Doorgaan naar hoofdcontent

Wintersport met de camper: weekje Stubaital in Oostenrijk






Al dagen liggen er grote bergen kleding, beddengoed, sleetjes, helmen en andere wintersportspullen in een hoek van onze slaapkamer. Op donderdagavond 28 december, na de laatste werkdag van 2017, is het dan eindelijk zo ver. We vertrekken richting Oostenrijk, voor onze eerste wintersportvakantie met camper én met kinderen!

Het is heel rustig op de weg, geen spoor van een avondspits te bekennen. Rustig tuffen we richting Duitsland, onderweg eten we heel feestelijk bij de Burger King.
Om half 10 ’s avonds arriveren we op de geplande overnachtingsplek, in Rheinbach, net onder Keulen. Hier staan we op een groot parkeerterrein bij een groot zwembad net buiten het dorp. Er staat nog 1 ander klein campertje. Eerst is het nog wel wat druk op de parkeerplaats, met vertrekkende auto’s, maar vanaf een uur of half 11 wordt het wel rustig. We slapen hier dan ook heerlijk.

Vrijdag
Vrijdagochtend rijden we eerst langs een bakker voor wat verse broodjes en dan gaat het verder richting Oostenrijk. We hebben niet echt haast, want de camping die we gereserveerd hebben voor de komende week heeft toch pas vanaf zaterdag plek voor ons vrij. Het is vrij druk onderweg, maar het rijdt ook wel redelijk door. Bij Autobahndreieck Hockenheim staat het zoals gebruikelijk wel stil. Net op tijd verlaten we de snelweg om via de B9 een stuk binnendoor af te snijden. Dit gaat prima zo.
Ook tussen Pforzheim en Ulm op de A8 is het zoals altijd erg druk. Een akelige bochtige snelweg is dit, met eeuwige wegwerkzaamheden. Er ligt hier al veel sneeuw op de weilanden en in de bossen langs de weg. De weg zelf is wel perfect sneeuwvrij.

Het idee was om in Nesselwang te overnachten, waar een camperplek bij de skilift is. Je kunt er ook leuk rodelen en er zit een groot zwembad in het dorp. Maar het wordt zo laat dat we niet meer kunnen rodelen. Bovendien wordt er voor zaterdag sneeuw voorspeld en harde wind. We besluiten om even door te bijten en toch deze avond alvast de Fernpass over te steken. De andere kant op, van Oostenrijk naar Duitsland staat een enorme file, maar wij rijden over een vrijwel verlaten weg de bergen in.
De Fernpass ben je over voordat je het weet en we besluiten om in Imst een restaurantje te zoeken en te vragen of we daar op de parkeerplaats mogen overnachten. Dat lukt, we vinden een leuk restaurant in een buitenwijk. Van de eigenaar mogen we gerust na het eten op de parkeerplaats blijven staan, maar hij adviseert ons om even de straat iets verder in te rijden en voor de school te parkeren. Daar is het wat rustiger en de school is toch dicht in de vakantie. We eten echt verrukkelijk, de restauranteigenaar is heel gezellig en verwent de kinderen met snoepjes.
’s Avonds spelen we nog een paar potjes Uno en kwartet en dan is het toch wel bedtijd. Buiten begint het inmiddels flink te sneeuwen, dus we zijn blij dat we al aan deze kant van de bergen zijn aangekomen.

Zaterdag
Zaterdagochtend zijn we behoorlijk ingesneeuwd. Al om 5 uur worden we wakker van sneeuwschuivers die steeds langsrijden. Als we de gordijntjes opendoen zien we dat ze ons helemaal ingebouwd hebben met sneeuw. Hmmmm….. niet zo handig. Maar zij vinden ons waarschijnlijk ook niet zo handig, zo midden op de parkeerplaats die zij moeten leegschuiven.
Na het ontbijt willen de kinderen dolgraag naar buiten.   Ze houden een sneeuwballengevecht en bouwen een klein sneeuwpopje. Superleuk, om op je eerste echte dag al zoveel sneeuw te hebben!



Omdat we vroeg zijn en we nog niet gelijk naar de camping hoeven, besluiten we om even Innsbruck in te gaan. We parkeren bij de camperplaats aan de Hafen. Daarvandaan loop je in 20 minuutjes naar het centrum, over een wandelpad langs de Inn. Het is lang geleden dat we hier waren, en leuk om weer even door die kleine straatjes te wandelen. Overal staan en hangen poppen en tafereeltjes van sprookjes. De kinderen rennen van  het ene naar het andere tableau. In een straat staan ook allemaal grote reuzen, metershoog. Op het grote plein staan lachspiegels. De restanten van de kerstmarkt worden net opgeruimd, helaas.


Na een tijdje begint het te sneeuwen en we krijgen het flink koud. Dan is het ineens nog wel een eind teruglopen naar de camper. Uiteindelijk stappen we in een bus die langs de camperplek komt. We hadden beter gelijk op de parkeerplaats een busretourtje kunnen kopen in combinatie met het parkeerticket, nu zijn we duurder uit met alleen een enkele reis, maar ja. We komen wel warmer en droger bij de camper terug in elk geval.

Na een broodje gaan we nu toch echt op weg naar het Stubaital. Onderweg gooien we de LPG-tank nog even vol met 100% propaangas. Hier in Oostenrijk is het in de winter standaard 100% propaan, omdat butaan in koude temperaturen niet goed meer werkt. Het gas is ook nog eens veel goedkoper dan in Nederland, dus dat komt mooi uit.
In het Stubaital ligt veel sneeuw, dat hadden we al gezien op de weersvoorspellingen en de webcams de laatste weken. Er is in jaren niet meer zoveel sneeuw gevallen in deze periode, dus we treffen het echt enorm.

