De keus is dit jaar op Frankrijk gevallen, omdat Duitsland
op het moment van ons vertrek ontzettend moeilijk doet over coronatesten bij
kinderen die geen coronapaspoort hebben. En dat geldt voor onze jongste. Het
geluks-/pechvogeltje is de enige bij ons thuis die nog geen corona gehad heeft,
en heeft in de tijd dat het in ons gezin heerste zoveel teststokjes in zijn
neus gehad, dat hij vanaf toen categorisch weigert om zich ooit nog te laten
testen. Een kind met ruggengraat dus! En omdat wij hem groot gelijk geven,
moeten we onze vakantie daar een beetje omheen plooien. Geen coronatesten dus
om ergens naar toe te mogen. Frankrijk mogen we in zonder test en ook ter
plekke heeft hij nu nog niks nodig. Dus wordt het Frankrijk.
Het is duidelijk midden in de zomervakantie en lekker rustig
op de weg, dus we rijden goed door. Door het harde werken zijn we het al wel
vrij snel zat en we belanden in Durnal, in Zuid-België op camping Le Pommier Rustique, iets voorbij Namen en vlakbij de snelweg. Het is een leuke
doorreisplek, met mooi uitzicht voor € 42 excl. stroom. En natuurlijk horen er
echte Belgische frieten in een puntzak bij, die we gelukkig op de camping zelf
kunnen halen. Na het eten gaat het regenen, dus we verdwijnen al vroeg naar
binnen en ook naar bed.
De volgende ochtend kunnen we gelukkig wel buiten ontbijten,
maar daarna begint het al snel weer te regenen. Omdat we voor het eerst
uitgeslapen hebben, rijden we pas om half 11 weg, de snelweg is gelukkig
vlakbij. En dan volgt een lange rit richting Dijon. Onderweg hebben we veel
regen, soms ook wel wat zon.
Omdat het voorlopig nog slecht weer zal blijven, gaan we
maar niet naar de stadscamping voor een bezoek aan Dijon, zoals ik eigenlijk in
gedachten had. In plaats daarvan vinden we een leuke gratis camperplek bij het
Lac de Villegusien, een stuwmeer tussen Dijon en Langres. Een supermooi plekje,
we staan er zowat op een strandje. Het is droog, af en toe doet de zon haar
best en het is niet koud. Thomas en Jonathan zwemmen zelfs even in het meertje!
En we zien een visarend en daarna nog een hop vliegen, dus dat is een goed
begin van deze vakantie.
Na een rustige nacht, kunnen we net buiten ontbijten, maar daarna begint het alweer te regenen. En op deze zwarte zaterdag zal het de hele dag ook eigenlijk niet meer droog worden. We volgen een klein stukje de Route du Soleil (nou ja, de route du Pluie in ons geval) naar het zuiden, maar om de files te ontlopen, rijden we vervolgens de hele dag verder binnendoor. Dat is een stuk rustiger en met deze regen rijdt het ook nog eens fijner, want van zoab-asfalt hebben ze in Frankrijk nog niet gehoord.
We houden na 200 kilometer
een lange pauze bij een groot winkelcentrum in Bourg en Bresse. Beetje shoppen,
lunchen bij de Subway (lang gekoesterde wens van de jongens), boodschappen,
tanken. Daarna rijden we nog eens ruim 100 km tot aan het Lac de Paladru, waar
we stoppen op de camperplek van camping Détente et Clapotis. De camping zelf is
erg duur, en geeft voor dat geld toegang tot een ligweide aan het meer en een
binnenzwembad. Op de camperplek/parkeerplaats voor de camping mogen we daar
allemaal niet naar toe, maar het regent toch en het zwembad gaat ook al bijna
dicht. We besparen er wel ruim € 40 mee, dus die geven we dan maar uit in het
campingrestaurant, waar we gelukkig wel in mogen. Heerlijke pizza hebben ze
daar.
En dan, de volgende ochtend, is het zover: we worden wakker
met stralend mooi weer. Hehe! We kunnen buiten ontbijten, met uitzicht op het
meer, wel door een hoog hek heen. Ineens worden we nogal onvriendelijk
gecontroleerd, of we wel betaald hebben. En dan zijn we helemaal klaar met deze
camping, met z’n bizarre tarieven, lelijke camperplek en onaardig personeel.
Wegwezen, op naar de Alpen!
Bij het gezellig dorpje Corps slaan we af naar het Lac de
Sautet. Dat is een prachtig blauw meer, midden tussen de hoge bergtoppen. Er
ligt ook een uitgestrekte camping aan, en daar krijgen we een mooi plekje aan
het water. Het is schitterend warm weer en het ijskoude turquoise meer lonkt.
Het is nog maar half 2 en de hele middag kunnen we zonnen, zwemmen en relaxen.
De camping loopt uiteindelijk wel erg vol en we krijgen
buren vlak op onze lip. Geen wonder ook, het is een mooie locatie en niet erg
duur met ca € 35 voor ons vijven.
’s Avonds knutselen de jongens met hout aan wandelstokken en
een zelfgemaakte bijl en als ze naar bed zijn zitten wij nog uren met een
groepje Zwitsers en Fransen om een zelfgemaakt kampvuur bij het water. Onder
een indrukwekkende sterrenhemel delen we onze Stolwijker kaas, Zwitsers
gedroogd vlees en Franse kaas. Wat een avond!
De camping is nogal langgerekt, bestaand uit diverse veldjes langs het meer. Daarlangs loopt de openbare weg, maar die is niet erg druk, want hij gaat eigenlijk nergens anders heen dan naar het meer. Broodjes halen bij de receptie doen we op de fiets, omdat wij op het eerste veld, het verst van de receptie af staan.
Na het ontbijt rijden we door over de Route Napoleon naar Gap. Stevige afdalingen hier en daar, tot 12%. Een mooie opwarmer voor de Route des Grandes Alpes die we deels willen gaan volgen.
