Doorgaan naar hoofdcontent

Rondje Midden-Europa, 4 weken, 10 landen



Het wordt een lange zomer!

We starten met een weekje op een camping in Stellendam met vrienden. Ik moet zelf nog werken deze week, maar de reistijd met de auto naar kantoor is nauwelijks langer dan met de fiets vanaf thuis, dus ik kan mooi een weekje forenzen en ben elke avond op vakantie.

Na deze week volgt een razendsnelle wasmarathon, zodat de mannen op maandagochtend alweer kunnen vertrekken met de camper richting Oostenrijk. We willen bergen dit jaar, veel bergen, die we vorig jaar in Zweden toch wel een beetje gemist hebben.

De jongens zijn blij als ze na 2 flinke reisdagen neerstrijken op camping Lackenhäuser in Neureichenau, in het uiterste zuidoostelijke puntje van Duitsland, tegen de grenzen van zowel Oostenrijk als Tsjechië aan.

Voor mij volgt nog 1 week van flink doorbuffelen, maar vrijdagavond is het dan zo ver: ik vlieg in slechts 1,5 uur naar Wenen, waar al mijn mannen me opwachten bij de glazen deuren in de aankomsthal. Eindelijk weer samen en eindelijk echt vakantie!

We rijden vlot naar de Reisemobil Stellplatz Wien in Wenen, waar we nog een vrij plekje vinden. We worden allerhartelijkst ontvangen, ook al is het al bijna 22.00 uur als we aankomen. De plek zelf is een veredelde parkeerplaats, midden in een niet zo mooie wijk van Wenen.
Grote hekken eromheen zorgen voor een beetje gevoel van veiligheid. Maar 100 meter naar rechts zit een supermarkt en 100 meter naar links een metrostation, waar vandaan je binnen een half uur voor de Stephansdom staat.

Dat doen we de volgende ochtend meteen. Wauw, wat een mooie stad is Wenen!
Prachtige oude gebouwen, een fantastische kathedraal, we zijn gelijk in de stedentripsfeer.
Als we de Dom binnen willen, worden we aangesproken door een man in ouderwetse kledij. Of we geen zin hebben om vanavond naar een speciaal klassiek familieconcert te gaan. Nee, avondkleding hoeft niet, we zijn prima gekleed zo, het duurt niet lang, speciaal voor gezinnen, kleine intieme setting in een echt paleis.
Ja, stop maar, wij zijn al om. We wilden heel graag naar een concert in Wenen, maar dachten dat het met de jongens geen doen zou zijn, en zagen het ook niet zo zitten om speciaal gekleed of 's avonds laat nog ergens naar toe te moeten. Dus dat hadden we al uit ons hoofd gezet. En nu wordt het ons alsnog in de schoot geworpen! We krijgen een kaartje gratis voor Jonathan en korting op de rest. HEt is alsnog wel een prijzig uitje, maar we willen het echt heel graag. In tegenstelling tot onze kinderen, met name de oudste twee. Zij lopen vanaf dat moment met een gezicht op onweer voor ons uit te stampen. Heel de dag is verpest, volgens hen, alleen maar door een concert van 1,5 uur aan het begin van de avond. Maar wij weten zeker, dat het ze wel zal meevallen en bovendien hebben we nog wel wat leuke verrassingen voor ze in petto.
We struinen de stad door, over een grote winkelstraat, langs allerlei paleizen en prachtige gebouwen met veel goudkleurige details en groene daken. Ik heb, als gezinsreisleidster, een lijstje bij de hand van dingen die ik wil zien. De rest sjokt toch wel achter mij aan, want niemand verdiept zich verder vantevoren in wat we gaan doen.
We gaan naar het Belvedere en wandelen door de tuinen van het onderste deel naar het bovenste deel.



Jonathan heeft de grootste lol om de standbeelden waar we langskomen en probeert alle houdingen uit. Eenmaal boven begint het wat te spetteren, het zag er al een tijdje nogal dreigend uit. We wachten onder een overkapping even af tot het weer wat droger wordt en vervolgen dan onze weg richting het Hundertwasserhaus. 







Een flinke mensenmassa staat er voor om selfies te nemen bij de vrolijk gekleurde hobbelige muren van het huis. De kinderen vinden het wel grappig, er zit ook een soort kleine passage tegenover in dezelfde stijl.
Vanaf hier wandelen we weer verder richting het Prater. We nemen ook nog een stukje een tram, omdat we toch een dagkaart voor het OV hebben.
Eenmaal bij het Prater knapt het humeur van de jongens zienderogen op. Het is ook wel een hele happening daar! Ik ben er ooit wel eens eerder geweest, maar kan me dit enorme pretparkcomplex totaal niet herinneren. We gaan natuurlijk in het reuzenrad, voor een rondje met uitzicht over de hele stad. Erg leuk.


Daarna mogen alle jongens een attractie kiezen om in te gaan. Door de Qual der Wahl gaat dit niet even makkelijk. Ze willen eerst een rondje lopen om te zien wat ze allemaal kunnen doen, maar daar wordt het ook al niet makkelijker van. Er is zoveel om uit te kiezen. Allerlei achtbanen, spookhuizen, lunaparken, doolhoven, kartbanen.... noem maar op en het is hier te vinden. Gelukkig wordt de keuze iets beperkt doordat ze voor veel van de attracties te jong, te klein of te licht zijn. Tot opluchting van ondergetekende uiteraard ;) 



Uiteindelijk kies David als eerste voor een kartbaan. Thomas mag nog niet, maar onze eigen "Mex Versteppen" uit de musical van groep 8 geniet van het racen over de baan.
Thomas kiest voor een superspannende achtbaan, waar hij samen met papa in mag. En Jonathan kiest voor een ritje in een soort lasergame langs ijsberen en pinguins.
Als het gaat regenen gaan we nog ergens binnen een 5-dimensionale film kijken over de Chinese muur.

Als verrassing hadden we al vantevoren gereserveerd bij het Rollercoaster Restaurant, dat ook in het pretpark zit. Hier wordt al je eten geserveerd via echte achtbanen. Gelukkig kunnen we onze reservering vervroegen, zodat we op tijd kunnen zijn voor het concert en tegelijk ook nu de regen kunnen ontvluchten. Het is superleuk en het eten smaakt ook prima en is niet duurder dan in een willekeurig ander restaurant. Voortdurend vliegen er afgesloten potten over de achtbanen, schieten er felle lichten aan en uit en komt het eten gierend tot stilstand voor je neus. Zelfs flesjes drinken gaan over de kop. Een aanrader!



Na het eten nemen we de metro terug naar het centrum en wandelen we naar paleis Schönborn, waar ons concert gegeven wordt. De jongens zijn alvast in passend mineur, maar wij vinden het erg leuk. Het is maar een klein paleisje, meer een soort herenhuis, maar van binnen wel erg mooi met kroonluchters en rode lopers. De concertzaal is klein, er passen hooguit 100 mensen in en het orkest blijkt ook maar uit 5 personen te bestaan.
Het programma bevat bekende klassieke stukken, wat het alleen maar leuker maakt. Jonathan zit opgewonden op schoot, zodat hij beter over de voorste 8 rijen met Chinezen heen kan kijken. David en Thomas zitten nukkig met hun telefoons te spelen, maar zodra het orkest begint te spelen is Thomas in de ban van de muziek. David houdt het het langste vol, maar als er dan ook nog stukjes opera worden opgevoerd, is ook hij er helemaal bij.
Vooral het stuk na de korte pauze is erg leuk. Heel interactief, we mogen mee klappen en stampen en er wordt meer opera opgevoerd, door 2 leuke acteurs die er een heel schouwspel van maken. Er worden zelfs nog twee toegiften gespeeld na afloop. En dan moeten zelfs de nukkige pre-pubers toegeven dat het best meeviel...











Heel moe komen we om half 10 weer terug op de camperplek. Nog even douchen en dan gauw naar bed. Het is nogal koud en bewolkt, dus zelf zitten we ook maar gelijk binnen.