Het dal heeft meerdere kleine skigebieden: Schlick2000 in Fulpmes, de Stubaier Gletscher aan het eind van het dal, en nog wat hele kleine gebiedjes. Wij hebben gekozen om te gaan skieën in Fulpmes, dus daar huren we ook ons materiaal. Dat gaan we onderweg gelijk even ophalen, en dan direct ook maar vast de skipassen regelen. Met de camper komen we moeiteloos door het smalle dorpje bij de parkeerplaats van de gondel. We hebben het materiaal al vooral gehuurd via internet, dus dat is snel geregeld.
Het voordeel van dit gebied is dat de pistes niet al te moeilijk zijn. Bovendien zijn skipassen voor kinderen t/m 10 jaar gratis en ook het materiaal is gratis als wij zelf ook skies huren. Als je op dit soort dingen een beetje let bij de keuze van je vakantiebestemming, kan dat echt honderden euro’s schelen.

Als alles is geregeld, gaan we dan toch echt op naar de camping. Camping Stubai ligt midden in Neustift, iets dieper het dal in. De ligging is perfect, naast een grote supermarkt, in het  centrum van het dorp, naast de liften van het Elfergebied.
De camping zelf vonden wij niet heel bijzonder. Het was erg druk en vol. Er waren vooral veel campers, die heel dicht op elkaar moesten staan.
In de zomer hadden we absoluut geen 50 euro per nacht willen betalen voor de plek die wij kregen, naast de mesthoop tegenover de toiletten. Maar nu was het wel handig om zo dicht bij het sanitair te staan. Het sanitair zelf is een beetje gedateerd, maar wel heel schoon en ruim voldoende. Er is ook nog een kleine wellness, met sauna, whirlpool en stoombad. Daar heeft Daniël een paar keer gebruik van gemaakt.
Bovendien is er een grote droogruimte voor skies, schoenen en kleding en die was echt heel handig, zoals we later wel merkten.



De kinderen ontdekken al snel een klein heuveltje waar ze lekker vanaf konden glijden met de slees, terwijl wij de camper instelleren en boodschappen gaan doen bij de Billa.


’s Avonds koken we maar eens een keertje zelf, voor de vitamientjes en iedereen gaat op tijd naar bed om goed uit te rusten voor de belangrijke dag morgen.

Zondag
Uitslapen zit er deze week niet in. Om kwart over 7 gaat de wekker en om half 8 worden we definitief wakker gebeierd door de kerkklokken die ongeveer 50 meter van de camper afgaan. Tijd om op te staan!
We ontbijten in de camper en dan moet iedereen zich in zijn skipak hijsen. Gelukkig konden we onze skispullen en schoenen in een depot achterlaten bij de gondel, zodat we daar niet steeds mee hoeven te sjouwen. De skibushalte ligt op nog geen 200 meter van de camping en om 10 voor 9 gaat de bus. Deze eerste dag gaat alles gelukkig prima, de bus is niet al te vol, we kunnen zelfs zitten tijdens de rit van 20 minuten naar Schlick2000.

De bus zet ons af voor het skidepot en we halen snel onze spullen, trekken die lastige schoenen en aan en hobbelen naar de gondel om de bergen in te trekken. Bij het middenstation stappen we uit, de gondel zelf gaat nog een stuk hoger . Pal naast het middenstation zit de skischool. Het is hier ontzettend druk en chaotisch. Tientallen kinderen moeten ingedeeld worden in allerlei groepjes naar niveau. Er was mij verteld dat onze jongens omdat ze alle drie beginners zijn bij elkaar konden komen en dat er ook wel eens Nederlandstalige leraren zijn. Helaas is de praktijk anders. David komt in een groepje van kinderen van 10 jaar en ouder. Thomas en Jonathan komen in eerste instantie samen. Eigenlijk moet Jonathan in een groepje met kleinere kinderen, maar hij begint van schrik zo hard te huilen dat ze toch wel samen mogen blijven. Ook spreken de leraren geen Nederlands. De jongens zijn een beetje timide van al deze chaos en omdat het anders is dan wij ze hadden verteld.
Gelukkig zijn ze niet al te verlegen aangelegd en ze gaan wel allemaal op dezelfde oefenweide aan de slag. Omdat ze het toch wat eng vinden, blijven wij er een hele tijd bij. Het is ook leuk om te zien hoe ze beginnen. Met vallen en opstaan, zeg maar.



Het is prachtig weer en wij zitten heerlijk op een bankje in de zon koffie uit een thermosfles te drinken. De skileraren blijken wel ‘goed zo’ en ‘handchen op de knie’ in het Nederlands te kunnen zeggen. NA een uurtje glijden ze al heel leuk de oefenweide af.
Wij besluiten om dan toch ervandoor te gaan. Het is niet de bedoeling dat je de hele tijd blijft kijken en het gaat nu best wel goed met ze.
Ze blijven tussen de middag ook over bij de groep, en gaan dan met elkaar in een restaurantje eten. Daar hebben we voor gekozen, omdat ze niet bij elkaar zitten en dus waarschijnlijk ook niet altijd op dezelfde plek zullen eten. Bovendien is het in de middagpauze overal heel druk, en we weten niet of we wel genoeg tijd zullen hebben om samen met ze te eten als we ze eerst nog op twee locaties moeten ophalen en daar later ook weer op tijd moeten terugbrengen. Het is nu eenmaal niet altijd een kwestie van even ergens heen lopen. Soms moet je na het eten in een restaurantje eerst weer helemaal naar beneden skieën en met de lift weer omhoog om op de juiste plek terug te kunnen komen.



Wij vertrekken eerst even richting de makkelijke piste die iets verderop ligt. Ik heb al 10 jaar niet meer geskied, op wat lessen in Nederland de laatste weken na, en ik moet er wel weer even inkomen. Het valt niet mee…. Ik ben al niet zo sportief en ook duidelijk 10 jaar ouder dan de laatste keer dat ik op wintersport was, haha.

Na een paar keer op en neer te zijn gegaan met de sleepliften over de oefenpiste, wagen we ons in de gondel naar de top. Bovenop is het uitzicht werkelijk prachtig. Er zit hier ook een groot buffetrestaurant, waar we besluiten te eten. We moeten wel erg lang wachten en er is geen plek meer te vinden op het terras. Als we klaar zijn moeten we ons nog haasten om op tijd naar beneden te komen om de kinderen om drie uur weer op te halen bij hun les.