In Gap bevindt zich een van de mooiste skateparken van Europa, en het is een langgekoesterde droom van onze middelste zoon om daar eens te kunnen skaten. We laten de jongens dus achter op de skatebaan, en gaan zelf inkopen doen bij de E.Leclerc ernaast. Heel handig. Thomas heeft geluk, hij ontmoet er zelfs een bekende skater van Youtube (of Tiktok) die in Gap zijn thuisbasis heeft. De skater is onder de indruk van de kunsten van onze puber en hij krijgt gratis kaartjes voor een skate-event later die week. Helaas voor hem blijven we niet zo lang in Gap rondhangen, dus dat event zal hij toch aan zijn neus voorbij moeten laten gaan.
Na dit intermezzo rijden we door naar het Lac de Serre-Poncon. Wat mooi! Het is intens blauw, groot, omringd door bergen. De campings zijn vol, maar langs de weg aan de oostkant van het meer naar het zuiden vinden we een mooie parkeerplek. Er zijn er nog meer, maar vaak kun je niet goed bij het water komen, of zijn ze alleen via hele slechte weggetjes bereikbaar voor 4x4-campers. Wij staan in elk geval fantastisch, hoog, met een wijds uitzicht over het meer en via een rotspaadje kunnen we bij het meer om lekker te zwemmen en af te koelen.
's Avonds eten we paëlla uit de diepvries (heel handig, die Franse supermarkten verkopen veel kant en klaar maaltijden in de vriezer) en we genieten van het uitzicht. Er staan nog een paar campers en een minibusje, maar die zien we amper. En de doorgaande weg wordt vanzelf stil na 19.00 uur. Superplekje! Daarom blijven we hier nog een nachtje langer staan. Het is ook wel lekker om na al die reisdagen een keer een dag niks te hoeven. Beetje zwemmen, kijken, lezen, uno spelen en alle voorraden opeten en opdrinken. We hebben geen drinkwater meer en geen brood en er is in de verre omtrek geen dorp te bekennen, dus we lunchen met het restje paella van gisteren en 's avonds grillen we wat vis en hamburgers uit de vriezer. Na het eten nog maar weer eens een frisse duik (het meer is wel vrij koud) en de jongens mogen lang opblijven om sterren te kijken. Daar zie je er hier duizenden van.
Op woensdagochtend zijn de voorraden zoals gezegd aardig opgeraakt, en we moeten ontbijten met de noodvoorraad kant- en klaar pannenkoekbeslag die ik altijd bij me heb voor dit soort momenten. Heel handig, van die schudflesjes meel en een pak houdbare melk liggen altijd achterin een kastje. En de jongens vinden dit ontbijt uiteraard geen straf.
Langs het meer en de aanvoerrivier, de Ubaye, rijden we door naar het gezellige stadje Barcelonette. We doen er even flink inkopen en dan rijden we omhoog naar wintersportdorp Praloup. Hier wordt een vooroordeel ontkracht. Wij hadden geen hoge pet op van Franse wintersportdorpen: hoogbouw, sfeerloos, en vooral 's zomers ontzettend ongezellig. Maar dat valt reuze mee. In Praloup is een gratis camperplaats bij de ingang van het dorp, het is gewoon een grote vlakke parkeerplaats, met Flot Bleu voor de nodig V&E (€ 3). En met prachtig uitzicht over het dal waarin Barcelonette ligt. We staan hier dus prima.
Na de lunch wandelen we het dorpje in en dat blijkt ondanks de hoogbouw toch wel heel gezellig en lang niet zo sfeerloos te zijn als we hadden verwacht. Er is een supergezellig centrum met winkeltjes, restaurantjes, een groot plein met speeltoestellen, zelfs een kleine houten pumptrack. Vanaf de 'Front de neige' gaan enkele liften de bergen in, waarvan er eentje ook in de zomer draait voor wandelaars en fietsen. Er is een zomerrodelbaan en een kinderbikepark, met gratis rolband om weer omhoog te komen. Kortom, Eijkeltjesparadijs in optima forma.
Het is al wat laat om nog te gaan wandelen, maar de jongens gaan wel in de rodelbaan. Ook lopen we nog een rondje van ca 1,5 uur over een Chemin de Santé, een route met sporttoestellen onderweg. Altijd leuk. En een mooie test voor de post-covidlongetjes om te kijken of dat lukt.
's Avonds gaan we lekker uit eten in het gezellige dorpje, hoewel dat wel weer een flinke klim is, want de camperplek ligt toch nog wel een stukje lager dan het centrum. De jongens nemen hun fietsen mee en leven zich na het eten nog uit in het kinderbikepark. Het liefst willen ze wel echt gaan downhillen, maar eigenlijk hebben we daar niet de juiste fietsen voor. Ze hebben wel goede mtb's, maar voor dit soort tracks heb je eigenlijk nog wel iets meer nodig. Dus dat moeten we nog maar eens goed overdenken.
Een wandeling zit er de volgende dag wel in. We nemen de Clappe lift vanuit het dorp naar ca 2000 meter hoogte en wandelen daarvandaan naar een meertje op 2248 meter. Best veel klimmen en steil ook. Gelukkig dragen de jongens tegenwoordig zelf ook een rugzak met vooral veel drinken erin, dat scheelt. Na ca 1,5 bereiken we het meertje en we picknicken er lekker aan de oever met vers stokbrood en ham die we meegenomen hebben. Daarna kun je nog verder en hoger om het meertje heen, maar daar heeft niemand, behalve mama zin in en die kan het eigenlijk niet aan. Dus dat stuk slaan we maar over.