Zondagochtend vertrekken we en rijden we met de camper naar paleis Schönbrunn. Het valt niet mee om een parkeerplek te vinden. Uiteindelijk belanden we op een busparkeerplek, waar je ook met campers mag staan, tegen een vrij hoog tarief. Tip voor anderen: blijf gewoon op de camperplek staan en ga met het OV. Dat is goedkoper, makkelijker en uiteindelijk ook sneller. De stad Wenen is echt niet handig om door te rijden met een camper en er is weinig parkeerruimte.



Het paleis is gigantisch, echt enorm. Niet te doen om het helemaal te bekijken, daarom beperken we ons tot het kindermuseum in de rechtervleugel. Tip: je kunt hier ook rechtstreeks kaartjes kopen, zodat je niet bij de ingang hoeft te wachten in een lange rij. We kopen een combinatieticket voor het kindermuseum en de Irrgarten.
Het museum is leuk, heel interactief voor kinderen. Ze mogen spelen, tafeldekken, verkleden, schooltje spelen. Helaas zijn de kamers niet zo heel mooi, het gaat meer om de activiteiten. Het verkleden is trouwens erg leuk, want ook de mama's mogen prinsessenjurken aan!


Naderhand wandelen we door de prachtig aangelegde en uitgestrekte tuinen richting de Irrgarten. Hier zijn 3 doolhoven aangelegd, wat natuurlijk erg leuk is met de kinderen. Er is ook nog een speeltuin bij.
Daarna wandelen we door nog een ander deel van de tuinen om uiteindelijk via een zij-ingang het paleis te verlaten, zodat we dichter bij de camper uitkomen. Het is inmiddels goed warm geworden, de regen van gisteren is helemaal verdwenen.

Er wacht ons een onaangename verrassing. De accu van de camper blijkt leeg te zijn en hij kan niet meer starten. De ventilator had blijkbaar nog heel lang staan draaien om de motor te koelen en heeft de accu leeggetrokken. Met wat hulp van een buschauffeur en een grote BMW worden we gelukkig weer opgestart en kunnen we alsnog vertrekken.


Omdat de weersvoorspellingen voor de Alpen helaas nogal slecht zijn, besluiten we door te rijden naar het Balatonmeer in Hongarije. Daar zijn we nog nooit geweest en het wordt daar wel goed weer. Bovendien is het een flinke rit, zodat de accu mooi kan opladen onderweg.

Het eerste stuk door Oostenrijk is nog snelweg, maar vanaf de grens met Hongarije rijden we over provinciale wegen. Het is hier best mooi, heel rustig, beetje saai landschap. Licht glooiend, groen, veel landbouw. Onderweg vinden we tot onze opluchting een Aldi die open is op zondag, zodat we nog even boodschappen kunnen doen.

Hier wordt betaald met de Hongaarse Forint, die vrijwel niets waard is. Er gaan maar liefst 300 Forinten in een euro, dus omrekenen is een flinke toer, vooral met grotere bedragen. Mooie oefeningetjes voor onze rekentijgers.
Het is nog best een eind rijden en we besluiten maar zo rechtstreeks mogelijk naar het meer te rijden en daar ergens een camping te zoeken. We belanden uiteindelijk in Balatongyörök op Camping Carina. Ze zitten behoorlijk vol, we mogen op een van de vaste plekken staan, omdat die mensen er nu toch niet zijn. Het is wel wat krap, maar we hebben wat privacy en vinden het wel best zo.

De camping ligt niet rechtstreeks aan het meer, maar via een mooi wandelpaadje loop je zo naar het dorp en daar is een betaald openbaar strandbad. We gaan nu maar niet meer zwemmen omdat het al zo laat is. De jongens spelen nog wel een tijdje in de speeltuin in het dorp en er is ook nog een leuk blotenvoetenpad onderweg. 

Maandag wordt een relaxdagje. We draaien een wasje, want de mannen zijn al een week onderweg en langzamerhand is er wel het een en ander vuil geworden. Daarna gaan we naar het dorp, halen een ijsje en gaan naar het strandbad. Hongarije is een goedkoop land. De camping kost HUF 8000, ca € 27 per nacht. Uit eten gaan kost ca € 35 met z'n vijven en dan krijg je prima porties..



Het Balatonmeer valt een beetje tegen. De omgeving is erg vlak, hoewel we een stuk verderop wel een soort tafelberg zien staan aan de oever. Het meer bij het strandbad is erg zanderig, 10 centimeter onder water kun je al niets meer zien. Het water is ook nogal koud, maar dat is wel lekker met dit weer.
We snappen niet goed dat er mensen zijn die helemaal speciaal voor dit meer naar Hongarije reizen. Je kunt ook stoppen bij de Chiemsee, dat lijkt er best een beetje op.




Na een dagje strand hebben we het dan ook wel weer gezien. Maar wat nu? De Alpen geven alleen maar slechtere voorspellingen. Hongarije vinden we nogal saai qua landschap. Dan maar weer naar Kroatië? Ik staar een tijdje naar de kaart en zie dat als we pal naar het zuiden rijden, dat we dan via Bosnië naar de Kroatische kust zouden kunnen rijden. Dat is wel spannend, daar zijn we nog nooit geweest. We komen dan wel weer erg zuidelijk terecht, wat betekent dat we weer veel moeten terugrijden. Maar dat zouden we in kleine stukjes langs de kustweg kunnen doen en dan steeds ergens anders neerstrijken onderweg. En wie weet knapt het over 1,5 week wel helemaal op in de bergen en dan kunnen we alsnog een paar dagen gaan bergwandelen in Oostenrijk, Italië of Slovenië. Klinkt als een goed plan, dus we gaan op weg!



Ik lees ergens dat Hongarije veel thermale zwembaden heeft en dat klinkt wel goed. Onderweg naar het zuiden komen we langs een camping bij zo'n zwembad en daar rijden we even naar toe. Het is in een dorp met de onuitsprekelijke naam Csokonyavisonta, vlakbij de grens met Kroatië.
De camping is bijna leeg en heeft direct toegang tot het zwembadcomplex. En dat is super! Er zijn heel veel baden, hele vieze olie-achtige mineraalbaden, hele warme baden met schoon water, een groot koel wedstrijdbad, zelfs 2 lange glijbanen! En wij staan met de camper zowat onder die glijbanen, pal voor de toegangsdeur naar het zwembad. Kortom: kinderparadijs.

Terwijl wij 's middags heerlijk liggen te stomen in het hete mineraalwater, besluiten we spontaan dat we dit nog wel een dagje willen. En daar heeft natuurlijk niemand bezwaar tegen. 
Net buiten de camping zit een klein restaurantje, waar we spotgoedkoop en heerlijk eten 's avonds. De camping zelf is ook niet overdreven duur, ca € 38 per nacht inclusief het zwembad. Wij zijn de enige Nederlanders hier op de camping en in het zwembad. Verder zijn hier voornamelijk Hongaren. Het is prachtig weer, warm en zonnig en heel ontspannen en rustig hier. Er wordt ook niet veel gegild in het zwembad en is er zo rustig, vergeleken bij bijvoorbeeld het zwembad in ons eigen dorp op een zomerse dag. 

Na 2 dagen rijden we toch maar weer door, want het avontuur lonkt. Zodra we de grens met Kroatië over zijn, knapt het landschap ook op. Wat meer heuvels en bossen en meer afwisseling. Het is hier erg mooi en rustig en totaal niet toeristisch. Dit kleine noordelijke uitsteekseltje van Kroatië wordt blijkbaar niet veel bezocht. De meeste mensen zullen wel aan de kust blijven hangen.

Al snel komen we bij de grens met Bosnië en dat duurt wel even. Er staan lange rijen, die niet erg opschieten. Als we eindelijk aan de beurt zijn, krijgen we gedoe over de verzekering. Wij hebben geen papieren groene kaart bij ons. Die krijgen we niet eens van onze verzekeringsmaatschappij. Ik heb een app, met daarin de polis en de groene kaart en binnen de EU is dat voldoende. Maar.... Bosnië hoort niet bij de EU.... en Bosnië wil een papieren groene kaart zien.
Uiteindelijk blijkt er wel wat te regelen en kunnen we voor € 25 een speciale transitverzekering afsluiten die geldig is in Bosnië en Servië. Het duurt allemaal wel even, blijkt uiteindelijk toch duurder te zijn, maar aangezien Daniël gepast geld had meegenomen uit de camper, komt hij uiteindelijk toch weg met die  € 25. Op de een of andere manier hebben wij nu het idee dat er ergens een douane-beambte en een 'verzekeringstussenpersoon' vanavond gezellig samen gaan borrelen...

