 

De volgende ochtend ben ik vroeg wakker en ik ga lopend broodjes halen in Bonaduz. Op de terugweg is het nog steeds vroeg en besluit ik een stukje door te wandelen naar een uitkijkpunt bij Burgruine Wackenau. Het is prachtig weer, heel stil hier en ontzettend mooi. Echt genieten om in deze rust helemaal alleen te wandelen, ook al is het ook wel spannend. Het uitzicht is ook een echte beloning en tevreden kom ik na mijn wandeltocht terug bij de camper waar alles nog steeds in diepe rust is. 


Na het ontbijt volgen we de Vorder-Rhein stroomopwaarts richting Versam en later Ilanz. Het is een prachtige route, hier en daar met fantastisch uitzicht en soms heel smal en steil. Tunneltjes waar we in het midden doorheen moeten rijden, maar het gaat allemaal prima. Dit is weer zo genieten, echt in de bergen zijn. We wonen inmiddels zelf op een schitterend plekje in de platte Nederlandse polder, maar in de bergen voelen we ons pas echt 100% gelukkig.

 

In Ilanz doen we even boodschappen voor een paar dagen, want we willen hoog op een berg gaan staan. Ik heb al een tijd geleden een mooie camperplek in Breil/Brigels gezien en daar willen we naar toe. Het is een flinke klim vanuit het dal en dwars door een klein dorpje met smalle bochtige straatjes, maar uiteindelijk belanden we op een schitterende plek. Wauw, dat een dorp dit regelt voor zijn toeristen: een grote parkeerplaats, aan een schitterend blauw stuwmeertje aan de rand van het dorp. Geweldig uitzicht en fantastische voorzieningen. Je betaalt hier wel 25 CHF per dag voor, maar dan krijg je ook wat: overnachten op een prachtig plekje, water en loosplek, toegang tot een apart zwemmeertje met speelvoorzieningen, douches en toiletten tot 6 uur 's avonds én gratis kaartjes voor de stoeltjeslift bij het dorp. 

Het is nog vroeg als we aankomen, dus na de lunch besluiten we alvast een wandelingetje te maken in de omgeving. Er zou een mooie ruïne van een burcht Burg Kropfenstein in de buurt moeten zijn en die gaan we opzoeken. Het is een mooie wandeling, maar wel erg warm en een stuk verder dan we hadden verwacht. De burcht is ook wel mooi, maar de gedachte dat we nog helemaal terug moeten, bederft de pret een klein beetje. Uitgedroogd en uitgeput komen we net op tijd terug bij de camper om nog voor 6 uur te kunnen douchen. 

De bbq 's avonds hebben we dan ook wel verdiend. Het koelt hier 's avonds wel hard af. We zetten de tafel achter de camper waar we nog wat langer in de zon kunnen zitten, maar alsnog verdwijnt hij al vroeg achter de bergen en dan wordt het snel kouder, zeker als er ook nog een windje opsteekt. Iedereen is ook moe, dus we maken het niet laat vanavond.

De volgende ochtend gaan we dan voor het echie op pad. Ik haal eerst verse broodjes bij de plaatselijke supermarkt (dúúr, zo boven op een berg!) en dan gaan we bepakt en bezakt op stap. Hier in Zwitserland gaan we niet lunchen in hutjes, die we onderweg ook niet tegen gaan komen trouwens, dus we zullen onze lunch zelf moeten meenemen. En die pubers lusten wel wat tegenwoordig. Gelukkig dragen ze hun eigen rugzakken. 

  

Prompt verliest er eentje in de stoeltjeslift zijn rugzak, dus de eerste paar honderd hoogtemeters zijn voor hem, als hij terug moet lopen naar beneden en weer omhoog om zijn tas op te halen. Daarna kunnen we echt op stap. We maken een lange wandeling, die Chischarolas wordt genoemd, vanaf het bergstation met een grote lus terug naar de parkeerplaats. Het eerste stuk gaat over velden en door het bos. Lekker in de schaduw en met hier en daar mooi wijds uitzicht.



