Al vroeg wandel ik de berg op naar het dorp, wat de bakker recht onder de kerk zit. Alleen zo vroeg dat er nog geen brood is. De bakker haalt wel net een lading ronde foccacia’s uit de oven, dus dan neem ik die maar mee voor het ontbijt. Het is nog niet zo heel heet en de wandeling is prachtig onder de strakblauwe hemel.
In Vinadio rijden we naar de plaatselijke
camping. Deze ligt naast een mooi oud fort, een klein meertje en de Stura die hier nog echt een beek is.
We krijgen een mooi plekje aan de speeltuin en de rand van de camping met grandioos uitzicht op de bergen. Het is nog niet eens 12 uur als we geïnstalleerd zijn.
We wandelen naar het meertje, bekijken het fort waar je zonder kaartje zo naar binnen kunt lopen. En dan halen we wat brood in het dorpje en een ijsje.
Na de lunch gaan we naar het meertje om te zwemmen en te zonnen. Het is niet echt lekker zwemwater maar we liggen daar wel lekker. Later gaan we nog even naar de beek, waar het eigenlijk leuker is. Thomas gaat er vissen, en het is diep genoeg om een beetje in te kunnen zwemmen, ook al is dat koud!
Omdat het plaatselijke restaurant al vol zat, toen we daar wilden reserveren, gaan de jongens pizza halen om bij de camper op te eten. Op de laatste avond in Italië moeten we tenslotte wel pizza eten.
Gisteravond is het nog even flink tekeer gegaan. We hoorden het al stevig onweren in de verte en er kwam een zwarte lucht aan. Het waaide ook vrij hard. Voor de zekerheid halen we alles binnen en draaiden we de luifel in. En toen ging het ook bij ons nog even los.
Zondagochtend is het gelukkig weer droog en zonnig. We blijven hier een dagje relaxen, zo ongeveer voor het eerst deze vakantie. Uitgebreid ontbijten, koffie drinken, zonnen, zwemmen, slapen, zwemmen, lunchen en nog maar eens zwemmen….
Het is warm maar niet te heet en heerlijk zonnig. De wetenschap dat Nederland in de regen zit, maakt dat we hier niet weg willen.
‘S avonds gaat de bbq aan en na de afwas nemen we nog een avondduik. Met wat sprokkelhout maken we een klein vuurtje in de bbq om marshmallows te roosteren. Ernaast staat een bak water waar ik net mijn haar mee heb gewassen en waar we straks onze voeten nog mee gaan doen, als we hem niet nodig hebben als bluswater ;)
Het is hier zo stoffig, alles zit onder een laagje grijs stof, dus voor het slapengaan moeten in elk geval de voetjes even schoon.
Op weg naar huis
Na een heerlijk pannenkoekenontbijt in de zon krijgen we het bericht dat Daniels opa nu toch is overleden. De begrafenis is zaterdag. Dat betekent dat we iets eerder naar huis moeten dan gepland.
Heel veel haast hebben we desondanks niet. Na het ontbijt nemen we nog een lekkere ochtend duik en dan hobbelen we onze klif weer af.
We rijden langs het meer naar Embrun waar we boodschappen doen. Vanaf daar volgen we de N94 richting Briançon. Dat rijdt lekker door en het is een mooie route. Eigenlijk wilden we onderweg nog even stoppen voor een picknicklunch, maar ach, het rijdt wel goed door en misschien kunnen we beter op camping Gravelotte lunchen.
Dat blijkt iets langer rijden dan verwacht en dan zijn ze nog vol ook. Balen! Ook de andere camping in het dorp La Grave is vol.
Er zit nog een kleinere camping onderaan de Col de Lautaret waar we net overheen gekomen zijn. Die lijkt volgens internet nog plek te hebben. Dat is ook wel zo, maar geen plek waar wij op passen ivm laaghangende boomtakken. Grrrr…. Inmiddels is het vier uur, hebben we nog niet geluncht en zijn we allemaal hangry (ondergetekende het ergst van allemaal)!
Onderweg kwamen we nog langs een klein vrijwel verlaten campingveldje. Dan die maar proberen. We snappen de aanmeldprocedure niet helemaal maar we zoeken gewoon een plekje. Al gauw komt een Duits sprekende vrouw naar ons toe. Het blijkt een verenigingscamping te zijn. We mogen hier wel staan, maar dan moeten we lid worden of een hoger tarief betalen, waar ze zich uitgebreid voor verontschuldigt, terwijl wij hier de brutale indringers zijn eigenlijk. Geen probleem, zelfs het hogere tarief is nog goedkoop en we zijn al lang blij met een plek. We mogen zelfs gratis de wasmachine gebruiken en dat is ook hard nodig!