Nou ja, wij kunnen in elk geval na 2 uur oponthoud verder. Spannend! We voelen ons nu wel erg ver van huis. De verkeersborden zijn in Cyrillisch schrift. Heel grappig, ik kan Griekse letters lezen en deze letters lijken daar best wel op en ik kan de borden dus enigszins lezen, al weet ik dan vaak nog niet wat er precies staat. We hebben ook geen papieren wegenkaart van Bosnië en onze 4g-databundels zijn hier niet geldig. Gelukkig had ik in Kroatië vast de navigatie op mijn telefoon ingesteld op een van de weinige campings die Bosnië telt, zodat we ook offline de route wel kunnen vinden. Het gaat weer ouderwets ongeorganiseerd bij de Eijkeltjes vandaag, zoals wel vaker, maar gelukkig lossen problemen zich meestal wel weer op.

Via een klein weggetje bereiken we de splinternieuwe tolweg naar Banja Luka, waar vrijwel geen auto op rijdt. De tol is gelukkig haast niets. Na Banja Luka, waar we interessante zaken tegenkomen als een Lada-dealer en een pickup met biggetjes in de laadbak, komen we op een prachtige weg door de bergen, langs steile rotsen waar we maar net onderdoor passen af en toe. Naast de weg stroomt een woeste bergrivier. Wauw, wat een natuur hier!




Het landschap wordt steeds mooier en de weg wordt steeds rustiger. Bosnië bevalt ons wel. Uiteindelijk komen we uit bij een stadje genaamd Jajce. Hier ligt een oude burcht bovenop een heuvel, met het stadje eromheen gepropt tegen de heuvels en in de vallei. Er is hier ook een mooie imposante waterval onder de burcht, die we in het voorbijrijden kunnen zien. Helaas is er geen ruimte om even te stoppen.


Iets voorbij Jajce ligt camping Plivsko Jezero aan een meer. Het is er erg rustig, plek zat om uit te zoeken. We staan hier voor ca € 28 per nacht. De plekken zijn mooi, het uitzicht op de bergen rondom is prima. Het sanitair is wat minder. WC's zonder slot, koud water in de douches en alles is wat oud en achterstallig.



De camping ligt vlakbij het meer. Op een paar minuten lopen is een ligweide met een zwemsteiger. Ook zijn hier leuke watermolentjes te zien uit de tijd van de Turkse overheersing, iets dat toch wel een tijdje geleden is inmiddels.
Het valt ons op dat hier veel moslims zijn. We zien veel gesluierde vrouwen, zelfs volledig in de in Nederland inmiddels zo verguisde nikab. In ons eigen kleine dorpje zien we dat eigenlijk nooit, dus hier is wel wat uit te leggen aan de kinderen. Ze begrijpen het toch niet helemaal, maar zien wel direct het Nederlandse pijnpunt: "Maar mama, je kan helemaal niet zien wie er onder zit."Uh ja, dat klopt, daarom zijn ze in Nederland nu ook op zoveel plekken verboden. De kinderen hadden meer problemen met het feit dat kleine kindjes misschien hun eigen moeder niet zouden kunnen terugvinden, overigens...



Het is al een tijdje zwaar bewolkt, maar wel warm en drukkend. De camping heeft een restaurantje, maar wij zijn voorbereid en gaan barbecueën. Daniël krijgt onverwacht een nieuwe beste vriend erbij. Over de camping loopt een lieve oude hond rond, die buitengewoon veel belangstelling voor onze bbq heeft. Daniël verbiedt de jongens ten strengste om de hond iets te geven, waarop deze zich berustend naast zijn stoel nestelt, met een verlangende blik op de grill.

Daniël, toch niet bekend als de meest hondlievende man van Nederland, geeft hem met zijn strengste schoolmeesterstem opdracht om weg te gaan en zowaar, de hond gehoorzaamt en loopt met hem mee naar de andere kant van de camping. Glimmend van trots om dit succes komt de meester terug en trekt nog een welverdiend biertje open, maar heeft niet door dat de hond inmiddels weer achter hem is neergeploft, met zijn ogen nog steeds hoopvol op de bbq gericht.


Blijkbaar loont deze volhardendheid, want de toch niet zo consequente meester Van der Eijk laat na het eten, als de kinderen even niet opletten, de hond alle borden aflikken. Ieuw!!!
De nu ongetwijfeld tevreden glimlachende hond verkast een deurtje verderop als hij ziet dat alles nu echt op is en wij de afwas gaan doen. 

Dinsdagochtend sta ik vroeg op. Iets verderop moeten mooie watervalletjes zijn, bij een ander recreatiedeel van het meer. Gisteravond had niemand meer zin om daarheen te lopen, maar ik ben wel heel benieuwd. 
Ik wandel naar het meer en inderdaad, onderweg kom ik langs een prachtig watervallengebied. Al dat water komt uit in een lager gelegen deel van het meer. Het is een mooi vrijetijdspark, met grote ligweides en helder water om in te zwemmen. Hoe je het met de auto moet bereiken is me een raadsel, want er gaat alleen een eenrichtingsweg de verkeerde kant op, maar vanaf de camping loop je er in een kwartiertje heen.












Ik wandel een tijdje rond en als ik terugkom gaan we lekker buiten ontbijten. Het is nog steeds bewolkt, maar langzaam klaart het wel wat op en het is alweer lekker warm.
We besluiten nog verder naar het zuiden te rijden. Het wordt een prachtige dag. Wat een ontzettend mooi land!
Het is heel rustig, de wegen zijn goed, het landschap is afwisselend en mooi. En ineens rijden we de Servische Republiek binnen. Geen grensovergang. Dit is ook niet hetzelfde als het land Servië, maar een van de twee entiteiten die samen de federale staat Bosnië en Herzegovina vormen (waarom dit dan niet de Herzegovina republiek heet, maar de Servische Republiek begrijp ik ook niet helemaal).

Nog niet zo lang geleden was dit allemaal oorlogsgebied. We hebben wel gehoord dat je daar nog de resten van kunt zien. Inderdaad zien we hier en daar wel huizen met kogelgaten, maar voor het overgrote deel zijn de huizen netjes opgeknapt. We zien weinig mensen, maar degenen die we zien, groeten ons vriendelijk. Tot zover dus ook de verhalen over dat campers hier bekogeld zouden worden met stenen.



We lunchen op een bergtop, met kilometers vrij uitzicht rondom, bereikbaar via een steil grindpad. Eigenlijk zouden we best nog een nachtje in Bosnië willen blijven, maar er zijn hier zo weinig campings. We zijn al langs zoveel mooie plekken gekomen, waaronder een klein skigebied, waar in de zomer niets te doen is. Je zou daar ook best mooi kunnen wandelen, lijkt ons, maar het hele gebied is uitgestorven. Toerisme staat hier duidelijk nog in de kinderschoenen. Tijdens het autorijden kunnen wij ons daarom prima vermaken met een flink staaltje 'ik vertrek'-achtige fantasieën over wat je hier allemaal zou kunnen opzetten.





Vlak voor de grens komen we nog langs een helderblauw meer tussen de bergen. Ook hier is niets te beleven. Geen strandjes, geen dorpjes, niets. Onvoorstelbaar in onze verwende westerse toeristenogen.

Het kost een stuk minder moeite om Bosnië uit te komen dan erin en via een heel klein grensovergangetje rijden we zonder problemen Kroatië weer in. We zitten nog heel hoog blijkbaar, want het volgende halfuur zijn we beig om via haarspeldbochten omlaag te cirkelen. Als we uiteindelijk de kust bereiken zitten we nog altijd honderden meters boven zeeniveau. We hebben wel ons zuidelijkste punt bereikt nu, op bijna 1800 km van huis. Vanaf hier volgen we de kustweg nummer 8, de Jadranska Magistrale, naar het noorden.