Op een gegeven moment verlaten we het bos en ronden we de berghelling, Vanaf daar ligt een prachtig schouwspel voor ons, een grote waterval in de verte, een diep dal met een woeste blauwe bergbeek. Langs de berghelling dalen we af naar de beek. Daar is een grote picknickplaats. Normaal mag je hier ook vuur maken, wat in Zwitserland op veel plekken zo is, maar vanwege de droogte en bosbrandgevaar mag het nu helaas niet. Dat wisten we al, dus we slepen ook geen worstjes mee deze keer. Maar wel lekkere broodjes met kaas en vleeswaren, die we op een picknickbank in de schaduw van een grote boom klaarmaken. Na het eten baden we nog pootje in het ijzig koude smeltwater van de beek, voordat we het pad verder naar het dal gaan volgen. Vanaf hier is het gewoon een breed wandelpad, langs de woeste beek, maar nog steeds erg mooi en goed te doen. 





Het is echt een aanrader, deze wandeling. Verderop komen we nog een paar keer langs een mooie picknickplek, waar kinderen spelen in het water. En het pad eindigt in het dorp of bij de parkeerplaats waar wij staan, dus ideaal. Bij terugkomst is er nog tijd genoeg om een frisse duik in het zwemmeertje te nemen en daarna lekker te douchen. Ook hier in Zwitserland kennen ze Too-Good-to-go, en we halen voor een paar francs een pakket op bij de plaatselijke slager, zodat we de bbq opnieuw kunnen aansteken. 

De jongens gaan na het eten nog even op de fiets richting de pumptrack die wat hoger in het dorp ligt. Dat is ook weer zoiets typisch voor Zwitserland en Frankrijk: overal, in de kleinste onbetekenende dorpen, vind je prachtige geasfalteerde pumptracks, meestal van Velosolutions. 

Later worden we uitgenodigd door het resort achter ons om in de openluchtbioscoop mee te komen kijken naar de film Sing. Dat is natuurlijk wel erg leuk, ook al is de film nagesynchroniseerd (wat het voor ons alleen maar grappiger maakt).

De volgende ochtend is het opnieuw mooi weer. Ik begin de dag nog voor het ontbijt met een paar rondjes slowrunnen om het stuwmeertje heen. Het is tenslotte woensdagochtend, mijn gebruikelijke trainingsochtend, dus die traditie houden we erin. Het is weer eens wat anders dan de surfplas bij Krimpen.

Na het ontbijt besluiten we om toch maar weer verder te trekken, hoewel deze plek beslist in de top 3 aller tijden komt te staan. We legen en vullen de tanks in de juiste volgorde en slingeren de berg weer af. We volgen weg nummer 19 naar Disentis, waar we eigenlijk boodschappen wilden doen. Helaas heeft de supermarkt middagpauze. Dat soort praktijken zijn we niet gewend!

Met lege kastjes rijden we de Oberalppas over naar Andermatt. Een prachtige pasroute. Eigenlijk beslissen we pas onderweg hoe we verder gaan. Half en half waren we van plan om net als de vorige keer een paar dagen door te brengen aan ofwel het Lago Maggiore of wel het Comomeer, maar omdat we maar zo weinig tijd hebben, is dat toch wel een eind uit de richting. We besluiten om gewoon dwars door Zwitserland te blijven rijden en door te gaan naar Andermatt, in plaats van af te buigen over de Passo Lucomagno naar Italië. 

Ook in Andermatt lukt het niet om boodschappen te doen, omdat we geen parkeerplek kunnen vinden. We rijden verder en gaan de Furkapass over. Halverwege nemen we een lunchpauze, waarbij we gezelschap krijgen van een zwijgzame starende koe en een BMW met een oververhitte motor. Onze eigen camper staat ook te hijgen als een oud paard, maar hij flikt het hem wel weer. 