De afdaling is ruim 5 kilometer en met mijn ongetrainde benen een hele kluif. Ik besluit ter plekke dat dit niets gaat worden. Morgen is het nieuwjaarsdag en dan zijn de kinderen vrij, maar de rest van de week wil ik les. Met pijn, moeite en vooral veel angst kom ik de berg weer af en halen we de jongens weer op. Ze zijn helemaal enthousiast.

Ze hebben niet geoefend in het Kinderland, maar op een reserve oefenweitje, omdat het zo druk was. Nu willen ze graag nog even verder oefenen in het kinderland. Hier is een lopende band en de afdaling is iets langer dan op hun weitje. Ze komen al best aardig beneden en kunnen er niet genoeg van krijgen. Eigenlijk wil Thomas wel gelijk even de dalafdaling doen, maar ook die is best pittig. Zeker na een dag als vandaag, met lekker warm weer, zijn er beneden flinke sneeuwhopen en papsneeuw ontstaan en dan wordt het er niet makkelijker op. Dat vinden we dus niet zo’n goed idee.

Om half 5 nemen we een van de laatste liften naar beneden. We nemen de skibus weer terug naar Neustift. We hebben geluk, omdat hij er gelijk aan komt. De bus gaat maar 2x per uur, dus eigenlijk zouden we ons vertrek wel een beetje moeten plannen.

Oudejaarsavond is een beetje saai. We eten soep met brood, gevolgd door oliebollen. Iedereen is moe van deze dag en hoewel de kinderen dolgraag op wilden blijven valt de een na de ander toch in slaap. Zelfs papa ligt op een gegeven moment te snurken, dus ik zit geheel alleen de oudejaarsavond uit met mijn ereader.
Om half 12 begin ik iedereen maar weer wakker te maken . Dat valt nog niet mee, maar Thomas had me laten beloven dat ik hem desnoods met een nat washandje wakker zou maken. Vorig jaar kreeg ik hem ook al niet wakker en dat heeft ie me nog steeds niet vergeven.
Uiteindelijk is het washandje niet nodig, maar Jonathan is niet in beweging te krijgen. Die laten we dan toch maar slapen.

Op de camping komt iedereen om 12 uur naar buiten met champagne. Wij zijn de bubbels een beetje vergeten, maar dat mag de pret niet drukken. Ondanks de grote hoeveelheden sneeuw wordt hier ontzettend veel vuurwerk afgestoken. David vraagt zich hardop af of dit niet tot lawines gaat leiden, maar blijkbaar kan het wel. Er wordt niet heel veel geknald, maar voornamelijk prachtig en veel siervuurwerk.


De jongens willen natuurlijk wel knallen. Op de parkeerplaats van de supermarkt kunnen ze mooi hun gang gaan, daar zijn geen auto’s en genoeg ruimte om zich uit te leven.


Om half 1 is al het vuurwerk alweer voorbij. De rest van de nacht horen we ook eigenlijk niets meer. Net als de dagen hiervoor. Hier in Oostenrijk kan het dus blijkbaar wel, gewoon geen vuurwerk afsteken voor oudejaarsavond en ook niet meer daarna. Heerlijk, een verademing. Waar je in Nederland in de weken voor oud en nieuw al moet uitkijken als je langs een groepje jongens loopt of fiets om geen rotje voor je voeten te krijgen, houdt iedereen zich hier keurig aan de afspraken.

Maandag
Op nieuwjaarsdag kunnen we lekker uitslapen. Geen skiles, we hoeven nergens heen, heerlijk.
In de ochtend wandelen we even door het dorpje. Vlakbij is een schaatsbaan met daarachter nog een kleine oefenweide. Omdat we deze gisteren al gezien hadden, hebben we de skispullen van de kinderen meegenomen naar de camping. Zo kunnen ze mooi nog een uurtje oefenen. Dat doen ze maar wat graag. Van laarzen bouwen ze zelfs een slalomparcours en er ligt al een klein schansje in de weide waar ze enthousiast overheen schieten.



’s Middags gaan we naar de Elferlift. Deze zit niet in onze skipas, maar we kopen een middagkaartje voor het hele gezin voor 40 euro. Vanaf de Elfer gaan er namelijk 2 hele lange rodelbanen door het bos van 8 kilometer en die willen we allebei gaan uitproberen vandaag. We hebben maar liefst 4 sledes meegenomen op vakantie, dus iedereen heeft een eigen slee en Jonathan kan bij een van ons.
De eerste rit gaat via de Pinnisalm richting Neder-Neustift. Het is een prachtige route, door het bos, een diepe vallei in. Er ligt veel sneeuw, de baan is goed en we hebben de grootste lol. Sommige stukken ga je echt heel hard.


Het einde van de baan is op 1,5 km van de lift, maar er rijdt een paar keer per dag een speciale rodelbus terug naar de lift. Hij staat al klaar als wij aankomen, dus dat komt mooi uit. Ander is het 20 minuten lopen. Ook niet erg, maar dit is makkelijker.
We gaan weer naar boven en nemen dan de andere afdaling. Die komt achter de camping langs uiteindelijk en eindigt vlakbij de lift.