Dit zuidelijke stuk van Kroatië is erg mooi, veel mooier nog dan het noorden en Istrië. De prachtige blauwe zee die zachtjes golft onderaan de ruige granieten rotsen van het gebergte roept ons en we willen dus niet meer al te ver rijden vandaag. We rijden de eerste de beste camping op die we tegenkomen, camping Sirena. Ze zitten vol, maar we kunnen een nachtje op een soort parkeerstrook naast de receptie staan en dan eventueel morgen naar een vrijgekomen plek verkassen. Prima plan, wat ons betreft.

De camping heeft mooie terrassen en vrijwel alle plekken hebben zeezicht. Langs een steil paadje naar beneden komen we op een kiezelstrandje waar we eindelijk de zee in kunnen. Het is best druk hier op het kleine strandje, maar de zee is groot genoeg voor iedereen. Er zijn ook een paar rotsen en kliffen waar de jongens vanaf kunnen springen. We hebben maar 2 duikbrillen bij ons en 1 snorkel. Geen flippers, geen harpoen, want tja, wij zouden niet naar Kroatië gaan, maar naar de bergen. 
Wanneer zouden we het ooit leren dat we toch nooit doen wat we plannen? In een helder moment heb ik wel de waterschoenen ingepakt. Hoewel ze niet allemaal meer blijken te passen, is dat toch wel handig op het kiezelstrand.

Om de beurt kunnen we toch snorkelen, iets dat we alle vijf erg leuk vinden om te doen. Morgen maar eens kijken of we nog ergens wat extra duikbrillen en snorkels kunnen vinden.

's Avonds eten we wraps, omdat we daar in Hongarije alles al voor gekocht hadden en je met de warmte hier eten niet lang kunt bewaren. De camping heeft een leuk restaurantje, met rustige live muziek, waar wij net boven staan en goed op kunnen uitkijken. Dat gaan we morgen maar eens uitproberen.

We staan hier wel wat onrustig. Aan alle kanten lopen en rijden er mensen om ons heen, we horen het restaurant goed, staan vlak achter het toilethuis ook nog. Hopelijk kunnen we morgenochtend verkassen.

Na het ontbijt gaan we gelijk om onderzoek uit om te kijken waar er plekken vrijkomen. We zien een klein busje inpakken op een van de mooiste plekken van de camping. Zou het lukken? En ja hoor, plek Panorama 5 is voor 1 nachtje van ons! Wauw, wat een uitzicht! We staan nog vrij hoog, dus wijds uitzicht naar alle kanten. Als we ons aan het installeren zijn, zien we gelijk al een groepje dolfijnen voorbij zwemmen. Oh, Kroatië, wat ben je toch een heerlijk vakantieland....

De dag brengen we door met zwemmen, zonnen, eten, drinken en relaxen. Ok, het zijn niet de Alpen, maar het is ook niet voor niets dat we nu al voor de derde keer terug zijn in dit warme land, waar de zon schijnt, de zee onwaarschijnlijk blauw, helder en warm is en het eten zo lekker smaakt. En hier in het zuiden is het nog mooier dan in het noorden. Want de bergen rijzen hier direct op uit de Adriatische Zee en die lijkt hier nog blauwer dan elders.






's Avonds gaan we inderdaad lekker eten in het campingrestaurant. Ze hebben hier wel een aardig concept bedacht. Er zijn diverse gerechten waar je uit kunt kiezen voor een vaste prijs, bijvoorbeeld 80 kuna. Daar zit dan een aperitiefje, een voorgerecht en een bijgerecht bij. De pizza's zijn weer enorm, net als overal in Kroatië. Dat wordt morgen weer lunchen met pizza.

We genieten van de live muziek, door twee mannen op een ukelele en gitaar die volksliedjes zingen in het KRoatisch. En dan komt er nog een mannetje aan tafel met een grote dobbelsteen en een dienblad vol supersterke drank, waar hij duidelijk zelf al van geproefd heeft. Je worp met de dobbelsteen bepaalt welk bekertje je moet opdrinken. Machine-olie, beweert hij over het donkere stroperige goedje dat ik naar binnen moet slaan. Oei, dat hakt erin! Gelukkig heb ik een paar sterke zonen die me helpen om later de camper heelhuids terug te vinden.



Aangezien we nog een flinke thuisreis voor de boeg hebben, gaan we de volgende dag toch maar weer verder. In Split komen we langs de Decathlon. Dat komt mooi uit, want daar hebben ze van die handige duikmaskers. We kopen 2 maatjes, waarvan de kleinste achteraf het meest geschikt blijkt te zijn. En verder slaan we ook gelijk maar wat waterschoenen, zwembroeken meer sportrommel in nu we er toch zijn. Het is wel lekker hier. De Decathlon zit in een groot winkelcentrum, waar de temperatuur heel aangenaam is. Buiten is het ruim 39 graden en we weten weer waarom we ons elke keer voornemen om niet meer in de zomervakantie naar Kroatië te gaan.

We volgen de weg die we vanaf hier al eerder gezien hebben. De campings waar we langs komen zitten allemaal vol. Dat is niet zo fijn, want we willen dolgraag stoppen en zwemmen. Uiteindelijk volgen we een campingbordje in het dorpje Grebastica en we komen uit op een minicampinkje van 6 plaatsen waar er nog eentje van vrij is. Pal aan een wandelpad, met een grindstrandje aan zee. Het sanitair is ook nog eens prima voor zo'n kleine camping, dus dat is helemaal goed voor ons.


's Avonds wandelen we via het wandelpad naar het centrum van het dorpje, waar zowaar een klein boulevardje is met restaurantjes, een winkeltje, een supermarkt en... heel leuk... een botenverhuurbedrijf. En ja hoor, dat hoort er voor ons echt bij in Kroatië, we huren een dagje een open bootje met bimini voor de broodnodige schaduw. Het is hier niet erg duur, we hebben wel eens de helft meer betaald.

De volgende ochtend staan we op tijd op, halen nog even vers brood en beleg en veel koud drinken bij de supermarkt en gooien de trossen los. Grebastica ligt in een soort baai, bijna een fjord, maar als je daar uit vaart kom je in een mooi gebied met eilandjes en veel leuke kleine baaien. We ankeren regelmatig om even te zwemmen en af te koelen.

Gelukkig hebben we 1 zwemplankje bij ons, die we met een touw achter de boot binden, zodat de kinderen hun favoriete watersport kunnen uitoefenen: achter de boot hangen op het zwemplankje.
De dag vliegt voorbij. 's Middags leggen we nog even aan op een eilandje voor de kust waar een dorpje is om een ijsje en een cocktail te drinken en een nieuwe voorraad koude limonade in te slaan voor onderweg.






Dit is echt weer een topdag! We sluiten hem dan ook maar af met een hapje eten in het dorpje. Vorig jaar zijn we nauwelijks uit eten gegaan tijdens onze vakantie in het nogal dure Zweden, maar dat halen we op deze manier wel dubbel en dwars in.
De volgende dag rijden we een stukje verder. Ik wil eigenlijk wel graag naar Zadar. Twee jaar geleden zijn we daar ook geweest, maar toen zijn we helemaal vergeten om bij het zee-orgel te gaan kijken. Ik zou het zo graag willen zien en horen, maar het is zo ontzettend warm, dat we eigenlijk helemaal geen puf hebben om naar die stad te rijden en daar rond te gaan lopen. Helaas... weer geen zee-orgel dit jaar... moeten we toch nóg een keer terugkomen.

We rijden door naar het eiland Pag. Daar zijn we eerder geweest. Destijds was Kamp Navis, net ten noorden van Novalja, net geopend en heel rustig. We zijn benieuwd hoe het er nu is. Nou, dat is wel even wennen. De camping is blijkbaar een doorslaggevend succes, want hij staat vrijwel vol. Maar het geluk is met de Eijkeltjes, want er is nog net 1 plaatsje vrij aan het strand voor 2 nachten. En die plek is uiteraard voor ons! Wauw, wat een plekje weer. Zo mooi stonden we vorige keer niet eens toen ze nog bijna leeg waren.