Bovenop de pas staan we een tijd te genieten van het uitzicht. Een jaar of 14 geleden waren we hier ook, met de auto en een hele kleine David. Toen hebben we de ijsgrot in de Rhonegletscher bezocht. Deze keer slaan we die maar over. We slingeren de pas weer af. In de verte zie je dan ook al de Grimselpas, die je naar het noorden kunt nemen om bij de grote meren uit te komen. Dat doen we deze keer niet, wij volgen de weg richting Brig. Onderweg vinden we eindelijk een supermarkt die open is en parkeerplaats heeft, om de voorraden aan te vullen.

De overnachtingsplek die ik in gedachten heb, ligt op net zo'n onhandige plek als de vorige: bovenop een berg, bij een aantal liften, in het vakantiedorpje Bellwald. Hier is een camperplek op een grote parkeerplaats. Als je daar de toeristenbelasting betaalt, krijg je ook weer toegang tot de liften. Bovendien is er een grote pumptrack en een mountainbikepark bij. Helaas, als we boven zijn, komen we erachter dat de liften dit seizoen gesloten zijn voor onderhoud. We mogen wel op de parkeerplaats overnachten, maar wandelen zit er morgen niet in op deze plek. Gelukkig zijn de pumptrack, speeltuin en mtb-tracks wel geopend, dus de jongens vermaken zich voorlopig alsnog prima. Het is wel een wat troosteloze toestand, zo'n vakantiedorp dat in deze zomer vrijwel verlaten is, omdat er eigenlijk weinig te beleven valt. 

Onverrichterzake dalen we de volgende ochtend weer af naar beneden. Onderweg naar boven hadden we al een spannend stopje gezien voor onderweg: de hangbrug Fürgangen. Met wat moeite vinden we er een parkeerplekje. En dan de hangbrug op: 92 meter hoog boven het ravijn. Voor 's moeders is het een beetje teveel van het goede (gelukkig ben ik niet de enige die met de ogen dicht terug schuifelt), maar de mannen vinden het alleen maar leuk. 


Na dit enerverende uitstapje rijden we verder naar Brig. Daar doen we even wat grootschaliger boodschappen bij de Lidl, omdat we weer een paar dagen op 1 plek willen blijven.

Die plek vinden we helemaal achterin het Saas-dal, net buiten het dorpje Saas-Grund op camping Schönblick. De camping ligt net over een gammel bruggetje aan een riviertje, met prachtig uitzicht op de hoogste top op Zwitsers grondgebied: de Dom van 4545 meter hoog. De camping stelt niet heel veel voor en wordt ook aardig volgepropt, maar omdat wij vroeg op de dag aankomen, kunnen we een mooi plekje uitkiezen. 

Als je hier op de camping staat, betaal je een torenhoog tarief voor toeristenbelasting, maar daar krijg je dan ook wel wat voor terug, namelijk gratis gebruik van het OV én van de diverse kabelbanen en stoeltjesliften in de regio. En dat is voor ons altijd lucratief. We betalen weliswaar ca 7 euro toeristenbelasting per persoon per nacht en ook nog eens bijna 70 euro voor de camping zelf, maar losse kabelbaankaartjes zijn nog vele male duurder dan dat totale bedrag. En de bus stopt pal voor de camping.

Voor onze eerste wandeling nemen we de bus naar het hoger gelegen Saas-Fee. Dit is een autovrij dorp, met een grote parkeergarage aan het begin. Wij stappen gewoon uit op een pleintje. Vanaf daar kun je lopend het dorp door, hoewel er ook diverse elektrische golfkarretjes rondzoeven om bagage of mensen te vervoeren. We wandelen het dorp door naar de kabelbaan Hannig. Die brengt ons vlot naar een hoogte van 2350 meter. Vanaf daar zijn we van plan om een lange wandeling te gaan maken die ons met een grote lus terug zal brengen naar Saas-Fee. Eigenlijk wilden we naar het bergstation van een andere lift wandelen, maar onderweg zien we dat we daardoor eerst heel ver moeten dalen en dan weer heel ver moeten klimmen. Op de plattegrond kon je dat niet zo goed zien. Dus besluiten we de wandeling aan te passen en alleen te dalen en terug te lopen naar het dorp.