Dezelfde route dus weer terug, maar het ziet er terug gelukkig toch altijd anders uit. Met de lift mogen we gratis mee weer terug omlaag, gelukkig. Heen mochten we met maximaal 2 personen in de zespersoonsstoeltjeslift (buiten en met eigen gezin!). Terug moeten we met het hele gezin in 1 afgesloten gondel. Gekke coronaregels hier.
In het dorp eten we nog een lekker ijsje op een terras en om half 4 zijn we terug bij de camper. Even uitblazen.
De jongens fietsen nog terug omhoog naar het bikepark en ik ga zelf later met Jonathan ook nog een keer met de fiets die kant op. Hij wil het ook zo graag, maar ik laat hem nog niet alleen gaan. Maar goed ook, hij valt erg hard, maar wil toch nog verder door.
Gelukkig smaken de baguettes er niet minder om en we kunnen lekker bbq-en bij de camper. Heel af en toe valt er een spetje regen en in de verte is het erg donker met bliksemflitsen, maar hier schijnt de zon.
Het slechte weer waait in de nacht weer weg en de volgende ochtend is het opnieuw stralend mooi weer. Na het ontbijt dalen we af naar Barcelonnette. Deze keer wandelen we door het gezellige centrum. Barcelonnette heeft vanuit het verleden nauwe banden met Mexico, veel inwoners hebben in de 18e eeuw hun fortuin gemaakt in Mexico en zijn daarna teruggekeerd naar het vaderland. Ze namen allerlei Mexicaanse invloeden met zich mee, zoals je nu nog goed kunt zien in de bouwstijlen van de stad. Er is toevallig ook een straatoptreden van Mexicaanse dansers en muzikanten.
Na een ijsje doen we nog wat boodschappen en dan strijken we iets verderop neer op camping La Chaup. Het is tijd voor de was, twee machines vol maar liefst. De campingeigenaar betuigt zijn medelijden als ik twee muntjes bij hem koop ;)
Gelukkig is de was snel droog. Bovendien heeft de camping een verrukkelijk klein verwarmd zwembad, omgeven door kunstgras. We hebben dus een heerlijk relaxte middag, in en om het water. La Chaup is een fijne camping, prettige sfeer, mooie omgeving, mooi aangelegd allemaal en aardige eigenaren.
's Avonds gaan we uit eten in het simpele campingrestaurant. We nemen een Assiette Ubayenne, een soort kaas/worstplankje met friet en sla. Leuk en lekker.
De volgende ochtend nemen we na het ontbijt nog maar eens een extra kop koffie en een frisse duik in het zwembad, voordat we aan het eind van de ochtend vertrekken. Maar we reserveren gelijk voor morgen nog een overnachting, want hoewel we een spannende trip voor de boeg hebben, willen we eigenlijk ook helemaal nog niet weg. Dus komen we morgen gewoon weer terug.
Maar eerst naar de Col de la Bonette: een van de hoogste paswegen van Europa en onze eerst stap op de Route des Grandes Alpes. Het is niet zo ver, maar we nemen de tijd. Het is flink klimmen en na een tijdje stoppen we ook weer even om de motor wat rust te gunnen. Want hoewel onze onverstoorbare diesel nog nooit problemen heeft gegeven, is het beestje al wel 21 jaar oud en moet je natuurlijk wel uitkijken om hem niet te overvragen.
We stoppen toevallig op een heel mooi plekje, naast een waterval, met een beekje waar de jongens zich meer dan een uur vermaken met het bouwen van dammetjes. We zijn tenslotte wel Nederlanders, watermanagement zit in ons bloed.
We blijven hier ook maar even picknicken en daarna rijden we weer verder. Steeds hoger, steeds ruiger. Onderweg komen we langs verschillende mooie mogelijke overnachtingsplekjes en ruïnes van bunkers en oude forten. Maar wij gaan door, want we willen naar de top.
Helemaal boven kun je een rondje om de top rijden. Eerst durven we het niet aan en slaan we linksaf, de weg vervolgend richting Nice. Dat is eigenlijk niet helemaal de bedoeling, dus zodra het kan stoppen we om te keren. Op de terugweg zien we dat er toch ook wel campers om de top rijden, dus dan moeten wij dat ook kunnen. Het weggetje is heel smal en steil (15%) en gek genoeg niet eens eenrichtingsverkeer, dus best spannend. Op het hoogste punt kunnen we niet stoppen, er is geen plek voor ons, dus langzaam frummelen we ons tussen de motorfietsen en auto's door en schuifelen verder naar beneden. De pasweg gaat tot 2802 meter hoogte.
Onderweg hebben we een leuke plek bij een meertje gezien, waar we willen proberen te overnachten. We kunnen er in elk geval parkeren. Er zijn een paar picknickbanken, zelfs vuurplekjes, er loopt een beekje door het dal en er is een meertje. Genoeg te doen voor onze mannen. In het meertje blijken kikkervisjes en kikkers te wonen, dus dat is al dikke pret. Zorgzaam wordt een speciaal kikkervisjesdorp gebouwd aan de rand van het meer, waar de gevangen visjes worden vrijgelaten. Ze vangen zelfs een forel met de hand!
Verder zien we adelaars vliegen en we horen de roep van diverse marmotten, maar zien ze niet. Onderweg hebben we er al wel een paar gespot.
Vervolgens moet het watermanagement van de beek verder uitgewerkt worden. Thomas is al dagen druk bezig om een bijl te maken van een grote houten stok en besteedt nog flink wat tijd aan het zoeken van de juiste steen voor in de bijl.
Er is hier verder niet veel hout te vinden, zo hoog boven de boomgrens, maar gelukkig sjouwden we al die tijd wat gebruikte zelfgemaakte wandelstokken mee, en daarmee kun je ook prima een fikkie stoken in een van de vuurplaatsen. Vervelen hoeft niemand zich hier dus, ook al is er geen mobiel internetbereik.