Deze route is een stuk hobbeliger. De mensen die sleetjes gehuurd hebben, hebben van die gevlochten matjes als zitting. Wij hebben allemaal harde houten slees en af en toe krijg je flinke optaters van de bulten en kuilen in het pad. Als we beneden zijn heeft Jonathan het helemaal gehad. Hij zat voorop en kreeg daarmee de volle lading opstuivende sneeuw over zich heen. Hij is nat en koud en moe. Ook Daniel heeft het wel gehad met de hobbels, maar de andere jongens willen dolgraag nog een keer. We kunnen nog net een keer mee naar boven en ik ga met ze mee.
Als we boven komen, is de zon al onder en ik maak me toch een beetje zorgen of we wel met daglicht terug zullen komen. De liftbediende haalt zijn schouders op en zegt dat we het wel halen.
Gauw weg dan maar. Het pad is inmiddels nog slechter geworden en ik heb al een beetje spijt van deze aktie, maar ja, we moeten door.
David verdwijnt al gauw uit mijn zicht, maar Thomas gaat niet zo hard. Hij is natuurlijk niet zo zwaar, dus hij maakt ook niet zoveel vaart. Ik moet constant op hem wachten, terwijl het langzaam donkerder wordt. We zien de kuilen niet meer zo goed en daardoor gaat het nog moeilijker.
Tot mijn grote opluchting gaan na een tijdje de lantaarnpalen langs het pad aan. Oh ja, dit is een verlichte rodelbaan! Wat een geluk, zeg. Zo is het wel weer te doen.
David heb ik al kilometers niet meer gezien. Ik hoop maar dat hij veilig beneden is gekomen en niet ergens in een ravijn is gestort en ligt te jammeren om zijn moeder, terwijl ik met een noodgang langs kom suizen…
Bijna aan het einde is de baan op zijn slechtst. Hier zijn kuilen van meer dan een meter diep. Een paar mensen voor ons lopen, in plaats van sleeën. Ik stap ook maar af omdat ik bang ben om tegen ze aan te botsen. Omdat het erg glad is en steil, ga ik onderuit en ik val erg hard op mijn schouder. Auw!!!!!
We halen zo snel mogelijk de wandelaars in en leggen het laatste stuk in een sneltreinvaart af, terwijl ik mijn arm amper kan bewegen. David zit gelukkig beneden ongeduldig op ons te wachten.

Terug op de camping gaan we gauw lekker warm douchen. Mijn arm doet niet veel meer. Ik hoop maar dat het morgen weer wat beter gaat want ik kan me amper aan- en uitkleden zo.
’s Avonds gaan we uit eten in het dorpje. Lekker makkelijk.

Dinsdag
Met mijn arm gaat het nog niet erg, maar we staan vroeg op en vertrekken weer naar Fulpmes.
Ik regel ook les voor mezelf, omdat ik het nu al helemaal niet meer vertrouw.
Ik kom in een hele grote groep met licht-gevorderden terecht. We gaan eerst even van de grote oefenpiste. Halverwege de eerste afdaling wordt de groep al gesplitst. Ik kom met een stuk of 6 anderen in een iets verder gevorderd groepje. Wij vertrekken direct door naar boven, terwijl de eerste groep op de oefenpiste blijft.
Mijn nieuwe leraar heet Martin en is eigenlijk boer in het dorpje Fulpmes. Dit is een bijbaantje voor hem in de winter. Hij zet er flink vaart achter en we gaan gelijk allerlei rode pistes af. Oeps, dit was niet helemaal mijn bedoeling. Gelukkig leer ik onderweg ook nog wel aardig wat en wat ik ooit wist komt ook wel weer terug.
De lessen duren van 10 tot 12, dus ’s middags kan ik met Daniel op stap. Gelukkig heb ik tijdens het skieën niet zoveel last van mijn arm. We eten samen in een restaurantje langs de dalafdaling, Froneben Alm genaamd. Hier zijn de prijzen veel prettiger dan in het bergrestaurant. Het uitzicht is mooi en we worden hier lekker aan tafel bediend.
’s Middags ga ik een paar keer de oefenpiste af om gewoon weer even goed het gevoel terug te krijgen.
De kinderen zijn nog op hun oefenweitje, maar David is ook al bezig op deze oefenpiste.
We gaan dus allemaal goed vooruit. Daniel vermaakt zich het grootste deel van de tijd zelf. Hij gaat elk jaar op wintersport, dus hij kan het veel beter dan ik. Hij vindt het wel leuk om samen op pad te zijn, maar in de praktijk moet hij vaak op mij wachten, omdat hij veel harder gaat en ook minder pauzes nodig heeft om bij te komen.

Woensdag
’s Ochtends is het nog wel aardig weer, maar in de loop van de dag trekt het flink dicht. Het is mistig en uiteindelijk gaat het ook nog sneeuwen. ..
We staan heel lang te wachten op de bus. De eerste bus die langs komt rijdt gewoon door omdat hij vol is. Op het bord staat dat er snel een volgende bus komt, maar de eerstvolgende die stopt is gewoon een half uur later de volgende van de dienstregeling. Slecht! We horen dat de gletscher is afgesloten vandaag, dus iedereen komt nu naar ons gebiedje toe. Vandaar de enorme drukte. Normaal skieën er 8-10.000 mensen per dag op de gletscher. Als er daarvan maar 2.000 extra naar Schlick komen, dan is het natuurlijk al enorm veel meer.
 
Na mijn les ga ik op de oefenpiste kijken, waar nu al onze kinderen bezig zijn. David gaat al met de sleeplift, de andere jongens mogen met de pannenkoeklift. Ik wil ze filmen, maar het is te mistig en te sneeuwig om ze goed in beeld te krijgen.






Na een tijdje krijg ik het ook te koud en laat ik me weer naar boven slepen, waar ik met Daniel in het restaurant heb afgesproken. We warmen lekker op met chocolademelk.
De kinderen hebben aan het eind van hun les een feestje in het Kinderland. Ze doen gekke dansjes en bekogelen hun meesters en juffen met sneeuwballen. Tenslotte krijgen ze nog limonade en een koekje. Ze vinden het helemaal geweldig.



Na het feest gaan we gauw terug naar huis. Iedereen is koud en nat en moe. Eigenlijk wilden we nog gaan nachtrodelen, maar niemand heeft zin om weer die kou in te gaan. We besluiten om lekker een paar uurtjes te gaan zwemmen in het overdekte zwembad in Neustift en daarna iets te eten te halen.
Met de gastenkaart hoeven we maar 14 euro te betalen voor het zwembad, dus dat valt erg mee. Er is een leuke glijbaan, een buitenbad en een binnenbad. Het is niet zo groot, maar heerlijk warm en ontspannen om in het warme water te drijven.
Naderhand halen we broodjes Kebab die we in de camper opeten. Lekker makkelijk weer. Iedereen eet tussen de middag al warm, dus ik heb niet veel zin om ’s avonds nog uitgebreid te koken. We zijn ook allemaal elke avond echt moe. Voor de vitamines zet ik er elke keer wat tomaten, komkommer en sla bij en als toetje eten we fruit. Het is vast niet ideaal en volgens de schijf van vijf, maar voor een weekje zullen we dit dieet vast wel overleven.