Alsnog is het een flinke tocht. We volgen lang de bergkam, hoog boven de boomgrens. Hier stromen beekjes, watervalletjes, er lopen geiten en het is ontzettend mooi. We treffen het ook weer met het weer, want we lopen onder een strakblauwe hemel, en doordat we zo hoog zitten is de temperatuur heerlijk. 






Na een paar uur komen we op de rand van een soort ravijn. Hier lopen we door een bos en pal onder ons stort een grote waterval zich omlaag om in een woeste beek verder te stromen naar het dal. We picknicken met dit grandioze uitzicht, de jongens slijpen hun wandelstokken en we zien een hert door het bos rennen. 


Via een steil pad komen we uit bij de beek. Deze moeten we oversteken en gelukkig zijn er op twee plekken een soort bruggetjes aangelegd. Je loopt dan alsnog wel half door het water, maar kunt er in ieder geval min of meer veilig overheen. Een spannend avontuur!

Aan de overkant lopen we weer door een bos, waar we onderweg een hele kudde enorme koeien tegenkomen, tot groot plezier van onze Thomas, liefhebber van dieren met hoorns en geweien. 

Hij besluipt ze om ze van dichtbij goed te kunnen bekijken en fotograferen, hoewel dat wel een beetje spannend is, omdat we niet weten hoe wild ze zijn. Blijkbaar zijn ze vooral lui en loom, dus hij komt opgetogen terug van zijn indianenavontuur. 

Eenmaal terug in Saas-Fee is het nog maar een uur of 3, dus we besluiten om alsnog de kabelbaan te nemen om aan de overkant van het dal bij de gletscher te kunnen kijken. Het is een flinke rit naar boven, daar doe je echt wel even over, maar gelukkig treffen wij het en sluiten de kabelbanen netjes op elkaar aan, zodat we niet lang hoeven te wachten. Boven wandelen we naar de gletscher. Het is wel een beetje triestig gezicht. Er is weinig van over. Er ligt nog wel sneeuw, een deel is afgedekt om de sneeuw goed te houden. Maar het is waarschijnlijk nog maar een fractie van wat het ooit geweest is. Een bekend onplezierig gevoel knaagt aan ons: we vinden het hier zo mooi, maar het is mede door al dat gereis van iedereen, dat deze natuur het zo zwaar heeft. 

Met de kabelbanen glijden we gemakzuchtig terug naar Saas-Fee en we lopen dwars door het drukke toeristische dorp naar het busstation om terug te komen naar Saas Grund. Saas Fee is ook een bekend wintersportdorp. Om eerlijk te zijn lijkt het me best een gedoe om hier te gaan wintersporten en steeds dat hele dorp door te moeten sjouwen met al je spullen. Hoe gezellig het hier 's winters waarschijnlijk ook zal zijn.

De camping ligt diep in het dal en om een uur of 6 verdwijnt de zon hier al achter de bergen, ook al is het nu nog hoogzomer. En dan koelt het ook best snel af, dus 's avonds komen de truien en lange broeken goed van pas. Gelukkig hebben we een versgevangen forel op de bbq.

De volgende ochtend nemen we de bus voor een kippeneindje naar Saas Grund en daarna de lift omhoog aan de andere kant van het dal, richting Kreuzboden. Daniel heeft helaas last van zijn voet, die afgelopen voorjaar gevoelig kennis heeft gemaakt met de onderkant van de grasmaaier, dus een lange wandeling zit er even niet in. Wel gaan we helemaal met twee kabelbanen naar boven, waar we ruim boven de drieduizend meter komen en een kort wandelingetje maken langs allemaal informatieborden over de vierduizenders in dit gebied. Onderweg genieten we van het prachtige uitzicht en we picknicken aan de oevers van een ijskoud gletschermeertje. 