Het is wel vrij duur, dat was het twee jaar geleden ook al, en het is er niet goedkoper op geworden. Maar vergeleken bij sommige andere campings hier op het eiland valt het nog wel mee. Er is inmiddels ook een strandbar (gelukkig zonder harde muziek), een bakkertje en een fruitkraam en een restaurantje. Verder ligt de camping nogal in de middle of nowhere, dus dat is wel handig ook. We hebben bewust flink inkopen gedaan vooraf, want vorige keer dat we hier waren zaten we op een gegeven moment echt totaal zonder eten en heeft een ander Nederlands gezin voor ons nog boodschappen meegenomen uit Novalja.

De camping heeft een prachtig kiezelstrand en heel helder water voor de kust. Heel rustig ook, want de camping ligt in een baai. Je kunt hier geweldig snorkelen. 


's Middags raakt het bewolkt en 's avonds zien we het in de verte flink bliksemen en het waait ook behoorlijk. Het onweer komt niet bij ons en het blijft bij wat spettertjes regen. Maar het koelt eindelijk een beetje af en dat is wel heel welkom. DE volgende dag is het zelfs echt lekker weer. Heerlijk om weer even fatsoenlijk adem te kunnen halen. Dan merk je pas hoe zwaar je lijf het heeft bij temperaturen tegen de 40 graden. Vooral David heeft het zwaar, hij houdt helemaal niet van warmte.
Van hem mogen we langzamerhand wel eens doorrijden naar de Alpen, ook al is het daar nog steeds koud en regenachtg. Alles beter dan die warmte, moppert hij. Ook de andere jongens willen graag naar de bergen. Onze buurvrouw kan haar oren niet geloven, als ze onze kinderen hoort smeken om lange bergwandelingen in plaats van zon, zee en strand... Wij ook niet, maar we begrijpen het maar al te goed en zijn het helemaal met ze eens. Tijd voor actie!





We hebben deze zomer wel wat problemen met onze campingstoelen. Onze oude stoelen van meer dan 15 jaar oud begonnen wat mankementjes te vertonen. Vlak voor de vakantie hebben we daarom een set van 2 nieuwe stoelen gekocht. Een van de oude stoelen is inmiddels echt versleten en er is van alles afgebroken. 
Daniël heeft al ergens bij het afval een afgedankte stoel opgeduikeld, die niet zo lekker zit, maar wel heel is. Maar dan breken de twee nieuwe stoelen ook een dag na elkaar kapot. Dat wordt wel wat problematisch zo. De nieuwe stoelen zijn echt niet meer te redden, het hele frame is afgebroken. De oude kapotte stoel sleepten we nog steeds met ons mee en met een lompe reparatie weet Daniël die weer enigszins bruikbaar te maken. Maar dan komen we nog steeds een stoel tekort.
Bij ons vertrek rijden we op advies van onze Duitse campingbuurvrouw naar de grote supermarkt in Novalja, waar ze volgens haar alles verkopen wat je maar kunt bedenken. En jawel, in de chaos van deze enorme winkel waar alles door elkaar staat, vinden we een prachtige jaren '70 campingstoel die ook nog een heerlijke relaxstand heeft. Ook weer opgelost!





Met de ferry varen we weer over naar het vaste land, waar we verder noordwaarts rijden. Omdat we toch nog niet helemaal afscheid willen nemen van Kroatië, maken we nog 1 laatste stop aan zee.
We strijken neer op camping Sibinj, die op Campercontact volledig afgebrand wordt. Maar het valt wel mee. We krijgen een wat krap plekje, wel met een beetje zeezicht. Het sanitair is heel ouderwets en niet bijzonder schoon, maar ach, voor een nachtje is het niet zo erg. De camping heeft een smal kiezelstrandje. Het water is hier een stuk kouder, doordat er vanuit de bergen fris zoet water in de zee komt stromen rond deze plek. Maar we kunnen er nog wel even lekker afkoelen en nog een keertje snorkelen. Als je iets wilt doen wat mindful is, dan moet je snorkelen eens proberen. Je drijft onder water, hoort niets, alleen je eigen ademhaling en je hoeft niets te doen, behalve een beetje kijken naar wat er recht onder je gebeurt. Heerlijk!















 





Ook deze camping heeft een restaurantje en omdat we nu al 2 dagen zelf gekookt heben, wordt het hoog tijd om weer eens uit eten te gaan. De kaart is nogal beperkt, maar het uitzicht maakt alles goed. We genieten van de mooiste zonsondergang van deze vakantie, voor het laatst in onze zomerkleren, want de komende dagen in de bergen zal het 's avonds een stuk kouder worden.





We staan op tijd op, ontbijten met wentelteefjes, gezien het gebrek aan vers brood en het overschot aan oud witbrood dat nog net niet beschimmeld is. En dan staat ons een lange rit te wachten.
Via Rijeka rijden we naar de grens met Slovenië, waar we over een binnendoorweg naar Italië rijden. Dat scheelt weer een snelwegvignet voor Slovenië. Deze doorgangsroute is overigens erg de moeite waard. Een lieflijk gebied, met heuvels, bergen, veel groen, bossen en kleine dorpjes.

Bij Triëst pakken we de snelweg naar Udine. Het is leuk om te zien hoe ten noorden van Udine ineens de bergen beginnen. Je rijdt heel lang in een landschap zo plat als een pannenkoek en dan ineens staan er bergen voor je neus van 1000 meter hoog. Je rijdt hier letterlijk de bergen in vanuit het  platte platteland.



We slaan even flink in bij een Lidl en dan is het zo ver. Even een stop voor een wandeling bij het Lago di 3 Communi, waar we al eens eerder gestopt zijn. Dit is een mooi blauw meer, midden in de bergen, waar een grote speeltuin bij ligt. Leuk om even de jongens uit te laten. Er is ook een camping, maar we willen toch nog wat verder de bergen in.

Het is hier gelijk al mooi. Bij de jongens heerst wat onduidelijkheid of we nou in de Alpen of de Dolomieten (dodemieten volgens Jonathan) zijn, maar dat maakt ook niet uit. Het zijn bergen en dat is wat ze wilden!

We vinden het laatste vrije plekje op de camperplek bij de sportvelden in Ampezzo. Nog aan de rand ook, wat zijn we weer geluksvogels. De sportvelden vallen ook in de smaak. De jongens kunnen er lekker voetballen en er is een klimtoestel waar ze aan kunnen slingeren. Als we hier ooit nog eens komen met slecht weer is er zelfs nog een binnenzwembad naast.





Maar nu is het mooi weer en we zijn eindelijk in onze geliefde bergen. 's Avonds wandelen we naar het dorpje, dat heel kleurrijk blijkt te zijn. We vinden een lekker Italiaans restaurant net buiten het dorp, waar we heerlijke pizza's eten voor een habbekrats. Hier komen allemaal Italianen uit de buurt eten. Ze spreken ook niets anders dan Italiaans, dus het is wat handen en voetenwerk, maar erg gezellig en lekker.





De avond is wel frisjes, ook al zitten we hier nog niet eens zo hoog. De hemel is helder en we zien vele sterren, totdat we de warmte van onze dagenlang niet gebruikte dekbedden gaan opzoeken.

De volgende ochtend rijden we verder de bergen in. Het landschap wordt steeds ruiger, de bergen steeds hoger en we blijven maar zeggen: oh kijk daar, oh wat mooi, moet je daar zien!
Na een paar uurtjes komen we over de Passo Tre Croce. Hier schijn je wel goed te kunnen wandelen en er moet ook ergens een camperplek zijn. Die ontdekken we al snel, net iets voorbij de pas zelf.
We parkeren eerst maar eens bij de stoeltjeslift Rio Gere, kopen een kaartje en gaan op stap. Dit vinden de jongens leuk. Met een echte stoeltjeslift omhoog en dan wandelen. Rugzak mee met water en koekjes, dit willen ze echt graag doen. Boven is het uitzicht fantastisch. Wij worden hier ook echt gelukkig van. Kroatië was heerlijk ontspannend, maar dti is wat we écht graag doen.



We wandelen terug naar beneden over smalle paadjes, door kleine beekjes. Daniël vindt al snel vele paddestoelen, want hier is het seizoen al in volle gang. 
Het is niet eens een erg lange wandeling, maar wel vrij zwaar omdat het alleen maar afdalen is en we duidelijk niet meer gewend zijn aan echte lichaamsbeweging in plaats van lekker ontspannen een beetje drijven en snorkelen.