We eten 's avonds gulash uit blik, een van de favoriete vakantiemaaltijden van de mannen en zitten nog tot 22.00 uur buiten sterren te kijken. Op deze hoogte is er geen lichtvervuiling en we zien ontelbare sterren en melkwegen. Wat een fantastische plek is dit.
De volgende ochtend kunnen we ook gewoon buiten ontbijten, zelfs op deze hoogte is het daar al warm genoeg voor in de stralende zomerzon. Daarna wandelen we nog een stukje over een klein paadje achter de parkeerplaats de bergen in. Dan zien we eindelijk ook van dichtbij de marmotten die we de hele tijd horen fluiten.
Na nog een kopje koffie in de zon dalen we rustig af terug naar Jauziers en camping La Chaup. Onderweg stoppen we nog even bij de Ubbaye om te vissen en met water te spelen.
Om half 1 gaat de middagspauze in bij de camping, dus voor die tijd willen we wel terug zijn, om nog een middagje te kunnen relaxen. Het is flink heet hier beneden, maar 's avonds trekt het toch dicht en regent het zelfs een klein beetje. Het mag eigenlijk geen naam hebben en het blijft onverminderd warm.
We eten risotto uit de vriezer, het is net niet helemaal genoeg voor 5 personen, vooral omdat de kinderen het lekkerder vinden dan we hadden verwacht. De voorraad is daarna wel weer zo ongeveer op.
Op maandagochtend krijgen we een dejavu, van de vorige keer dat we hier vertrokken: rustig aan doen, nog even zwemmen, douchen, V&E op de mooie verzorgingsplek en om 12 uur rijden we weer weg.
Voor de derde keer doen we boodschappen in Barcelonnette en daarna gaan we weer verder. Maar we komen niet ver, want al vlot vinden we een mooie picknickplek langs de rivier om te lunchen. En het bevalt er zo goed, dat we er de hele dag blijven. De plek ligt pal naast het water, ver genoeg van de weg af om er niets van te horen en onder een enorme steile rotswand.
Daardoor wordt het er wel vrij vroeg donker en dus ook koud. Tijd voor bbq en kampvuur, want er zijn hier ook weer kampvuurplekjes. Het is hier verder niet superdroog, we gooien flink wat water over de grond om de vuurkring en we zetten 3 bakken met water om het vuur neer om het in geval van nood snel te kunnen doven, dus dat durven we wel aan.
Bij het opstaan liggen we nog in de schaduw en het is heel erg koud buiten, ondanks het mooie weer. We ontbijten toch buiten, bij 6,9 graden! Pas rond half 11 komen we eindelijk in de zon te staan en dan is het gelijk warm.
Na de koffie rijden we door richting de Col de Vars. Een prachtige omgeving is het hier, ruig, mooi en vrij rustig, ook qua verkeer.
De col omhoog is goed te doen vanuit het zuiden. Vars-les-Claux is een gezellig vakantiedorp. Er is hier ook een camperplek, maar we willen eigenlijk nog wel iets verder rijden. We struinen er wel een tijdje rond, er is een marktje en we kopen voor wandelschoenen voor Jonathan. De supermarkt is dicht vanwege middagspauze, dus voor de boodschappen kunnen we hier niet terecht.
We rijden daarom door naar Guillestre. Daar doen we wat boodschapjes en na 2 nachtelijke ongelukjes draaien we er ook even een was, omdat er buiten de supermarkt van die grote wasmachines staan. Handig hoor. Terwijl we wachten tot ook de droger zijn werk gedaan heeft, wandelen we het stadje ook nog maar even door. Het is klein, maar mooi en gezellig. Er is een of ander kinderfestival, met spelletjes langs de straten en we eten een ijsje op een terrasje.
Daarna rijden we verder richting de Col d'Izoard, die we vandaag nog niet op gaan. We rijden door het Val de Queyras. Het is hier nog mooier en ruiger, echt prachtig zijn de Alpen hier. Om elke bocht wacht weer een nieuw mooi uitzicht. De wegen zijn behoorlijk goed, maar soms wel een uitdaging. We komen door kleine tunneltjes waar je met samengeknepen billen hoopt dat je er geen tegenligger tegenkomt en rijden onder overstekende rotswanden door waar je onwillekeurig je hoofd intrekt (alsof dat ook maar enig nut zou kunnen hebben).
Na het avondeten spelen we nog een potje Catan met z'n allen buiten. Ook hier wordt het vroeg donker, door de hoge omringende bergen en dus ook snel koud. Het potje eindigt dus deze keer bij 8 punten in plaats van 10, zodat we snel naar binnen kunnen.
Bij het ontbijt zitten we deze keer al wel weer in de zon, maar helaas ook naast een grote vrachtauto die hout aan het optillen is op zijn oplegger. Erg idyllisch is het ontbijt dus niet, hoewel de jongens deze keer keurig in het Frans verse baguettes hebben gehaald in het dorpje (In France we speak French!).
Na het ontbijt vertrekken we richting de Col d'Izoard. Het is onze 21e trouwdag en wat een plek om die te vieren!
Het is een prachtige route, door een ontzagwekkend maanlandschap rondom de top. Boven stoppen we op een soort kleine camperplek en we bekijken de top en wandelen via een klein paadje terug naar het gebied de Cassé Deserte. Fantastisch, we kunnen via dit paadje tussen de bizarre rotsformaties doorlopen en ontzettend ver uitkijken. Het paadje start aan het eind van de camperplek, de eerste parkeerplek die je tegenkomt bovenop de col als je vanuit het zuiden aan komt rijden.
Om onze trouwdag te vieren lunchen we bij de Refuge de Napoleon, iets onder de top. Lekker eten, met een Frans kaasplankje. De afdaling naar Briancon daarna is lang en bochtig, maar goed te doen.