Daarna nemen we de kabelbaan terug naar het middenstation, waar van alles te doen is. Het lijkt wel een pretpark: speeltuin, klein meertje met vlot, kinderboerderij, yoga-wandelroute en het mooiste van alles: een bikepark met zo'n rolbandlift. Helaas hebben we geen fietsen bij ons en kun je die hierboven ook niet huren. Maar we vermaken ons hier een paar uur prima. Daniel ligt op een van de vele ligstoelen in de zon, de jongens spelen in de speeltuin, bij het kinderboerderijtje en het meertje en ik maak in mijn eentje de yoga-wandeling. Die is niet alleen erg leuk en ontspannend, maar ook nog met prachtig uitzicht. Het is hier echt heerlijk. En het is ook een beetje een Joodse enclave hier, dat valt echt op. 




Aan het eind van de middag nemen we de lift weer terug naar beneden. Onderweg halen we nog even wat boodschappen in Saas Grund en dan pakken we de bus weer terug naar de camping. Ideaal, zo'n toeristenkaart.

Na al deze pret is het tijd om weer verder te gaan. Zondagochtend breken we op. Onze kaart is nog geldig, dus we willen nog even iets verder het dal in rijden waar nog een lift is, met een avonturenwandeling. Helaas sluit de lift net voor de middagpauze als wij daar aankomen en we hebben geen zin om een uur te moeten wachten. Bovendien willen de jongens eigenlijk heel graag terug naar Kreuzboden om deze keer de fietsen mee te nemen in het bikepark. Dus dan doen we dat maar. Dat is nog wel een duur grapje, want de fietsen zitten niet op de pas, dus die moeten we extra betalen. Nou ja, het is toch vakantie.








De jongens genieten er met volle teugen van. Er zijn drie routes die ze kunnen nemen en elke keer kunnen ze met de rolband weer terug omhoog. Wij zitten intussen prinsheerlijk op de grote ligstoelen onderaan het bikepark, zodat we ze goed kunnen zien.

Na lang twijfelen, besluiten we toch om Zwitserland te gaan verlaten. Een deel van de lol van de vakantie is voor ons om her en der ijsjes te eten en af en toe eens uit eten te kunnen gaan. Maar dat is hier gewoon echt niet te doen. Voor de lol heb ik even gekeken of we een kaasplankje konden gaan eten in het restaurant hier bij het middenstation, maar dat is gewoon onbetaalbaar. Om even met z'n vijven te gaan lunchen ben je zowat 200 euro verder. Dat is niet leuk meer. En zo is het hier overal, helaas. En dan is het wel vakantie, maar het budget is ook niet oneindig rekbaar.

We nemen ons voor om richting Frankrijk te gaan. Als we vanaf hier westwaarts rijden, kunnen we bij Martigny de Col de la Forclaz over en dan komen we uit bij Chamonix in Frankrijk. 

Om een uur of twee laten we de oudste jongens samen de berg af fietsen. Dat vinden ze een heel avontuur en dat is het ook. Ze zetten 'locatie delen' op hun telefoon aan, zodat we een beetje kunnen zien waar ze zijn, maar als er wat mis zou gaan, kunnen we nauwelijks bij ze komen. Laten we het er maar op houden dat mama met samengeknepen billetjes in de kabelbaan zat en pas weer rustig kon ademhalen toen er twee mountainbikes met een noodgang op de camper op de parkeerplaats af kwamen stuiven.