Donderdag
Als we wakker worden ligt er al een flinke laag sneeuw en sneeuwt nog steeds. De bus zit weer vol, maar gelukkig stopt er een andere buschauffeur. Die gaat niet helemaal tot aan de liften, maar in elk geval wel naar Fulpmes. In het centrum stappen we uit en dan komt er al snel een andere bus die wel naar boven gaat. Zo komen we nog op een redelijke tijd aan.
Bij het depot en de lift is het ook erg druk, dus we komen uiteindelijk toch veel te laat boven voor de lessen. Daniel brengt de jongens weg en ik kom onderweg mijn skigroepje al tegen. Die waren dus ook al op weg. Gelukkig kon ik nog aansluiten.
Het lijft de hele dag hard doorsneeuwen. Er ligt een behoorlijke laag verse sneeuw en dat is toch wel even wennen. Het zicht is ook erg slecht. Voor mij als beginner –plus valt het niet mee. We nemen een paar keer dezelfde rode piste, waar het gelukkig erg rustig is. Ons groepje is ook uitgedund, we zijn nog maar met z’n vieren. Als we maar een beetje in elkaars sporen blijven dan gaat het wel.

De kinderen geven niets om de harde sneeuwval en gaan net zo enthousiast door met hun lessen. Op de oefenweide ligt intussen zeker 20-30 cm losse sneeuw en op die korte beentjes gaan ze tot hun knieën door de sneeuw om vooruit te komen. Ze skieën zonder bril, want met bril zien ze helemaal niets en ze gaan toch niet erg hard.




In de middag worden ook de bovenste pistes bij ons afgesloten, vanwege lawinegevaar. We horen dat elders in Oostenrijk, en vooral Frankrijk er nog veel meer sneeuw aan het vallen is. Het stormt ook flink boven en later zien we filmpjes van stoeltjesliften die enorm heen en weer slingeren. Gelukkig hebben wij dat niet meegemaakt.
De kinderen zouden vandaag hun eerste dalafdaling maken, maar dat gaat helaas niet door. Het is te druk op de dalafdaling en de condities zijn er ook niet geschikt voor.

Vrijdag
Alweer de laatste dag. We staan extra vroeg op om de camper klaar te maken voor vertrek. Dat gaat allemaal vrij vlot, het afrekenen hebben we donderdagavond al gedaan, dus op dezelfde tijd als normaal rijden we richting de liften.


We parkeren nu natuurlijk wat lager, dus we moeten iets verder lopen. Onderweg komen ons heel veel mensen tegemoet die teruglopen. Wat nu weer?
Het blijkt dat de lift nog gesloten is, i.v.m. de gecontroleerde lawines die momenteel in gang worden gezet boven in de bergen. Het is vandaag schitterend weer, maar er is zoveel sneeuw gevallen dat eerst het lawinegevaar verkleind moet worden.
Om half 10 gaat de lift eindelijk open en dan moeten er enorme hoeveelheden mensen vervoerd worden. Pas om half 11 staan we eindelijk boven. Gelukkig had iedereen hetzelfde probleem dus mijn skileraar is nog aanwezig en de kinderen hebben ook nog niets gemist. Zij hebben vanochtend al hun afsluitende wedstrijdje en daarna nog gewoon les. Ik moet de wedstrijd missen, omdat ik zelf ook les heb, helaas. Daniel belooft om alles goed te filmen.








Wij gaan gelijk door naar boven en doen daar een aantal rode pistes. Het gaat best goed, parallelskieën lukt ook al heel aardig. De rode pistes komen allemaal uit op 1 blauwe piste die terugleidt naar het middelstation. Dat stuk van die blauwe piste is echt heerlijk. Niet steil, niet moeilijk, breed, hier kan ik echt ontspannen skieën.
Eindelijk, na een week, gaat het weer echt lekker zoals vroeger. Jammer dat de vakantie nu net is afgelopen.

Daniël en ik lunchen samen in Froneben Alm, waar Jonathan en Thomas ook zijn. David is niet hier, maar blijkt later in Bruggeralm gegeten te hebben.

Na de lunch doen we nog een keer de dalafdaling en dan nog een keer helemaal naar boven. Onderweg komen we David en zijn groepje tegen die ook de lange blauwe piste aan het afleggen zijn. Het ziet er superleuk uit, en een hele aparte gewaarwording om je kind onderweg tegen te komen. Ik haal zijn groepje een paar keer in en film hem dan als hij voorbij komt.


De andere kinderen hebben vanmiddag voor het eerst de sleeplift op de oefenpiste gedaan, zodat zij nu ook een wat langere afdaling kunnen maken.
Ze krijgen na de lessen allemaal een medaille, een foto en een oorkonde. Ze hebben echt veel geleerd in deze week.



We vonden de groepjes wel wat groot, hoewel die in de loop van de week ook steeds kleiner werden. Maar zeker het groepje van Thomas en Jonathan schoot niet erg op. Er zaten veel kleintjes in die om de haverklap moesten plassen. Jonathan zelf was er net zo goed een van, maar hoe meer van die kinderen er zijn, hoe meer de hele groep opgehouden wordt natuurlijk. Achteraf had Thomas makkelijk in een ander groepje met wat grotere kinderen gekund, maar hij heeft er niet echt over geklaagd en het was voor Jonathan wel fijn dat ze bij elkaar zaten.