Eenmaal beneden zien we dat aan de zijkant van de grote parkeerplaats, waar al veel campers staan, ook nog wat plateautjes zijn, die wat hoger liggen. Daar staan vooral kleine camperbusjes, maar ons lijkt het ook wel wat. Er zijn nog wat plateautjes vrij.
Daniël neemt een aanloop met de camper over de parkeerplaats, maar loopt toch vast op het mulle dikke onvaste grind waar het toch wel steile pad naar boven uit bestaat.
We hebben al gezien dat je ook van bovenaf hier kunt komen. Dat gaat Daniël proberen. Wel erg spannend, zou het wel goed gaan met die zware camper op die wiebelige grindweg? Maar naar beneden kom je altijd wel, houdt de chauffeur met de stalen zenuwen vol en hij rijdt via de doorgaande weg naar boven om via het grindpad weer af te dalen. En ja hoor, het lukt. Glibberend, glijdend en waggelend komt de camper langzaam omlaag om uiteindelijk netjes in te parkeren op een plateau. 


En het was de moeite waard! Wat een uitzicht hebben we hier op die ruige Dolomietenpieken. En we hebben zelfs een eigen vuurplek die met stenen afgezet is. Dat hoef je maar 1x te zeggen tegen de vier pyromanen in ons gezin en dan zitten ze al in het bos om te zoeken naar losse takken.


En dus barbecueën we die avond op ons eigen vuurtje, in het licht van de ondergaande zon, die de bergtoppen om ons heen in vuur en vlam zet. Dit is toch echt wel de mooiste plek van onze vakantie. Op ruim 1700 meter hoogte, midden in de natuur, rondom ons eigen kampvuurtje met onze jongens genieten van de zomervakantie.

"Die Heilkraft der Bergen macht die Seele wieder frei,
Beim Weg durch grüne Wälder gehen die Sorgen doch vorbei.
Berühr mal die Felsen, riech die Blumen, das tut gut
Die Heilkraft der Bergen macht dir wieder neue Mut"
Dat zingen Die Ladiner die hiervandaan komen en zij kunnen het weten...


De volgende ochtend is het koud, ijzig en ijzig koud. Volgens onze thermometer is het binnen 13 graden en buiten 9 als we opstaan. Onze plek ligt nog in de schaduw, maar de bergtoppen rondom ons heen staan al in vuur en vlam van de opkomende zon. We ontbijten buiten, met lange broeken, truien en jassen aan en zijn erg blij dat we zo'n comfortabele camper hebben en niet zoals de busjesmensen om ons heen onszelf moeten veranderen in bosjesmensen om te kunnen plassen en poepen, want dat zien we op grote schaal gebeuren.


Na het ontbijt drinken we nog een kop koffie in de eerste zonnestralen die onze plek op kruipen en dan gaan we weer op pad. We komen nu in het gebied waar Daniël elke winter met zijn vrienden gaat snowboarden, dus dat is voor hem een feest van herkenning. Omdat we wat service voor de camper nodig hebben, gaan we maar eens een nachtje op een camping staan. Wij kunnen het ongeveer 2 dagen wildkamperend volhouden en dan is het toilet echt vol.
Bovendien willen we langzamerhand wel een keer echt douchen en dat gaat ook een stuk beter op een camping, hoewel we op zich in de camper wel kunnen douchen. We hebben alleen niet zoveel water aan boord nu, in verband met het beperken van onnodig gewicht in de bergen. De camper heeft het toch al zwaar zat, dus we rijden met minimale hoeveelheden water en brandstof aan boord.

Af en toe hebben we weggetjes tot 14% stijging of daling, maar de camper heeft er geen enkel probleem mee. Het enige dat we merken is dat hij bij hoge toeren iets begint te stotteren. Dat gebeurt op de snelweg ook  als we te hoog in toerental komen. Maar op de snelweg kun je dan doorschakelen of iets langzamer gaan rijden, terwijl je in de bergen soms echt die hoge toeren nodig hebt en niet kunt doorschakelen om boven te komen. We hebben hier eerder last van gehad en destijds hielp het om een flesje met een bepaald goedje door de brandstof te mengen om iets in de motor schoon te maken. Blijkbaar wordt het daar weer tijd voor.





          

We hoeven maar een klein stukje te rijden en dan zijn we in Colfosco, waar een luxe camping zit. Het is wat ons betreft vooral ook een dure camping. Echt bizar gewoon. JE wordt hier neergeplant als op een parkeerterrein, met net voldoende ruimte om je luifel uit te draaien. Je moet precies goed staan en stroom wordt afgerekend per kilowatt. En dat kost dan 70 euro per nacht! Als je korter blijft dan 2 nachten moet je ook nog een toeslag betalen. Dat is dus eens maar nooit weer wat ons betreft. Nadeel van Italië: campings zijn hier in het algemeen echt heel erg prijzig. Voordeel: er zijn heel veel gratis of goedkope camperplaatsen te vinden.




Het is onze trouwdag en het is nog vroeg, dus we gaan lekker de bergen in als we gesetteld zijn. We wandelen naar het dorpje Colfosco, waarvan we in de verte een gondeltje omhoog zien gaan. Er zijn hier tig kabelbanen, maar ze zijn lang niet allemaal in werking in de zomer, zo blijkt al gauw.
Bij de stilstaande kabelbaan waar we het eerst langs komen, zien we een bord met een mooie wandelroute erop. Een stuk door het dal, dan met een gondeltje naar boven, langs de bergrug en uiteindelijk met een andere gondel weer naar beneden. Het is wel een lange route van bijna 9 km, maar we denken dan nog dat dat inclusief gondels is. Later blijkt dat de gondels daar niet in meegerekend waren en bovendien komt er nog eens een dikke 3 km bij om van en weer naar de camping te komen in totaal.

We gaan van start. Het is fantastisch weer, warm, zonnig, strakblauwe lucht. Echt de Dolomieten op z'n aller- allermooist. En wij zijn ook nog eens 19 jaar getrouwd vandaag, dus deze dag kan niet meer stuk.









Via een bospad langs een beekje lopen we richting de eerste gondel, de Plans-baan. Hiermee worden we van 1665 naar 2220 meter hoogte gebracht. Het is overal erg druk, maar op de wandeling zelf valt het gelukkig wel mee. Het is een mooie route.
Schitterende uitzichten, smalle paadjes, pittoreske houten hutjes in sappige groene weiden. Het is wel erg warm, ook op deze hoogte nog in de brandende zon. Het drinken gaat er hard doorheen. Gelukkig komen we onderweg nog langs een klein waterstroompje, waar je je flesje weer kunt bijvullen. Het water is ijskoud, zo uit de bergen en smaakt heerlijk fris.






Na een tijd komen we bij een berghutje, waar we onszelf trakteren op grote glazen koud drinken een een Jausenplatte, zoals ze het in Oostenrijk noemen. Een bordje met brood, vleeswaren en kaas. Dat is een beetje traditie voor ons als we in de bergen zijn en vadaag hoort het er zeker ook bij. En ondanks dat de kinderen eigenlijk een ijsje krijgen, gaat een plakje worst er ook wel in.


Na deze welkome pauze moeten we nog een stuk verder. Het wordt nu wel zwaar. We zijn al moe, het is al laat in de middag en nog steeds heel warm. HEt eerste stuk gaat nog verder omlaag, maar helemaal aan het einde moeten we ineens nog een heel stuk weer omhoog. En dat is nou net die ene kilometer die deze wandeling te lang maakt. Vooral David heeft het zwaar. Hij is uitgegleden, heeft een zere voet en is gewoon moe. Maar ook hij komt uiteindelijk boven en dan is het ergste leed geleden. We gaan met de gondel weer omlaag. Een hele steile afdaling, tot grote schrik van de kinderen. In de diepte onder ons zien we de camping al liggen. Dit is de gondel die we ook konden zien vanaf de camping zelf.