Na dit avontuur rijden we vlot het Saasdal uit en nemen we de snelweg richting Martigny. Het Rhonedal is niet echt het mooiste stukje Zwitserland, maar de snelweg rijdt wel lekker vlot door. Inmiddels begint de brandstofmeter steeds harder te waarschuwen dat het tijd wordt om te tanken, maar eigenwijs als we zijn hopen we dat te kunnen uitstellen tot we in Frankrijk zijn. Qua kilometers moet het lukken. Helaas hadden we er geen rekening mee gehouden dat een deel van die kilometers vrij steil bergopwaarts gaat over de pas. En dat daardoor de laatste druppeltjes diesel zo ver onder en achterin de tank druipen, dat de motor ervan begint te sputteren. Halverwege de pas keren we dus toch maar om, om terug te rijden naar beneden en er daar 10 dure liters Zwitserse diesel bij te gooien. Daarmee komen we alsnog vlot boven. Het is een prachtige route. Onderweg zien we een paar plekken waar we best hadden kunnen overnachten, maar we rijden toch nog weer door. Bij Chamonix tanken we voor wat aangenamere Franse prijzen de rest van de tank vol.

De nacht brengen we door op een onofficiële camperplek in het dorpje Les Houches aan een klein recreatiemeertje. Het is slecht weer, dus we eten en blijven die avond binnen. 

 

De volgende ochtend is het alweer opgeknapt. Je kunt hier met een stoeltjeslift de bergen in, maar we hebben ons voorgenomen om een paar dagen naar het Lac de Annecy te gaan. Daar zijn we vorig jaar ook geweest en het is zo mooi daar, dat we er graag nog eens heen willen.

Na een ontbijt van heerlijke croissants en baguettes van een bakkertje om de hoek rijden we verder. Onderweg maken we nog een stop in het dorpje Combloux. Niet voor niets, er is hier een werkelijk prachtige pumptrack, met speeltuin en klein freerunparkje. En dat alles gratis en met uitzicht op de Mont Blanc. Het was wel een omweg om hier te komen, maar zeker de moeite waard. Terwijl de jongens zich vermaken, wandelen wij het dorpje even door. Er is niet zoveel te beleven, maar er is een souvenirwinkeltje open, waar we allerlei kaasjes, worstjes en likeurtjes mogen proeven en uiteraard weg gaan met een tas vol lekkers voor thuis. 

 

Na deze pauze rijden we door richting het meer van Annecy. Het is niet zo heel ver en gaandeweg wordt het steeds mooier weer ook nog. Ik heb een camping op het oog in Talloires, met de toepasselijke naam Camping Du Lac. Ze nemen de telefoon niet op, dus we rijden er maar op de gok heen of ze nog plek hebben. En het geluk is met ons, want het allerlaatste plekje, en ook nog eens bijna vooraan bij het meer is nog vrij en voor ons. Wat een bofkonten zijn we weer! Nadat we binnen zijn gereden, hangt achter ons iemand direct het bordje 'complet' op. 

Eenmaal geïnstalleerd zijn we klaar voor een paar dagen relaxen. Zon, zee, strand, nou ja, grasveld. We hebben geen waterschoenen bij ons, wat best een gemis is, maar het water is heerlijk. Er is een steiger om vanaf te springen en vanaf onze plek kunnen we het meer ook goed zien. We hebben niet zoveel zon, omdat er hoge bomen op de camping staan, maar het is hier prima vol te houden zo. 

 

Eindelijk kunnen we ook weer eens uit eten, hoewel Talloires niet zoveel keuze biedt. We belanden uiteindelijk bij een pizzarestaurantje langs de weg, waar de ober dronken is, maar de pizza's heerlijk smaken. Dankzij die dronken ober krijgen we in plaats van een glas, een literkaraf wijn, dus uiteindelijk zwalken we zelf ook niet meer al te nuchter terug naar de camping. 

Echte zon-zee-strand-mensen zijn we niet, dus de volgende ochtend kunnen we ons al niet meer bedwingen en maken we een stevige wandeling naar een waterval die in een vallei achter de camping valt. Het is best wel warm en best wel steil en de waterval stelt eigenlijk niet zoveel voor, maar toch wel lekker om weer even een flink stuk te lopen. Het uitzicht is wel de moeite waard en de frisse duik naderhand voelt des te lekkerder en meer verdiend. 