Na de was en het officiële aanmelden wandelen we naar een mooi blauw meertje aan het eind van het dal. Om ons heen hoge bergtoppen met sneeuw, watervallen, een beek… wat is het hier weer prachtig.
Omdat we nog niet weg willen, besluiten we morgen nog een wandeling te maken naar een berghut verderop. Nog een keer even echt de bergen in, voor weer terug moeten naar de polder en de regen.
Van nationaal park tot speurtocht
Van iemand op de camping krijgen we de tip om naar de Refuge de l’Alpe de Villar d’Arrène te wandelen. Dat is een wandeling van ongeveer 1,5 uur, mooie route, niet moeilijk en met marmottengarantie onderweg. We zien ons al aan een kaasplankje op het terras in de zon zitten.
De camper parkeren we bij het meertje aan het eind van de weg. Het eerste stuk is vrij vlak langs de beek.
Maar aan het eind van het dal volgt uiteraard de berg. We klimmen flink omhoog, maar het is inderdaad een prachtige route. Langs een wilde beek, watervallen, boeken, rotsen en in de verte bergen met sneeuw. Het is niet zulk mooi weer, maar ook weer niet heel koud. Naarmate we meer stijgen wordt het wel frisjes.
Er lopen ook kuddes koeien rond, met grote hoorns. Erg fotogeniek en aantrekkelijk voor onze koeienjongen Thomas. Nog steeds dol op alles met horens en geweien 😊
We voelen de koude adem van een grote zwarte wolk letterlijk in onze nek, dus het laatste stuk lopen we flink door.
Als we bijna bij de hut zijn begint het te spetteren, gelukkig zijn we binnen voordat het echt losbarst en zijn we niet al te nat.
De hut, tja, hoe zeg je dat vriendelijk, valt een klein beetje tegen als je de gezellige gastvrije Oostenrijkse, Zwitserse of Italiaanse berghutten gewend bent.
Bij de ingang moeten onze schoenen uit en kunnen we slippers pakken uit grote rekken. Daarna komen we in een eetzaal die precies dat is…. Een grote donkere kale ruimte met lange tafels waar iedereen zijn zelf meegebrachte lunch zit op te eten. Alleen hebben wij die niet bij ons, want wij hadden dat kaasplankje voor ogen. Wat nu? Na 5 km klimmen hebben we best trek.
Gelukkig is er ook een soort kleine kaart waar je wat van kunt bestellen. De jongens krijgen een omelet en wij, jawel, onze kaasplank. Nou ja, veel sla en onherkenbare soorten worst en twee stukjes kaas. Maar hé, we zitten wel in een berghut aan een kaasplankje!
Na het eten is het gelukkig ook weer droog. Het toilet sla ik maar even over, ik ben niet zo goed in hurktoiletten. Omdat het nog steeds zwaar bewolkt is, inmiddels ook echt koud en er af en toe nog wat verdwaalde spetters rondwaaien in de stevige wind, wandelen weer op hoog tempo terug naar beneden. Zelfde weg, maar heel ander uitzicht. Gelukkig breekt even later de zon door en dan ziet de wereld er weer heel anders uit.
We pauzeren nog even in de zon bij een van de watervallen voor wat drinken en een koekje. Het laatste stuk hakt erin. Ergens ben ik niet zo scherp geweest. Een wandeling van 5 km klonk mij heel redelijk in de oren. Ongelofelijk dat het dan niet doordringt dat je diezelfde kilometers ook weer terug moet. De laatste kilometer gaat dan ook op het bekende tergend trage tempo van de laatste paar maanden, waarbij er ook geen gesprek meer te voeren valt omdat de woorden in mijn hoofd alle kanten op vliegen. Lekker rustig voor de rest, zullen we dan maar denken.
Als we terug zijn, willen we nog een stukje verder richting huis rijden. Niet te ver, want ook Daniël is moe en wordt geplaagd door zijn voet. We gaan richting Le Bourg d’Oiseans, waar we in de buurt een camping weten waar we ooit met een eenjarige David zijn geweest. Helaas… vol…. Net als alle andere campings in de buurt. Je kunt wel merken dat het hoogseizoen is én dat we hier in een enorm populair gebied zijn. Wat een gedoe! Camperplekken zijn er ook niet, alleen boven op de bergen bij Alpe d’Huez enzo, maar daar hebben we echt geen zin meer in.