Omdat we al twee nachtjes vrij gestaan hebben, zijn we wel weer toe aan wat luxe en we willen eigenlijk naar een camping met zwembad in de buurt van Montgenevre. Helaas zit camping Le Montana die we op het oog hadden vol. We belanden op Le Bois du Albert daar vlakbij. Helaas zonder zwembad, en in het meertje dat er bij ligt mag niet gezwommen worden. Het ligt wel aan een beek waar je kunt vissen en er is goede wifi, dus de jongens zijn toch wel tevreden.
We waren van plan om op Le Montana pizza te halen, maar deze camping heeft alleen een normaal restaurant met vrij dure gerechten. David en ik fietsen daarom naar het dorp om pizza te halen, maar het enige restaurant daar doet vandaag niet aan afhalen. Uiteindelijk halen we dus alsnog pizza op Le Montana! Smaakt prima en een lekkere afsluiter van deze trouwdag.
De camping ligt in een bos onder hoge pijnbomen en dat zorg voor veel schaduw, ook bij het ontbijt. Ik hou niet zo van hoge bomen, dus na het ontbijt zijn we gauw weer op weg. We gaan op weg naar Valloire, maar doen onderweg eerst nog even boodschappen in Briancon. Hoewel we niet zo'n zin hebben in een stadsbezoek, ziet de oude stad er in het voorbijgaan wel heel aantrekkelijk en interessant uit, dus voor een volgende keer houden we dat wel in ons achterhoofd.
Bij de Col du Lautaret zien we een gletscher in de verte liggen. Een indrukwekkend gezicht!
Onderweg kom je langs de noordkant van de gletscher, die er al heel indrukwekkend uitziet.
Maar als je dan eenmaal op de top bent, kun je de zuidkant zien en die is helemaal ongelofelijk. Wat gaaf om dit te kunnen zien! En dan te bedenken dat er al zoveel verdwenen is. Het is hierboven ook helemaal niet zo heel koud, eigenlijk. We zijn zelfs nogal overdressed met onze lange broeken en dikke truien, en zelfs nog jassen in de rugzakken.
Het voelt wel een beetje dubbel: de gletschers verdwijnen door klimaatverandering en door onze reis met een oude dieselcamper en een tochtje in een kabelbaan, werken wij zelf mee aan die klimaatverandering. En toch willen we dit allemaal zo graag zien en de enige manier om het nog te kunnen zien is door die reis te maken. De jongens willen ook wel graag een keer op fietsvakantie, misschien moeten we dat ook maar eens proberen. Ook beter voor het klimaat, hoewel je dan natuurlijk weer niet ineens een gletscher tegenkomt onderweg.
Er is ook een ijsgrot onder de gletscher, met uitgehakte ijssculpturen. Daar gaan we ook in. Erg leuk, de sculpturen zijn verlicht, maar overal stroomt smeltwater, zo hard smelt het ijs hier. De jongens vangen het smeltwater op in een leeg waterflesje om mee te nemen.
Er is ook nog een uitkijkpunt, met van die borden die aangeven welke bergen je allemaal kunt zien. Bij helder weer kun je hier zelfs de Mont Blanc zien liggen. Helaas is het op dat moment nogal bewolkt, dus we zien alleen de bergen in de directe omgeving goed.
Halverwege de terugweg moeten we overstappen en op die plek kun je ook uitstappen. Bij het tussenstation is een grote speeltuin, een klein meertje en een prachtig uitzicht op de noordkant van de gletscher. Het meertje is een soort Infinity-pool, en ik maak een spectaculaire foto van Thomas, waarop het lijkt alsof hij op het randje van een onmetelijk diepe afgrond staat (er zit daarachter gewoon nog een heel stuk weiland ;) ).
Om half 5 nemen we een van de laatste gondels omlaag. Vanuit de gondel zien we camping Le Gravelotte liggen, met zwembad en genoeg plek en zo te zien ook nog in de zon, dus we besluiten om daar maar eens te gaan overnachten. Het is niet duur, € 26 per nacht, zelf een plekje uitzoeken.
We kunnen zelfs nog lang in de zon zitten vanavond, en bbq-en. Het is een beetje bewolkter, maar daardoor ook een stuk minder koud 's avonds. David en Thomas spelen en kletsen nog de hele avond met een internationale groep jeugd. Goede keus om af te wijken van onze oorspronkelijke plannen voor vandaag dus!
De volgende dag rijden we wel alsnog richting Valloire, terug op de Route des Grandes Alpes, opnieuw de Col du Latauret op en direct daarna de Col du Galibier. Een prachtige pasweg is dat. De echte pas is op ca 2600 meter, maar wij gaan door een iets lager gelegen tunnel en slaan dus het hoogste stuk over. Het weggetje ziet er erg smal uit.
Zoals bij alle passen zijn ook hier vooral heel veel fietsers onderweg, gelukkig niet zoveel motoren en auto's deze keer. De drukte in het algemeen valt ons trouwens wel mee, we hadden het veel erger verwacht, maar meestal rijdt er niemand vlak achter ons, hooguit een motorrijder die ons makkelijk kan inhalen.
Na de pas zijn we al snel bij Valloire en net voor de middagpauze komen we op de camping aan. We worden er vriendelijk ontvangen, door een dame die zelfs een paar woordjes Nederlands spreekt.
We doen gelijk nog maar weer even een wasje, want met 5 personen stapelt zich dat nou eenmaal snel op en daarna is het tijd voor actie.
Daniel, David en Thomas gaan eindelijk downhillen en Jonathan en ik gaan naar een klimpark, het Foret de l'Enfers, op ongeveer 1 km lopen van de camping.
Hij doet het vlekkeloos en straalt van oor tot oor. Uiteindelijk na 2 uur wil hij ook de blauwe route nog proberen. Die gaat zeker 10 meter boven de grond en ik heb mijn hart in mijn keel zitten. Hij zit ook nog eens achter een heel langzaam gezin, zodat hij soms heel lang moet wachten voordat hij verder kan. Later vertelt hij dat hij het zelf ook wel heel eng vond als hij zo lang heel hoog moest blijven staan op een plateautje aan een boom, maar hij doet het prima en laat niet merken dat hij bang was.