Als alle lessen voorbij zijn, wordt het tijd om te gaan. We willen nog een stukje van de terugreis alvast afleggen vandaag. Alvast weer de Fernpass over i.v.m. de te verwachten drukte morgen. Thomas wil dolgraag nog de dalafdaling doen. Jonathan wil het ook, maar David is echt te moe om nog een paar kilometer naar beneden te kunnen skieën. We moeten ons dus opsplitsen. Daniël ziet het helemaal niet zitten om Jonathan mee te nemen, dus hoe hard hij ook huilt, hij moet met David en mij met de lift mee. Thomas mag samen met papa voor het eerst en het laatst de echte piste van de dalafdaling afleggen.
Dat gaat prima, hij valt maar een paar keer onderweg en dat is geen wonder, want de kwaliteit van deze piste gaat in de middag erg achteruit altijd. Veel hopen en bulten en papsneeuw.
We leveren vlot ons gehuurde materiaal in, brengen de keycards terug voor het statiegeld en dan zit het er echt op. In de camper kleden we ons om, de skibroeken kunnen in de garage opdrogen. We hebben heel handig een uitgang van de verwarming in de garage zitten, dus het wordt daar gewoon lekker warm genoeg om natte skikleren op te laten drogen.

We laten het besneeuwde Stubaital en de zon achter ons. Tegen de tijd dat we afgedaald zijn naar Innsbruck ligt alles onder een dikke laag mist. Rondom Innsbruck is er ook geen sneeuw meer te bekennen. Het blijft de rest van de middag mistig en bewolkt. Pas bij zonsondergang zien we heel in de verte avondrood tegen de bergen ontstaan.

Weer rijden we in het donker de Fernpass over. Het is gelukkig niet glad, en ook niet al te druk, dus het gaat weer erg vlot allemaal.
Via de Campercontact-app heb ik al een restaurant gevonden waar we ook mogen overnachten, in Bichlbach.
We worden vriendelijk ontvangen. Er is een hoop speelgoed aanwezig en ze hebben lekkere kindermenu’s. De parkeerplaats is achter het restaurant. Er ligt hier wel weer veel sneeuw, dus we zetten de camper op goed geluk maar een beetje aan de zijkant neer. Er loopt ook een treinspoor langs, maar we horen maar 1x een trein voorbijkomen tijdens ons verblijf. Daar heb je dus geen last van. Verder zijn hier geen voorzieningen.



Zaterdag
Vandaag wacht ons alleen maar een lange lange reis. We vertrekken bijtijds, in de hoop dat we zo een beetje voor de files uitrijden. En dat blijkt te werken. We leggen ruim 600 km af, maar we hoeven maar 2x langzamer te rijden en dat is vanwege korte wegwerkzaamheden. Deze keer nemen we de route via Würzburg en dan de A3 op. Die weg langs Stuttgart vinden we echt waardeloos, afgelopen zomer hebben we daar ook al zo lang in de file gestaan.
Halverwege willen we nog even boodschappen doen. De kinderen willen ook nog graag naar een Real of Kik, omdat ze daar goedkoop Hotwheelsautootjes kunnen kopen. Helaas helaas…. 6 januari blijkt een feestdag in dit deel van Duitsland te zijn en alles is gesloten.
Gelukkig kunnen we nog wat broodjes kopen bij een benzinestation, dus honger lijden hoeft niet. Maar een voorraadje Spätzle en Duitse wijn kopen zit er vandaag niet in.

We overnachten in Oberhausen bij de Marina. Hier zit een camperplek, waar je eigenlijk ca € 10 voor moet betalen. Wij komen nogal laat aan en de havenmeester is al weg. Nou ja, misschien is hij er morgen wel. We kunnen in elk geval staan.
Deze camperplek ligt pal langs de snelweg en een kanaal, maar ook tussen allerlei attracties als Seaworld, een groot zwembad, Centro, Legolang en de Gasometer. Er is hier van alles te doen dus.
Wij hebben er een beetje een gewoonte van gemaakt om na zo’n lange rit een camperplek bij een zwembad op te zoeken. Dan kunnen de kinderen hun energie kwijt en bovendien zijn we dan gelijk allemaal fris gedoucht. We gaan dus naar het zwembad. Het is een leuk bad, helemaal ingericht in mijnbouwstijl. Het is niet goedkoop, we betalen 25 euro voor 2 uur, maar er is veel te doen. 2 hele gave glijbanen, bubbelbaden, een duikplank, een buitenbad. We komen bijna nog tijd te kort.

We wilden eigenlijk in het zwembad eten, maar vanwege de korte tijd besluiten we toch maar om naderhand te gaan eten. Het is dan al 8 uur geweest, dus het wordt wel laat zo. Buiten Centro zitten nog allerlei eettentjes die open zijn en op verzoek van Jonathan gaan we naar het Pfannkuchenhaus. Gelukkkig hebben ze hier ook lekkere schnitzels.
Inmiddels hakt de dag er wel in, en halverwege het eten valt Jonathan aan tafel in slaap. Daniel draagt hem terug naar de camper, waar hij zonder mankeren verder slaapt. De andere jongens gaan ook gelijk naar bed. Wij zijn ook moe en we maken het niet erg laat.

Zondag
Vanochtend gaan we in Gelsenkirchen naar de samenkomst. Het is maar een half uurtje rijden en we zijn mooi op tijd. We mogen eigenlijk met onze camper niet van de snelweg af in het Ruhrgebied, omdat we geen groene milieusticker hebben. Die krijgen we ook niet, want onze camper is te oud.  Maar volgens onze vrienden wordt er niet erg op gecontroleerd en het gaan dan ook goed. De camperplaats lag vlakbij de afrit en ook in Gelsenkirchen hoeven we niet ver te rijden.
We kletsen naderhand nog even bij met onze vrienden die daar wonen, bij een lekkere kop koffie. Helaas kunnen we niet al te lang blijven, want we moeten vanmiddag nog alles uitpakken en de camper schoonmaken.

In 2,5 uur rijden we door naar huis. Daar wacht ons de gebruikelijke deceptie na een vakantie: enorme bergen wasgoed (waar ik uiteindelijk tot en met vrijdag mee bezig ben om ze weg te werken), een smerige camper en een hoop spullen om weer uit te pakken en op te bergen.