 

 

Helaas zit het er na deze twee dagen relaxen toch wel een beetje op en moeten we ons op de terugweg gaan richten. Het weer schijnt ook om te gaan slaan, dus wat dat betreft vertrekken we op het juiste moment. Voorlopig valt het onderweg nog wel mee en rijden we eigenlijk de hele weg in de zon. Het is wel een eind naar huis vanaf hier. Een lange snelwegdag verder strijken we neer op een Nederlandse camping in Andelot-Blancheville. Eigenlijk best een leuke camping, grote plekken, klein riviertje en zwembadje. Het restaurant is volgereserveerd, maar we kunnen wel eten bestellen en afhalen en dat is na zo'n lange dag altijd wel lekker. Broodjes bestellen gaat niet meer, daar zijn we te laat voor, maar gelukkig hebben we altijd nog onze pannenkoekenmix bij ons en de vakantie is nooit compleet zonder een keer van dit noodontbijt gebruik te maken.

Na operatie pannenkoek rijden we verder noordwaarts. Vandaag zijn wij maar liefst 22 jaar getrouwd, en we willen eigenlijk wel wat leuks doen. Na een paar uur komen we langs de stad Luxemburg. Dat lijkt ons wel een leuk uitstapje voor de middag. Onvoorbereid als altijd parkeren we op een van de grote P&R's aan de rand van de stad. Geen idee eigenlijk wat je allemaal kunt zien en doen in Luxemburg, maar we gaan het beleven. Het OV blijkt in elk geval gratis te zijn, wat alweer een meevaller is. Met de bus en tram komen we midden in de stad en als ik op Google Maps zie dat we langs het centrum rijden, stappen we uit. Het oude centrum is niet zo heel groot, maar wel mooi en we bekijken ook het paleis van de Groot-Hertog van buiten.


 

Op een plein eten we een groot ijs om te vieren dat het onze trouwdag is. Verder blijkt er een soort park in een ravijn naast het stadscentrum te zijn en wij houden wel van parken.

 

Omdat we eigenlijk niet zo heel erg van steden houden, is het daarna ook wel weer genoeg geweest en nemen we de bus terug naar de parkeerplaats. We rijden nog een half uurtje door naar camping Kronebierg in Mersch, iets ten noorden van de stad. Daar vinden we een plekje met aardig uitzicht, goed sanitair en zelfs een animatieteam en een piepklein pierebadje. En het belangrijkste: een campingrestaurant waar we ons jubileum kunnen vieren. Zo is zo'n reisdag nog wel goed vol te houden.

Het ergste reizen hebben we weer gehad en we besluiten om er nog twee nachtjes in Luxemburg aan vast te plakken. De camping in Wiltz staat al een tijdje op het verlanglijstje en die ligt nu mooi op de route. We zijn er zo en vinden er een ruime plek. Ze zijn lang niet volbezet, vreemd eigenlijk, want het is toch echt nog wel hoogseizoen, zo half augustus. Hier staan we voor een prikkie: 30 euro per nacht, inclusief zwembad. En er is ook nog een grote pumptrack en skatepark net buiten de camping. Daar ligt nog een camperplek bij, maar als je daar staat kun je niet naar het zwembad. En omdat wij zwembad, sanitair en wifi best lekker vinden gaan we toch maar op de camping staan.


 

Het zwembad is wel frisjes, maar toch ook wel leuk. Zoveel hebben we niet gezwommen deze zomer. De pumptrack is een groot succes, dus de jongens vermaken zich hier prima.

We besluiten ook nog een dagje fietsen te huren om een beetje in de omgeving rond te fietsen. Dat blijkt ook een leuk idee te zijn. We moeten er wel helemaal voor naar het kasteel van Wiltz lopen, want daar zijn nog fietsen beschikbaar. Het kost even wat moeite om de fietsroute te vinden, maar uiteindelijk lukt dat wel. En dan is het erg leuk. Heerlijk door de bossen, langs beekjes, velden en bramenstruiken, door kleine dorpjes en grotendeels op fietspaden zonder autoverkeer. Er waren alleen nog e-bikes beschikbaar (he wat vervelend nou), behalve voor die arme Jonathan. Gelukkig is er altijd wel een duwende hand voor hem in de buurt om hem de steile heuvels over te helpen. Maar naar beneden gaat hij toch wel met een noodgang, daar is geen motortje voor nodig.