Beneden in het dorp kunnen we onze waterflesjes nog een keer vullen voor de allerlaatste kilometer naar huis. In totaal hebben we 12 km afgelegd, waarvan 11 kilometer gelopen en de rest in gondeltjes. Toch weer een hele prestatie, vooral voor die korte pootjes van Jonathan. Je zou denken dat hij langzamerhand wel uitgevloerd is, maar terwijl wij op de camping allemaal instorten in een stoel, rent hij door naar de speeltuin om nog even lekker op de trampoline te gaan springen.

Omdat het onze trouwdag is, willen we nog wel uit eten, maar neit meer te ver lopen. Het dichtstbijzijnde restaurant zit op maar 500 meter, dus dat is nog te doen. Een lekker pizzaatje gaat er altijd wel in. En daarna ligt iedereen min of meer op tijd in bed.

Om er de volgende ochtend nauwelijks meer uit te kunnen komen. Met name ondergetekende heeft nogal wat spierpijn. Tja, wat wil je, ik breng mijn leven vier dagen per week zittend op een bureaustoel door, dan is zo'n wandeling als die van gisteren misschien wel een beetje erg ambitieus.
Kreunend en steunend kom ik op gang. We vertrekken weer van deze dure camping en Daniël stelt voor om nog een kort wandelingetje verderop in de bergen te maken. Haha, leuk geprobeerd, denk ik bij mezelf. Maar goed, eenmaal in beweging gaat het ook wel weer.

We rijden de pas over, waarbij we op een haar na 3 herten onder auto krijgen, en zien in de verte de Sassolungho liggen, een van de meest imposante bergen van dit gebied. Onderaan de berg bij de liften is een camperplek, waar we op gaan staan. Je kunt hier een leuk wandelingetje maken met gondels, zonder al teveel hoogteverschil, dus dat lijkt ons wel wat. Helaas begint het net op dat moment te spetteren en als we omhoog kijken is de berg ineens in een dichte mist gehuld. Zo heb je er niet zoveel aan, nog afgezien van de regen, waar we ook al niet zo blij van worden.



We wachten het even af, maar het knapt niet erg op. Dan rijden we uiteindelijk maar door. Dat tochtje met die kabelbanen en de geplande lunch zou alles bij elkaar toch wel weer een hoop geld kosten en dan is het wel jammer als het zulk slecht weer. De weersverwachtingen waren ook al niet zo best voor vandaag, dus dat komt niet zo heel onverwacht.

Onderweg blijft het regenen en al die mooie toppen zijn in wolken gehuld. Jammer, zo nemen we toch maar afscheid van de Dolomieten. In de Alpen schijnt het al niet veel beter te zijn, dus we stellen ons er maar op in om alvast een flinke rit richting huis te maken. Het is nu maandag en vanaf woendag zou het dichter bij huis heel mooi weer moeten gaan worden, dus dan kunnen we beter nu rijden in de regen en straks lekker nog een paar dagen van de zon genieten.

Maar als we over de Brennerpas rijden, lijkt het in de verte wel wat op te klaren. Het wordt droog en ook lichter. En we zien op de borden "Stubaital" staan. De jongens zien het ook en worden gelijk enthousiast. "Kunnen we daarheen, mama?" Het is het dal waar we vorig jaar voor het eerst met de kinderen op wintersport zijn geweest en dan vonden ze geweldig.
Nou ja, waarom ook niet. We slaan af en rijden het bekende dal in. Het klaart steeds verder op en de zon probeert zowaar nog te gaan schijnen. De jongens willen graag naar de camping waar we vorig jaar op stonden, maar wij willen nu wel eens het dal verder in rijden om een kijkje te nemen. Vorige keer zijn we niet verder gekomen dan de camping en Schlick2000 waar we gingen skieën.

Dieper wordt eht dal mooier en rustiger. Ik vind op internet een leuke wandelroute en we parkeren de camper bij de Wilde Wasserweg. Het is inderdaad een mooie route, langs een woeste waterval en een wilde beek. Niet te moeilijk, niet te steil omhoog of omlaag. Erg prettig voor de verstijfde beenspieren. En aan het eind zit uiteraard een bergrestaurantje, waar we dan toch nog maar een keer een Jausenplatte bestellen en paar flinke glazen Schiwasser.




 






















Via een bospad langs een andere waterval lopen we weer terug en Daniël vindt de allergrootste eekhoorntjesbroodpaddestoel ooit, dus zijn dag is ook weer goed.

We rijden terug naar de campingin Neustift. Het is overal erg rustig. Dit dal moet het blijkbaar meer van de wintersport hebben, hoewel het er nu ook erg mooi is, zeker nu de zon alsnog uitbundig is gaan schijnen. De campingeigenaar vindt het erg leuk dat we terugkerende gasten zijn en we worden vriendelijk verwelkomd en krijgen een mooi plekje.


Toen en nu op dezelfde camping


Onze buurman heeft een stevige Corvette, waar David tot zijn grote plezier even in mag zitten. Hij en Daniël brengen een gezellig uurtje door met de oude meneer uit Duitsland, die hier al 30 jaar een vaste plek heeft en met zijn Corvette in een paar uurtjes over de Duitse autobanen hiernaartoe is gescheurd.

Ik heb op een aanplakbiljet gezien dat in een restaurantje in het dorp vanavond live muziek is, dus ja hoor, de familie gaat maar weer eens uit eten. HEt is een familie-orket dat heerlijke Tiroler muziek speelt. Echt nog wel even genieten hoor. Een wildpannetje, zacht gejodel op de achtergrond.... die Heilkraft der Bergen doet zijn werk wel weer.



We twijfelen nog of we nog een extra nachtje zullen blijven, maar de volgende ochtend regent het toch weer en het ziet er niet naar uit dat dat gaat opknappen. Dus nu nemen we toch echt maar afscheid van de bergen. In de regen rijden we de Fernpass over en Duitsland in. De hele weg blijft het regenen.
Om de beurt mogen de jongens een tijdje voorin, terwijl ik achterin voorlees en spelletjes speel. Hierdoor missen we de afslag naar Stuttgart, maar om eerlijk te zijn vind ik het niet erg om niet over de A8 te hoeven rijden. Ik heb echt een hekel aan die weg, die altijd druk is, waar altijd wegwerkzaamheden zijn en waar het bij Hohenstadt zo afschuwelijk steil, smal en slingerig is. Nu rijden we weliswaar wat om, maar goed, dat is ook niet zo'n ramp.
We besluiten om een camperplek bij een binnenzwembad te zoeken om deze saaie dag toch leuk af te sluiten.
In Neckarsulm vinden we Aquatoll, een enorm complex met een camperplek gratis erbij. Die is voor ons. Na het eten, deze keer braaf zelf gekookt, gaan we richting zwembad.
Het is een goede gok. Er is een coole donkere glijbaan, een hele gave wildwaterbaan, waar Jonathan tot zijn verdriet nog niet in mag, er is een leuk kindergedeelte, een heerlijk warm buitenbad en zelfs een Turks stoombad. Een echte aanrader na een dag als vandaag.
Helemaal schoon, warm en moe rollen we 's avonds ons bed in.

De volgende ochtend is het nog wat mistig, maar we zien al dat de zon probeert om er door te komen en het regent ook niet meer.
Na een half uurtje rijden we de stralend blauwe lucht in. We besluiten om een stop te maken bij de stad Speyer. Dit moet een mooi stadje zijn, waar we elke keer langs kachelen. De jongens willen graag naar een stadje, dus dit is een mooie gelegenheid om eens van de snelweg af te gaan.
Het is inderdaad een mooie stad. We parkeren bij de Postgalerie buiten, op een paar honderd meter van het centrum. Via een oude stadspoort lopen we de Maximilianstrasse op, de grote hoofdstraat die richting de Dom voert, waar Speyer om bekend staat.

Het is inderdaad een enorme kerk, maar wel vrij sober ingericht. We gluren even naar binnen in wat kleine kapelletjes en die zijn wel iets mooier. Ook de crypten schijnen de moeite waard te zijn en je kunt op bepaalde tijden de toren beklimmen. Dat doen wij allemaal niet, want we hebben honger.