De mannen hebben helaas een beetje pech. Ze hebben een dagkaart gekocht voor de lift, maar al bij de tweede afdaling krijgt David vrijwel bovenaan een lekke band en moeten ze dus met de fietsen aan de hand helemaal naar beneden lopen. Daarna zit het er ook op, want zijn band is echt aan gort en hij kan niet meer fietsen.
Rond 5 uur zijn we allemaal weer terug bij de camper en dan eten we diepvriesnasi, die best lekker smaakt. Daarna gaan de onvermoeibare kinderen nog tot 21 uur fietsen op de pumptrack die vlakbij de camping ligt.
Valloire biedt een hoop vermaak, er is nog een zwembad waar we gratis heen zouden mogen en zelfs in de zomer een echte ijsbaan!
De camping is intussen aardig volgelopen. Het sanitair is nogal ouderwets, maar er zijn wel goede warme douches en afwasruimtes, dus prima voor ons.
We besluiten dan ook om een nachtje extra te blijven. Even een dagje niks. Uitslapen en na het ontbijt gaan we het gezellige dorpje verkennen. Ook dit is weer een wintersportdorp, dat ook in de zomer best gezellig is. Veel winkeltjes, restaurantjes, mooie bouwstijl. Het valt best mee met die Franse wintersportdorpen, vinden wij.
Ik zou nog wel willen wandelen, maar de mannen vinden dat ze gisteren al genoeg gelopen hebben met die kapotte fiets, dus dat wordt 'm niet. We laten wel de band repareren in het dorp bij de fietsenmaker.
Als wandelen er niet in zit, gaan we 's middags gratis naar het openbare zwembad. Je moet er eigenlijk strakke zwembroekjes aan, maar gelukkig geen badmutsen. Strakke zwembroeken hebben we ook niet, dus de jongens doen alsof hun neus bloedt en wandelen in hun onderbroek zo langs de badmeester, die er niets van zegt. Het zwemmen is heerlijk. De lucht is precies warm genoeg om lekker te zijn en de watertemperatuur is ook heerlijk.
's Avonds gaan we uit eten in het dorp. Ik probeer eens een tartiflette uit, een soort ovenschotel met kaas, spekjes, ui en aardappel. Het smaakt prima, wel erg machtig, door de kaas. Na het eten moet er natuurlijk nog even gepumptracked worden, maar wij doen het lekker rustig aan.
Hetzelfde geldt als we de volgende ochtend ons klaarmaken voor vertrek. Helaas geen vers stokbrood, omdat er problemen zijn bij de bakkerij. Gelukkig hadden we nog wat oud stokbrood en kun je daar prima wentelteefjes van maken.
Na 2 dagen op 1 plek is het klaarmaken voor vertrek altijd net even meer werk. Het is iets meer rommel, we doen gelijk even alle V&E wat bij een gratis Flot Bleu buiten de camping kan.
Als we eenmaal klaar zijn rijden we via de Col du Telegraph naar St. Michel de Maurienne. Net op tijd om nog even boodschappen te doen op deze zondagochtend en ook nog ondertussen een wasje te draaien bij de plaatselijke laverie. Het wassen op de camping was niet helemaal goed gegaan.
Vervolgens rijden we via de D1006 naar Modane en via Lanslebourg naar Bonneval-sur-Arc. Dit wordt met recht een van de mooiste dorpjes van Frankrijk genoemd. Prachtige oude huisjes en straatjes met bloemen in een hooggelegen ruig dal.
Direct na dit dorpje rijd je de Col d'Iseran op richting Val d'Isere. Een prachtige pasweg weer, wel heel lang, steil en smal. Erg spannend soms.
Bovenop, op 2770 meter hoog, lag zelfs sneeuw en Jonathan en Thomas grijpen hun kans om op een grote plastic boodschappentas van een sneeuwheuvel af te glijden. Dolle pret, maar ijskoud!
De afdaling is ook spannend en lijkt wel over skipistes te gaan. Overal liften en pistebordjes langs de weg. Waarschijnlijk kun je hier in de winter niet rijden, maar wel skieën.
In Val d'Isere ontdekken we een camperplek naast een grote pumptrack. Het is eigenlijk niet zo'n mooie locatie, maar we ontkomen er natuurlijk niet aan om hier te stoppen. Het is inmiddels ook al 17.00 uur. Met een snelle pauze voor het diner blijven de jongens tot ca 21.00 uur als het echt te donker wordt. spelen op de pumptrack. Een schot in de roos dus. Verder is er ook nog een parkje met een speeltuin en picknickbanken die wij gebruiken voor ons diner en stroomt de rivier de Isere langs. Aan de andere kant ligt een helikopterlandingsplaats, maar helaas zien wij geen helikopters landen.
We ontdekken dat Val d'Isere blijkbaar zit te springen om toeristen in de zomer, zodat niet alleen deze camperplek, maar ook alle kabelbanen gratis zijn voor voetgangers!
Dat is natuurlijk een buitenkansje dat we niet kunnen laten liggen, dus de volgende ochtend nemen we de gondel Solaise naar boven en wandelen we naar het Lac d'Ouillette. Een leuk klein meer met een prachtige achtergrond van besneeuwde bergtoppen.
We lopen er omheen en vervolgen dan de weg naar Le Manchet, een nieuwe wandelroute door een prachtig ruig gebied. Het is wel lang en vrij zwaar, steil naar beneden. We lunchen bij een beek, heerlijk in de warme zon, voetjes in het water.
Onderweg komen we nog langs een berghut, waar we eigenlijk wel een kaasplankje wilden nemen, maar helaas zijn ze vandaag toevallig dicht. Geen kaasplankje dus voor ons.