Uiteindelijk vinden we een plekje op een kleine Engelse camping Ferme Noémie. Geen zwembad voor de jongens, maar we zijn al lang blij hiermee.
Daniël stuurt mij naar bed, omdat er nog steeds vrijwel geen zinnig woord uitkomt. Dat helpt, na een uurtje slapen ben ik weer wat beter te pas.
Bbqen mag hier niet, dus de hamburgers moeten vanavond maar in de pan.
Afscheid van de bergen
Zoals altijd valt het afscheid nemen van de bergen zwaar. Onze oplossing daarvoor is om nog 1 laatste keer de bergen in te gaan en pas aan het eind van de dag echt te vertrekken voor de eerste etappe huiswaarts.
Bij het opstaan liggen de bestelde flûtes al op de tafel, wat een service! Deze camping is echt wel een aanrader. Ontzettend aardige eigenaar (Engels ‘ik vertrek’ verhaal) , goed sanitair, hele goede WiFi bij de receptie, waar speciaal overdekte tafels voor je klaarstaan en dus ook een heel lekker brood dat nog thuisbezorgd wordt ook.
Het is nog niet zo zonnig als we hadden verwacht, maar we rijden toch naar Allemond, waar we de lift omhoog willen nemen. Dat is ook weer goed geregeld. Voor 11 euro per persoon op familietarief krijgen we een dagpas voor het gebied Oz-Vaujany, waarmee we tot 2800 meter hoog kunnen komen. Boven de 72 jaar is deze pas gratis in de zomer (voor de bejaarde lezers ;))
We nemen een hypermoderne gondel voor het eerste stuk, de Olle d’eau express. Die brengt ons naar het dorpje Oz-en-Oiseans. Van daaruit kunnen we met twee gondels verder omhoog. We kiezen de Alpette die ons naar ca 2000 meter brengt en die niet zo modern is en vervaarlijk kraakt en slingert onderweg. Eenmaal boven stappen we over op een grote gondel die eens per half uur naar 2810 meter gaat. Daarboven is het een heel stuk kouder dan beneden in het dal. Gelukkig hebben we truien meegenomen.
Met een wat duurdere pas kun je nog hoger naar de Pic Blanc op 3300 meter. Wij houden het maar hierbij, het is hier al hoog en mooi genoeg.
We wandelen naar een van de vele koude blauwe meertjes in dit verlaten kale rotslandschap.
Er liggen hier en daar verdwaalde plekjes oude sneeuw, maar sommigen zien er zo schoon uit, dat ze haast wel vers lijken. Dat vraagt om een sneeuwballengevechtje natuurlijk.
Aan de oever van het meer eten we onze lunch op, die we deze keer wel meegenomen hebben.
Daarna wandelen we weer omhoog, best zwaar, om de grote gondel terug te nemen.
Geen lange afdalingen vandaag, want we moeten straks nog een paar uur reizen.
Intussen is de zon alsnog doorgebroken en wordt het razendsnel prachtig mooi weer. Het middenstation ziet er zo mooi uit nu, dat we niet weg willen. Er is een restaurantje met een terras met ligstoelen waar we neerstrijken voor een laatste ijsje en drankje met grandioos uitzicht. Het is genieten en we drinken de omgeving nog gulziger op dan de koude cider.
Na een laatste wandelingetje langs het meertje hier, moeten we echt omlaag. Twee gondels verder is het flink warm en komen we een collega van Daniël tegen. Dat gebeurt elk jaar wel een keer, reislustige types, die leraren…
Eenmaal bij de camper begint de terugreis. Het rijdt lekker door en als we op de snelweg zijn, zoek ik een camping uit iets voorbij Lyon. Wijs geworden na twee dagen met afwijzingen, reserveer ik maar vast een plekje, zodat we zeker weten dat we er terecht kunnen. We willen graag even douchen na onze warme inspanningen, en met z’n allen in de camper douchen is niet echt ideaal.
De camping, Kanopée Village ligt mooi aan de Saone in het dorpje Trévoux, net iets ten noorden van Lyon. De plekken zijn groot, het is wel bijna vol en het sanitair is niet echt je van het, maar vooruit.
Er staat een pizzawagen buiten de camping, dus dat is makkelijk, want we hebben weinig eetbaars meer aan boord. Na het eten vallen er wat spetters, maar al snel is het weer droog en vrij zonnig zelfs. En goed warm ook, we missen de frisse Alpenavonden nu al.
Het leuke deel van de vakantie zit er wel op. Morgen en overmorgen wordt het slecht weer en moeten we nog ruim 800 km naar huis rijden. Niet onze hobby, maar ja, we hebben de Alpen wel tot het laatste uur uitgebuit!