Eenmaal terug bij de camper besluiten we nog eens tuk door te rijden, richting de Moezel. Ik vind een mooie camping in het boekje bij Heidenburg, Moselhöhe. Hij ligt niet zo ver van de snelweg en schijnt mooi uitzicht te hebben.
We doen nog even inkopen onderweg en strijken dan neer op deze camping van Nederlandse eigenaren. Patsboem, ineens zijn we weer onder Nederlanders. De afgelopen weken hebben we amper landgenoten gezien of gesproken, maar nu zijn we zo dichtbij huis dat 'we' weer overal te vinden zijn.
Jonathan vindt het niet erg. We mogen helemaal onderaan de camping staan, vlakbij de speeltuin tussen de andere Nederlandse gezinnen. Jonathan heeft al gauw nieuwe vriendjes en wij maken een gezellig praatje met onze campingburen. We staan op een mooie ruime plek, met schitterend uitzicht, kilometers vers weg. We zitten hier op een soort hoogvlakte en kijken over alle lagere heuvels in de buurt heen.
HEt is hier ook zo heerlijk rustig en stil, alleen af en toe komt er een vliegtuig van de Amerikaanse luchtmacht uit Spangdahlem over om de rust even te verstoren.


Wij zouden hier best langer willen blijven, maar voor David en Thomas is het wat saai. De grotere kinderen die er zijn, vertrekken ook weer en er is maar een piepklein zwembadje, terwijl wij ze toch nog een camping met echt zwembad beloofd hadden.
Dus helaas kiezen we er toch maar weer voor om te vertrekken en iets te zoeken waar wat meer te doen is voor onze prepubers.

We rijden maar een half uurtje en dan zijn we in Kyllburg.



Ook hier is een camping van Nederlandse eigenaren, met ongeveer 99% Nederlandse gasten. Gelegen aan het riviertje de Kyll, naast het gemeentelijk zwembad waar we gratis in mogen. We worden allerhartelijkst ontvangen en krijgen een plekje aan het water.


Het is zonnig en warm en de jongens kunnen haast niet wachten tot we eindelijk gaan zwemmen. Het zwembad is helemaal super, met een glijbaan, 2 duikplanken, een groot wedstrijdbad en een flinke ligweide rondom. De badmeesters zijn wel heel streng. Thomas krijgt op zijn kop als hij aan de verkeerde kant het bad wil uitklimmen en Jonathan als hij per ongeluk aan de zijkant het water inkukelt, omdat je daar niet mag springen. Maar dat mag de pret niet drukken en ze vermaken zich uren op de glijbaan en de duikplanken.






We blijven onze laatste vakantiedagen op deze camping. Nog een keer een wandelingetje door het bos over de heuvels naar Kyllburg en verder gewoon zwemmen en relaxen. Met grote banden kunnen ze ook zelf het riviertje afzakken, hoewel het water wel erg koud is om er in te gaan.
Tot groot plezier van de pyromaantjes mag je hier vuurschalen lenen en dan zelf hout sprokkelen in het bos om een vuurtje te stoken op je plek. De tweede avond hebben we er zelfs marshmallows bij.
Er wordt ook nog een filmavond gehouden op het grote speelveld.
Dit is echt een leuke plek om met kinderen heen te gaan, maar reserveren is wel een aanrader in het hoogseizoen.
Volgens de eigenaar zaten ze al 10 weken achter elkaar vol en hadden wij net geluk. Omdat we drie nachten willen blijven, moeten we halverwege ook nog een keer verkassen, maar dat is voor ons nooit zo'n probleem. De tweede plek was ook weer aan het water dus helemaal goed. Hier komen we zeker nog wel eens terug.



We hebben onze vakantie tot het uiterste gerekt, maar op zondagochtend móeten we t och echVanaf hier is dat ongeveer 4 uur rijden, met pauzes voor koffie, tanken en plassen doen wij er wel 5 uur over.
En dan zijn we weer thuis, na een heerlijke vakantie waarin we utieraard wel wéér veel meer hebben gereden dan gepland en wéér verder zijn gegaan dan we verwacht hadden. Maar het was wel een supervakantie. Veel gezien, veel gedaan, nieuwe landen ontdekt, gezwommen, gewandeld en heerlijk gegeten.

In 4 weken zijn we door 10 landen gekomen: Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Bosnië en Herzegovina (telt wel als 2 landen toch?), Kroatië, Slovenië, Italië en België. In 7 van de 10 hebben we ook daadwerkelijk overnacht. 
Ruim 4000 kilometer is erbij gekomen op de teller. Geen technische problemen van enige betekenis, op de gesneuvelde stoelen na en een kleine barst in de voorruit, na een steentje ergens in Bosnië. 
Temperaturen variërend van 40 graden overdag tot rond het vriespunt in de nacht. Van zeeniveau tot ca 2300 meter erboven en alles daartussenin. En van begin tot eind voor herhaling vatbaar...

Reacties

Populaire posts van deze blog

Route des Grandes Alpes

  Op donderdag 5 augustus is het eerst tijd voor hard werk: huis helemaal schoon achterlaten i.v.m. logees in onze vakantie, laatste werk afronden, camper inpakken. Aan het eind van de middag zijn we klaar voor vertrek en is het zover: tijd voor ons rondje Route des Grandes Alpes in Frankrijk. We zijn bepaald geen Frankofielen, dus we hopen er maar het beste van. De keus is dit jaar op Frankrijk gevallen, omdat Duitsland op het moment van ons vertrek ontzettend moeilijk doet over coronatesten bij kinderen die geen coronapaspoort hebben. En dat geldt voor onze jongste. Het geluks-/pechvogeltje is de enige bij ons thuis die nog geen corona gehad heeft, en heeft in de tijd dat het in ons gezin heerste zoveel teststokjes in zijn neus gehad, dat hij vanaf toen categorisch weigert om zich ooit nog te laten testen. Een kind met ruggengraat dus! En omdat wij hem groot gelijk geven, moeten we onze vakantie daar een beetje omheen plooien. Geen coronatesten dus om ergens naar toe te mogen. Fran

Zomer in Zweden

Zoals altijd ondergaan onze reisplannen op het allerlaatste moment een radicale wijziging. In plaats van naar Polen, Slowakije en het Tatragebergte, de enige plek in Europa waar het deze zomer al steady wekenlang regent, vertrekken we op een bloedhete vrijdagmiddag richting Zweden. Al jaren willen we deze kant op, maar steeds werden we tegengehouden door slecht weer of gebroken benen. Nu grijpen we onze kans. Het is er mooi weer, het ligt op de route aangezien we onze kinderen in Drenthe moeten ophalen en we gaan ervoor! Na een warme rit pikken we de jongens op in Hollandscheveld en dan rijden we door naar camping  Wilsumer Berge , net over de grens in Duitsland. Het is een gigantisch park, waar iemand met een auto ons onze plek wijst. Eigenlijk houden we hier niet zo van, maar vooruit, voor een nachtje overleven we het vast wel. Na de afgelopen droge weken is het gras hier kurkdroog, de hemel diepblauw en tussen de bossen en heuvels lijkt het alsof we al heel ver weg zijn. De

Korte zomer, maar toch een mooi bergenrondje

 Dankzij een flinke intensieve periode van verbouwen en verhuizen is onze camper al maanden nauwelijks van stal gehaald. Gelukkig start hij zoals altijd bij de eerste tik als we hem eindelijk weer kunnen ophalen. En les 1 van onze nieuwe woning: nee, een camper onderaan een steile dijkafrit parkeren, volladen en dan weer willen vertrekken is géén goed plan. Gelukkig trekt de 22 jaar oude vertrouwde sterke dieselmotor uiteindelijk zichzelf de dijk toch wel op. We hadden ook niets anders van hem verwacht, zoals we hem kennen uit onze bergvakanties. We rijden vlot door naar Mönchengladbach, net over de grens in Duitsland. We vinden een plekje op  Camperplek Schloss Wickrath . Deze camperplek ligt weliswaar vlak naast de snelweg, maar daar hebben we niet al teveel overlast van. Hij ligt ook mooi aan een groot park. Dwars door dat park lopen we naar de stad, waar we heerlijk eten bij het Wickrather Brauhaus, om het begin van de vakantie te vieren. Het park zelf is ook echt een aanrader. Je