Maar we hebben wel een superleuke week achter ons. De kinderen hebben leren skieën, ik heb het weer opgepakt na 10 jaar, we hebben geprobeerd hoe het is om met de camper op wintersport te gaan…

Met de camper op wintersport
Over dat laatste zijn de meningen hier thuis verdeeld. Voor de reis is de camper ideaal. Je kunt de rit makkelijk in stukjes knippen, omdat je je huis bij je hebt. De kinderen hebben de ruimte onderweg, je kunt alle bagage makkelijk meenemen, bijvoorbeeld onze vier slees.

Maar ter plekke werden we regelmatig knettergek van elkaar. Probeer maar eens om ’s ochtends iedereen zich in korte tijd aan te laten kleden in zulke omvangrijke kleding als skipakken. En waar laat je al die troep? Uiteindelijk kozen we er voor om af en toe de kleding achter te laten in het drooghok, van de camping, maar dat was ook best vol. Dan liepen we in ons thermo-ondergoed naar het drooghok en kleedden we ons daar verder aan.
Bovendien zit je veel binnen tijdens wintersport. Overdag is iedereen weg, maar als we tegen vier uur terugkwamen was iedereen koud en moe en zaten we met z’n allen de hele avond op een paar vierkante meter. Eten koken is ook niet echt handig voor 5 personen op 2 pitjes met 1 vierkante meter bewegingsruimte. Dat deden we dus ook niet elke dag ;)

Het gedoe met die skibus was ik ook na een paar dagen wel zat. Hij ging maar 2x per uur en zeker aan het eind van de week toen de bussen soms vol zaten was dat te weinig. Met wat geluk konden we dan nog meerijden, opgepakt als sardientjes in een blikje, maar soms reden de bussen ook gewoon door.
En als je terug wilt en je moet een half uur wachten op de bus is dat ook niet echt fijn. Met een auto heb je veel meer vrijheid. Maar de camper ga je niet elke dag helemaal meenemen (stroom afsluiten, bedden ombouwen, alle losliggende spullen wegbergen). Het lijkt me wel leuk om later als de kinderen goed kunnen skieën een rondritje te maken langs verschillende skigebieden en dan gewoon bij de liften te overnachten of zo. Elke dag of elke 2 dagen een stukje verder rijden naar een ander gebied. Dan is het wel weer ideaal om een camper te hebben. Of een gebied waar de camping aan de piste of naast de lift ligt, zodat je dat gedoe met die skibus kunt overslaan.

Qua verwarming is het ons meegevallen. We hebben 5 lampjes om het gasniveau aan te geven. In de LPG tank gaat ongeveer 50 liter. Aan het begin van de week hebben we de tank helemaal gevuld. Tijdens wintersport is het aan te bevelen om in plaats van de normale Nederlandse LPG (bestaand uit een deel butaan en een deel propaangas) 100% propaan te tanken. Butaan werkt niet goed op lagere temperaturen. In Nederland kun je het hier en daar wel krijgen, maar in Oostenrijk tank je standaard propaan in de winter.
Aan het eind van de week, toen we thuiskwamen waren er nog 3 lampjes aan. En dan is de kachel de hele week aan geweest, overdag op ongeveer 10 graden en ’s avonds en ’s nachts dik boven de 20 graden omdat we allemaal op moesten warmen. We hebben het geen moment koud gehad in de camper. Wel hebben wij losse stukken vloerbedekking die we in de winter op de grond leggen. Dat scheelt ook enorm in de warmte.
Tijdens het rijden is het wel lastig om achterin te verwarmen. Voorin zetten we gewoon de autoverwarming aan, maar die komt niet echt tot achterin. En tijdens het rijden doen we niet de gasverwarming aan. Meestal stookten we voor vertrek de verwarming even flink hoog op zodat het in elk geval lekker warm was. En dan hield de autoverwarming het wel redelijk bij. Wij zaten dan flink te zweten voorin, maar achterin hadden ze het gewoon lekker.

De vuilwatertank was wel bevroren, ondanks het zoute water dat we erin gedaan hadden. Maar die is onderweg naar huis ook weer gewoon ontdooid. De schoonwatertank heeft geen probleem gehad.

We hadden 3 isolatiedekens voor auto’s over de voorruit gelegd op de camping. Dat werkte heel goed. Niet alleen voor kou en aanvriezen, maar het scheelde ook erg in het vocht tegen de voorruit aan de binnenkant. De ruiten besloegen helemaal niet, terwijl dat tijdens de overnachtingen onderweg wel gebeurde.
Overdag lieten we wel een raampje op de ventilatiestand staan om eventueel vocht een beetje kwijt te kunnen raken.

Achteraf denk ik dat ik het toch wel weer zou doen, maar op het moment zelf heb ik er soms wel flink van gebaald dat alles zoveel gedoe was en zo krap was. In een huisje heb je toch heel wat meer comfort. En een hotel met ontbijt en diner lijkt me helemaal heerlijk.
Maar ja, dan ben je niet voor 300 euro klaar in een hoogseizoenweek.  En het was ook wel heel gezellig en leuk om met ons campertje in de sneeuw te staan. Hij heeft het ook zo goed doorstaan allemaal, leuk om te weten dat het kan.
Om eerlijk te zijn staat er alweer voorzichtig een herhaling in de planning. Een lang weekend Sauerland of Harz in de voorjaarsvakantie lijkt ons ook wel een leuk idee. En dan nemen we toch maar weer die camper mee, waarschijnlijk.