Via een vervallen dorpje uit de 17e eeuw komen we uiteindelijk aan in Le Manchet, een soort buitenwijk van Val d'Isere. Hier is ook een mooie camperplek zien, we bij een sportpark met skatebaan. Leuk voor de volgende keer, want je staat hier mooier dan waar wij stonden.
We nemen een gratis shuttlebus terug naar Val d'Isere zelf en wandelen het laatste stuk vanuit het centrum terug naar de camping. Alles bij elkaar hebben we ca 10 km gelopen.
We willen nog even iets verder komen vandaag en rijden door naar Bourg St. Maurice. Vanuit daar gaan we de D902 op naar Roselend. Het is heel smal en steil in het begin, maar na een tijdje wordt de weg gelukkig weer wat breder. Onderweg missen we een afslag naar het dal Chavieux, waar je mooi kunt staan bij een rivier in een grote brede vallei. Achteraf hadden we daar beter naar terug kunnen rijden, maar op dat moment hebben we het Lac de Roselend nog als einddoel in gedachten. Dat valt wat tegen, er is een onofficiele camperplek, maar die ligt ver boven het meer en je kunt er niet bij komen.
We rijden daarna toch nog maar weer door en belanden uiteindelijk net iets voorbij Beaufort op een parkeerplaats bij een recreatieplas. Het is een leuk plekje en we kunnen er nog op de valreep eten halen bij een snackbar. De jongens kunnen nog een tijdje spelen in de speeltuin bij het park, dus uiteindelijk is het eind goed al goed.
We ontbijten op een picknickbank in het park met leuk uitzicht over het meertje. Best een leuke plek dit.
Daarna volgen we de route naar Les Saisies, een wintersportdorp op de pas. Het ziet er hier leuk uit, iets minder hoog dan de eerdere passen en dorpen, maar heel uitnodigend weer. Ook hier weer een camperplek en een pumptrack bij het dorp. Maar wij rijden door.
Na het slingeren omlaag, met vooral vlak voor het dorpje Flumet een razend steile afdaling met scherpe korte haarspeldbochtjes stijgen we gelijk weer op naar de Col de Aravis. Bijna bovenaan vangen we nog net een glimp op van de Mont Blanc, die hier toch hemelsbreed nog wel een eindje vandaan ligt.
Bovenop de pas kopen we bij een boerderij in een opwelling een lichtbruin afgeprijsd koeienvel als nieuw vloerkleed en origineel souvenir van deze vakantie. We zien er ook een grote groep gieren rondcirkelen.
Daarna dalen we af naar La Cluzas. De eerste camping die we op het oog hebben zit vol en lijkt bij nader inzien toch niet leuk. De tweede, in Le Grand Bournand, heeft wel plek. Het is een dure camping, met niet echt fantastiche plekken, hoewel wij geheel toevallig wel mooi uitzicht hebben als een van de weinigen. Er is ook een zwembad en goed sanitair.
We wandelen nog even naar het dorp, waar deze week een soort festival is. 's Avonds horen we daarvandaan nog muziek, maar om 22.00 uur is het stil, dus dat is niet zo erg. Het trekt ook een beetje dicht, waardoor het wat minder koud is 's avonds, dus we kunnen nog lang buiten zitten. Je merkt al dat je hier wat minder hoog bent, het scheelt toch zo duizend meter met Val d'Isere.
Na een luxe ontbijtje met croissants rijden we naar het meer van Annecy. Eindelijk! Een lang gekoesterde wens komt uit. Blijkbaar was ik op mijn tweede al verliefd op het meer, appt mijn moeder me. Daar kan ik me niet veel van herinneren, maar ik weet wel dat ik al jarenlang dolgraag eens een keertje hier naar toe wil. En nu is het dan zover.
De lastige taak om de perfecte camping uit te zoeken rust ook altijd op mijn schouders en ik heb er een paar op het oog. De eerste ligt eigenlijk wel gelijk heel mooi, maar we hebben nog geen boodschappen kunnen doen, dus we rijden toch nog even door. De boodschappen doen we uiteindelijk onderweg alsnog en dan strijken we tenslotte neer in Sevrier, op camping Au Coeur du Lac. Volgens de website zou je er dankzij de terrassen mooi meerzicht moeten hebben. Dat valt een beetje tegen, maar we kunnen het meer wel net zien en bovendien ligt er aan de overkant van het fietspad een prachtige grote openbare ligweide, waar we de middag doorbrengen. Het is hier zo mooi. Het meer is prachtig turquoise blauw, het water is niet zo heel koud, de zon schijnt, we kijken uit op mooie bergen aan de overkant. Wat een heerlijke middag genieten we hier aan het meer van mijn dromen. Echt een vakantiedagje dit.
De volgende ochtend is onze laatste echte vakantiedag, voor ons gevoel. We doen het rustig aan, nog een keertje luxe ontbijten met croissantjes, en daarna nog even naar het meer om daar koffie te drinken. Jonathan neemt zelfs nog een frisse duik!
Daarna rijden we een paar kilometer verder naar de camperplek in Annecy, waar we het laatste vrije plekje inpikken. Vanuit daar loop je zo langs het water en de jachthaven naar de oude stad. Het is hier druk! Eigenlijk moet je zelfs buiten op straat een mondkapje op, maar bijna niemand doet dat.
De stad is mooi, maar vol. We dwalen een tijdje rond door de oude straatjes en gaan dan uitgebreid lunchen op een pleintje, zodat we vanavond niet meer warm hoeven te eten. Het restaurant Les Tables is helaas niet zo goed in timing, zodat ik mijn hoofdgerecht pas krijg, als verder iedereen al klaar is. Beetje jammer wel, maar ja.
Daarna mogen de jongens nog een speeltje uitzoeken voor de lange rit morgen onderweg, ze kiezen allemaal een soort mini-legopakketje uit, met heel veel stukjes.