In de regen huiswaarts
Bij het ontbijt zitten we nog heerlijk in de schaduw, want in de volop schijnende zon is het alweer aardig warm. Heerlijke verse dikke flûtes, een grote kan koffie en we zijn klaar voor een flinke rit.
Voor ons doen zijn er ook heel vroeg als we al om kwart over negen vertrekken. Al snel zijn we weer op de snelweg en het rijdt heerlijk door. Die Franse autobahnen kosten wat, maar dan heb je ook echt wat. Goede wegen, geen files, geen wegwerkzaamheden. Zo veel beter dan door Duitsland rijden.
Bij Beaune is het inmiddels bewolkt en bij Dijon regent het.
Tegen de middag verlaten we de snelweg even bij Langres voor boodschappen en tanken. Daniël doet een powernap, wij struinen door de ELeclerc.
Met een grote bak croissants en blikjes frisdrank gaan we weer verder.
Het is intussen koud, grijs en af en toe nat tot heel erg nat.
We willen graag een plek waar de kinderen nog even kunnen zwemmen, zoals altijd aan het eind van een lange reis. We rijden via Reims en Brussel en proberen het eerst in Rethel. Daar zit wel een mooi zwembad, maar het ligt in een niet zo fijne wijk, waar we liever niet willen overnachten en waar ook geen (afhaal)restaurant is.
Iets verderop zit een camping, die weliswaar geen al te beste reviews krijgt, maar wel een zwembad plus restaurant heeft. Op de gok rijden we erheen, in Signy l’Abbaye. Het ziet er op het eerste gezicht nog wel aardig uit, maar blijkt inderdaad wel wat aftands allemaal te zijn. En ontzettend nat. Het is meer een huisjespark met een klein veldje waar wij mogen staan. Heel drassig, we hopen maar dat we morgen weer weg komen.
Er is wel een binnenzwembad wat de jongens snel in springen.
Na het zwemmen gaan we uit eten. Het valt mee, ook al waren de verwachtingen niet zo hoog.
Al die tijd blijft het harder en zachter regenen. We hebben de luifel maar uitgedraaid om een beetje droog plekje voor de deur te creëren, hoewel de grond een moeras is. Wel wennen hoor en we hebben medelijden met alle mensen die al een paar weken in dit weer moeten kamperen. Onze vakantie is wel een beetje een vlucht voor de regen en een zoektocht naar de zon geweest, maar dit wil je toch ook echt niet.
Home sweet home
‘S ochtends is het zowaar droog en niet eens heel zwaar bewolkt. We ontbijten wel binnen, want buiten is een grote natte modderpoel.
Dat blijkt ook als we weg willen…. Vast met 1 wiel in de modder….
En 3,5 ton camper duw je ook niet zo even van z’n plek. We proberen het wel, leggen een mat en wat stokken onder het wiel, maar zonder succes. De receptioniste van de camping is ook niet erg behulpzaam. Op onze vraag of er misschien iemand met een grote auto of tractor een handje kan helpen, haalt ze haar schouders op: misschien vanmiddag…
Gelukkig krijgen we hulp van een complete Antilliaanse familie, bestaand uit beren van kerels met dikke spierbundels. We krijgen het heldere idee om de voorkant op te krikken en grind van het pad onder het wiel te leggen. Het valt niet mee, maar uiteindelijk lukt het om de modderpoel wat op te vullen met grind en een pallet die we uit elkaar halen. Met 6 man sterk (vergeet niet dat onze eigen David en Thomas langzamerhand ook heel wat gewicht en spieren in de strijd kunnen gooien) jutteren we de camper heen en weer en Daniël laat hem met veel beleid uiteindelijk voorzichtig de modder uitrijden. Iedereen zit er inmiddels onder, maar wij zijn weer vrij!
Opgelucht verlaten we deze camping. Qua camping stelt het niks voor, al heeft het zeker positieve kanten en hebben onze ik-vertrek-fantasietjes er in gedachten al heel wat van gemaakt. Te beginnen met enigszins verharde kampeerplekken uiteraard….
Via Charleroi en Brussel stomen we in 4 uur naar huis. Het weer valt reuze mee gelukkig en het verkeer ook. Helaas zit het er weer op. Wat vliegt zo’n vakantie toch altijd snel voorbij. Vooraf lijkt het heel wat, 3 weken weg, maar voor je het weet sta je de eerste van een hele rij wassen alweer in te laden in je eigen wasmachine.
Reacties
Een reactie posten