We waren van plan om onderweg wel ergens wat broodjes te halen of te lunchen, maar dat valt nog niet mee. Winkels zijn er niet op de route, en het enige restaurant waar we langs komen is dicht. Terwijl we daar staan te overleggen wat te doen, komt de eigenaar eraan en gaan ze speciaal voor ons open. We betalen er achteraf wel dik voor, maar goed, een gevulde maag is ook wel weer prettig.

Aan het eind van de middag leveren we de fietsen weer in en wandelen we terug naar de camping. Luxemburg blijkt qua restaurants sowieso wel aardig prijzig te zijn, ook het campingrestaurant heeft een sterrenprijskaart. In plaats daarvan halen we dan maar luxe vlees bij de supermarkt aan het eind van de straat en dan houden we onze eigen luxe laatste-vakantieavond-bbq. 

 

En dan zit het er echt op. Naar huis vanuit Luxemburg valt altijd toch weer een klein beetje tegen, maar na een flinke rit staat de camper veilig op eigen terrein. 


Voor ons doen was het een korte zomervakantie van ruim 2 weken, maar we hebben toch weer veel gezien en gedaan en dan is het altijd goed. Hopelijk lukt het volgend jaar om weer een wat langere vakantie op te nemen, dan hoeven we wat minder te haasten en kunnen we iets relaxtere reisdagen maken.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Route des Grandes Alpes

  Op donderdag 5 augustus is het eerst tijd voor hard werk: huis helemaal schoon achterlaten i.v.m. logees in onze vakantie, laatste werk afronden, camper inpakken. Aan het eind van de middag zijn we klaar voor vertrek en is het zover: tijd voor ons rondje Route des Grandes Alpes in Frankrijk. We zijn bepaald geen Frankofielen, dus we hopen er maar het beste van. De keus is dit jaar op Frankrijk gevallen, omdat Duitsland op het moment van ons vertrek ontzettend moeilijk doet over coronatesten bij kinderen die geen coronapaspoort hebben. En dat geldt voor onze jongste. Het geluks-/pechvogeltje is de enige bij ons thuis die nog geen corona gehad heeft, en heeft in de tijd dat het in ons gezin heerste zoveel teststokjes in zijn neus gehad, dat hij vanaf toen categorisch weigert om zich ooit nog te laten testen. Een kind met ruggengraat dus! En omdat wij hem groot gelijk geven, moeten we onze vakantie daar een beetje omheen plooien. Geen coronatesten dus om ergens naar toe te mogen. Fran

Zomer in Zweden

Zoals altijd ondergaan onze reisplannen op het allerlaatste moment een radicale wijziging. In plaats van naar Polen, Slowakije en het Tatragebergte, de enige plek in Europa waar het deze zomer al steady wekenlang regent, vertrekken we op een bloedhete vrijdagmiddag richting Zweden. Al jaren willen we deze kant op, maar steeds werden we tegengehouden door slecht weer of gebroken benen. Nu grijpen we onze kans. Het is er mooi weer, het ligt op de route aangezien we onze kinderen in Drenthe moeten ophalen en we gaan ervoor! Na een warme rit pikken we de jongens op in Hollandscheveld en dan rijden we door naar camping  Wilsumer Berge , net over de grens in Duitsland. Het is een gigantisch park, waar iemand met een auto ons onze plek wijst. Eigenlijk houden we hier niet zo van, maar vooruit, voor een nachtje overleven we het vast wel. Na de afgelopen droge weken is het gras hier kurkdroog, de hemel diepblauw en tussen de bossen en heuvels lijkt het alsof we al heel ver weg zijn. De