Kinderen en wintersport
Nog een paar praktische tips voor wie met kinderen op wintersport gaat:
-        Neem alle kleding dubbel mee, vooral handschoenen, sokken en thermo-ondergoed. Met name handschoenen drogen niet goed op in 1 nacht als ze echt flink nat zijn geworden.
-        Zoek een skigebied uit waar kinderen gratis skipassen of materiaal krijgen of waar de lessen goedkoop zijn. Wintersport is echt peperduur, zeker met kinderen en in het hoogseizoen en hiermee hebben wij honderden euro’s bespaard. Op www.wintersporters.nl  kun je heel makkelijk zoeken op dit soort criteria. Ik had nog nooit van het Stubaital gehoord, maar heb het zo ook gevonden.
-        Als je kinderen lessen in een bepaald gebied, is het vaak niet nodig om de meest uitgebreide skipas te kopen. Wij konden kiezen tussen een skipas voor alleen Schlick2000, die 200 euro kostte of een Stubaier Superskipas (of zoiets) die 250 euro kost. Omdat onze kinderen lesten in Schlick, had het voor ons geen zin om die duurdere pas voor het hele dal te nemen. Met die duurdere pas hadden we dan ook wel kunnen rodelen en ook het zwembad was inclusief, maar het verschil kon voor ons wel uit.
-        Als je kinderen lessen, laat ze dan overblijven. Wij betaalden 11 euro per kind per dag extra. Dan hadden ze een uur opvang, een maaltijd en een drankje. Voor de maaltijd en het drankje zouden we in de meeste gevallen al minimaal 9-10 euro extra per kind kwijt zijn geweest, als ze met ons mee hadden gegeten. Bovendien aten ze niet altijd op dezelfde plek, dus logistiek zou het erg lastig zijn geweest om ze allemaal op te halen om samen te eten.
Zelf brood meenemen is natuurlijk veel goedkoper, maar wel een heel gesjouw. Voor 5 mensen brood smeren, drinken meenemen en dan ook nog een plek vinden waar je allemaal kunt zitten om het op te eten is best wel een gedoe. Zeker op die paar dagen dat we zoveel sneeuwval hadden. Dan wil je echt niet buiten op een bankje of een bult sneeuw zitten picknicken.
Het eten dat ze krijgen komt uit restaurants, dus de kwaliteit is wel goed. Over de vitaminewaarde valt te twisten, maar dat kun je bij het avondeten wel weer goedmaken. Ze vonden lang niet alles lekker bij ons, maar ik heb nou eenmaal een beetje kieskeurige eters. Ze kregen een keer pizza, patat, pasta, bami, tosti’s, dus geen gekkigheid.
Ze kregen bij ons trouwens halverwege de ochtend- en middagles ook nog een keer een bekertje ranja.
-        Wat ik hiervoor ook al schreef: kies een camping dichtbij de liften en bespaar jezelf de ellende van de skibus. Wij hadden nog het geluk van een depot, maar anders moet je ook nog eens al die skies meesjouwen op die ellendige skischoenen. Onze oudste twee konden zelf hun skies dragen, maar die van onze jongste namen wij erbij. Een hoop gekluns…. Laten we het daar maar op houden.





Reacties

Populaire posts van deze blog

Route des Grandes Alpes

  Op donderdag 5 augustus is het eerst tijd voor hard werk: huis helemaal schoon achterlaten i.v.m. logees in onze vakantie, laatste werk afronden, camper inpakken. Aan het eind van de middag zijn we klaar voor vertrek en is het zover: tijd voor ons rondje Route des Grandes Alpes in Frankrijk. We zijn bepaald geen Frankofielen, dus we hopen er maar het beste van. De keus is dit jaar op Frankrijk gevallen, omdat Duitsland op het moment van ons vertrek ontzettend moeilijk doet over coronatesten bij kinderen die geen coronapaspoort hebben. En dat geldt voor onze jongste. Het geluks-/pechvogeltje is de enige bij ons thuis die nog geen corona gehad heeft, en heeft in de tijd dat het in ons gezin heerste zoveel teststokjes in zijn neus gehad, dat hij vanaf toen categorisch weigert om zich ooit nog te laten testen. Een kind met ruggengraat dus! En omdat wij hem groot gelijk geven, moeten we onze vakantie daar een beetje omheen plooien. Geen coronatesten dus om ergens naar toe te mogen. Fran

Zomer in Zweden

Zoals altijd ondergaan onze reisplannen op het allerlaatste moment een radicale wijziging. In plaats van naar Polen, Slowakije en het Tatragebergte, de enige plek in Europa waar het deze zomer al steady wekenlang regent, vertrekken we op een bloedhete vrijdagmiddag richting Zweden. Al jaren willen we deze kant op, maar steeds werden we tegengehouden door slecht weer of gebroken benen. Nu grijpen we onze kans. Het is er mooi weer, het ligt op de route aangezien we onze kinderen in Drenthe moeten ophalen en we gaan ervoor! Na een warme rit pikken we de jongens op in Hollandscheveld en dan rijden we door naar camping  Wilsumer Berge , net over de grens in Duitsland. Het is een gigantisch park, waar iemand met een auto ons onze plek wijst. Eigenlijk houden we hier niet zo van, maar vooruit, voor een nachtje overleven we het vast wel. Na de afgelopen droge weken is het gras hier kurkdroog, de hemel diepblauw en tussen de bossen en heuvels lijkt het alsof we al heel ver weg zijn. De

Zomervakantie 2023: Frankrijk, Zwitserland en Italië, dwars door de bergen

Le Roptai, Ardennen Een paar uur later dan gehoopt vertrekken weer thuis, met achterlating van een brandschoon gepoetst huis, richting ???? Om vrijwel direct aan te sluiten in de file naar het zuiden. Anderhalf uur later zijn we nog niet eens bij Dordrecht…. Het staat gewoon stil, echt stil…. Gelukkig rijden we daarna alsnog redelijk door. Uren later strijken we neer op camping Le Roptai in Ave-et-Auffe in de Ardennen. Toevallig staat er ook een klasgenootje van Jonathan op ons veld! We eten patat en hamburgers bij de camping snackbar. Het is een beetje oude boel , maar je ziet duidelijk dat ze het aan het opknappen zijn, nieuwe speeltuin en de kampeervelden en sanitair zijn dik in orde. Vooral veld D geeft mooi uitzicht, maar wij staan op E. Van Metz tot Moezel We ontbijten met wat spetters regen en zijn dan snel weer op weg. Het is gelukkig nog niet erg druk. Met brandend brandstoflampje bereikten we het eerste tankstation in Luxemburg, maar de wachttijden zijn zo lang, dat we no