We wandelen terug en nemen vanaf het openbare strand vlakbij de CP nog een duik in het meer om even op te frissen na de stadse drukte.
Rond half 5 rijden we weg en dan verlaten we daarmee ook gelijk de bergen. Na ruim 2 uur rijden belanden we bij een klein meertje, het Base de Loisirs de Louvarel. We staan hier mooi, op een parkeerplaats aan een strandje, wel naast een camping, maar dat is blijkbaar geen probleem. We dineren met een blik soep met stokbrood, na onze overdadige lunch van vanmiddag.
Op vrijdagochtend vertrekken we zonder ontbijt, aangezien het brood op is. Onderweg kopen we langs de snelweg ergens een paar croissantjes. Niks luxe en luieren vandaag, er staat een lange reis op de planning, want we moeten nog bijna 900 kilometer naar huis rijden. Niet allemaal vandaag, gelukkig,
We bezuinigen deze keer niet op de tolwegen, en rijden via Dole, Dijon, Troyes en Reims richting Laon. Het is gelukkig mooi weer, de wegen zijn goed en het is rustig, dus het rijdt goed door allemaal. Bij Troyes gaan we even de péage af om boodschappen te doen bij een grote Leclerc. We lunchen langs de weg bij een zonnebloemenveld en rijden dan weer door.
Rond 16.00 uur zijn we in Bourg-et-Comte op camping de La Pointe.
We wilden per se een plek waar nog iets leuks te doen is voor de jongens. Een CP met skatepark was niet te vinden in deze contreien, dus daarom hebben we gekozen voor deze camping met binnenzwembad. Een goede keuze zo blijkt. De camping is onlangs overgenomen en mooi opgeknapt, het zwembad is spik en span, de plekken zijn ruim en netjes, we hebben zelfs een picknickbank erbij.
De zon schijnt nog even en we kunnen lekker bijkomen en een frisse duik nemen. 's Avonds eten we heerlijke pizza's in het campingrestaurant.
Zaterdagochtend is het ook boven verwachting weer mooi weer. We ontbijten lekker buiten aan de picknicktafel. We hebben echt geen zin om naar huis te gaan, dus nog maar weer een extra kop koffie maken en de jongens nemen nog een keer een duik in het zwembad.
Pas tegen 12 uur rijden we uiteindelijk weg. We gaan eerst ruim 100 km binnendoor recht naar het noorden naar Mons/Bergen. Dat rijdt op zich best lekker door over grote binnenwegen, wel veel stijgen en dalen. De omgeving is ook best mooi, eerst heel wijds, met enorme graanvelden, later wat meer bossen en weilanden met koeien. Af en toe regent het een beetje, soms schijnt ook de zon.
Eenmaal in België gaat het flink regenen, zoals bijna altijd wanneer wij door België rijden. Bij Brussel is het nog een beetje druk met files, maar uiteindelijk zijn we rond half 6 weer thuis. Precies op tijd voor een patatje bij de plaatselijke Ping en Pong en met 2757 kilometer extra op de camperteller.
De Route des Grandes Alpes met een camper
Alles bij elkaar hebben we iets meer dan de helft van de Route des Grandes Alpes gereden, van Barcelonnette tot Le Grand Bornand. In totaal was dat 385 km. De Col de la Bonette hoort officieel niet thuis in de route des Grandes Alpes, maar is zeker de moeite waard om mee te pakken als je in de buurt bent. De officiële route loopt daar overigens over de Col d'Allos die zeker níet aan te raden is met iets dat groter is dan een buscamper.
Wij vonden het goed te doen met de camper, maar het is wel fijn als je al rij-ervaring in de bergen hebt, en van te voren zeker weet dat je camper het wel aankan. Wij hebben onze camper al zoveel laten doorstaan, en vorig jaar alle remmen laten vervangen, dus wij durfden het wel aan. Er zitten flink steile stukken tussen, veel bochten, smalle tunneltjes, dus heel wat uitdaging.
We hebben gebruik gemaakt van het ebook van Ruud Couwenhoven van Frankrijk Binnendoor. Dat is duidelijk geen camperaar, maar het biedt wel leuke achtergrondinformatie over de route. En voor die paar euro is dat toch leuk om bij je te hebben. Voor het gemak had ik de route vooraf gearceerd in mijn wegenboek, maar dat was eigenlijk niet nodig, want hij staat erg goed aangegeven onderweg.
Onderweg kom je langs veel campings en camperplekken, Park4Night is de ideale app om hiervoor in Frankrijk te gebruiken, hoewel Campercontact ook wel veel informatie gaf. Op P4N staan wat meer echt 'wilde' plekken, maar ook bijv. loosplekken en wasserettes zijn daarop aangegeven en dat is ook handig. Vaak kun je ook bovenop de cols overnachten met je camper, zoals wij deden op de Col de la Bonette. Ook op de Col d'Izoard, de Col du Latauret en de Col d'Iseran zagen we diverse campers die er overnacht hadden. Vooral een aanrader met warm en mooi weer, want zo hoog in de bergen is het 's avonds toch wel aardig koud. En met regen of zelfs natte sneeuw over die bochtige passen glibberen lijkt mij persoonlijk ook niet echt de vakantiesfeer verhogen.
Frankrijk en de Franse Alpen zelf zijn ons verder bijzonder goed bevallen. We hadden 3 weken lang heerlijk weer, niet te warm en niet te koud, het eten was lekker, de mensen waren over het algemeen vrij aardig, het verkeer was niet te druk en de natuur was indrukwekkend mooi. Ook alle pumptracks en skateparken die we onderweg tegenkwamen vielen in de smaak. Dit zal dus zeker niet de laatste blog zijn die zich in de Franse Alpen afspeelt!
Reacties
Een reactie posten