Doorgaan naar hoofdcontent

Zomervakantie 2023: Frankrijk, Zwitserland en Italië, dwars door de bergen

Le Roptai, Ardennen

Een paar uur later dan gehoopt vertrekken weer thuis, met achterlating van een brandschoon gepoetst huis, richting ????

Om vrijwel direct aan te sluiten in de file naar het zuiden. Anderhalf uur later zijn we nog niet eens bij Dordrecht…. Het staat gewoon stil, echt stil….







Gelukkig rijden we daarna alsnog redelijk door. Uren later strijken we neer op camping Le Roptai in Ave-et-Auffe in de Ardennen. Toevallig staat er ook een klasgenootje van Jonathan op ons veld!

We eten patat en hamburgers bij de camping snackbar. Het is een beetje oude boel , maar je ziet duidelijk dat ze het aan het opknappen zijn, nieuwe speeltuin en de kampeervelden en sanitair zijn dik in orde. Vooral veld D geeft mooi uitzicht, maar wij staan op E.

Van Metz tot Moezel


We ontbijten met wat spetters regen en zijn dan snel weer op weg. Het is gelukkig nog niet erg druk. Met brandend brandstoflampje bereikten we het eerste tankstation in Luxemburg, maar de wachttijden zijn zo lang, dat we nog even 6 km doorrijden naar de volgende. Die we hortend en stotend en met samengeknepen billen bereiken als de camper het laatste stukje bergopwaarts de allerlaatste druppels bijna niet meer uit de tank kan pompen! Zelfs als we na het tanken weer weg willen, start hij maar moeizaam. Blijkbaar waren zelfs de leidingen leeg…. Oeps…. Omdat we niet zo’n zin hebben in hele lange ritten besluiten we een tussenstop in Metz te maken. Een stad waar we al diverse keren in volle vaart langs zijn geracet op weg naar het zuiden, maar die volgens een artikel in het NKC tijdschrift de moeite waard moet zijn. We parkeren aan de rivier naar een camping en lopen vanaf daar zo het centrum in.
Wat een mooie stad is dit! Prachtige gebouwen, een schitterende kathedraal, pleinen… we ontdekken ook nog een overdekte markt waar we broodjes halen en later nog een kilo rosbief die erg in de aanbieding is. Lekker voor op de bbq!


Halverwege krijgen we een enorme plensbui over ons heen, wat een mooi excuus is om wat winkels van binnen te bekijken.




Na deze korte citytrip ben ik zelf volledig af en terwijl ik achterin op bed een uurtje ga slapen rijdt Daniel op de navigatie verder. Weer strijken neer in Liverdun op een camping aan de moezel. Mooi plekje, zwembad erbij, en tussen de wolken schijnt alweer de zon. Thomas gaat vissen en er is een mooie pumptrack een kilometer verderop wat de jongens zich ook nog vermaken.



Route des Crêtes

Met prachtig weer kunnen we lekker buiten ontbijten. De jongens gaan daarna nog even vissen en naar de pumptrack terwijl wij opbreken en nog een keer koffie drinken. Met wat slinkse beïnvloeding lukt het mij om eindelijk de Vogezen op onze route te krijgen. Dat wil ik al jaren, maar elke keer is het slecht weer als we er langs komen. Deze keer niet, dus dit is mijn kans.




We pikken de jongens op bij de pumptrack en rijden via rustige wegen richting de Vogezen. Daar starten we op de Route des Crêtes bij de Col du Bonhomme. Een mooie route langs de centrale bergland in de Vogezen. Ooit aangelegd door het leger als bevoorradingsroute in de 1e Wereldoorlog, maar nu een toeristische trekpleister.

Onderweg stoppen we bij het Gazon de Faing waar we naar het uitkijkpunt wandelen.

Daarvandaan heb je bij helder weer uitzicht tot de Jungfrau in Zwitserland. Zo helder is het nu niet, maar we kijken wel over het Rijndal naar het Zwarte Woud.



We vervolgen de route en stoppen hier en daar nog voor het uitzicht. Het aardige is dat de weg grotendeels op min of meer dezelfde hoogte blijft lopen langs de bergkam. Wel jammer dat een groot deel door het bos gaat, dus zonder uitzicht en een beetje saai.

Net als we het eigenlijk zat zijn, komen we bij de hoogste top, de Grand Ballon, waar je met de camper mag overnachten. We vinden er ook nog eens een mooi plekje met geweldig uitzicht. Daar strijken we neer en steken de bbq / kampvuurtje aan. Dat wordt wel een leuke avond zo.


Na het eten beklimmen we zelfs nog de Grand Ballon Sommet van 1424 meter hoog. Het uitzicht hierboven is prachtig, aan de ene kant over de Vogezen en aan de andere kant over het Rijndal naar het Zwarte Woud. Het is wel wat bewolkt, anders hadden we zelfs de Alpen kunnen zien.

Vanuit onze luie stoel genieten we daarna van de spectaculaire zonsondergang, waarna het hard verder afkoelt en we naar binnen verkassen.

Bern

Al voor het ontbijt beklim ik de top nog een keer in de hoop op verdere uitzichten. Maar helaas, hoewel het stralend weer is, is het in de verte erg heiig en zie ik nog minder dan gisteren.





Na het ontbijt vertrekken weer bergafwaarts. We besluiten even over te steken naar Duitsland om te tanken en boodschappen te doen. Dat scheelt nogal in de portemonnee. Daarna rijden we de snelweg op richting Bern. Dat moet een mooie stad zijn, waar ik al een tijdje nieuwsgierig naar ben.
En terecht! We parkeren aan de rand van de oude binnenstad op een heuvel met gelijk al grandioos uitzicht. Wat een prachtige stad is dit. Schitterende oude gebouwen met donkerrode daken, omringd door de knalblauwe Aare, die als transportmiddel gebruikt wordt door de inwoners. We zitten diverse mensen die zich mee laten drijven met een waterdichte tas met hun spullen bij zich. Het stroomt razendsnel, maar lijkt niet zo diep te zijn, want soms zie je mensen ook lopen door het water. De jongens voelen er wel wat voor, maar we gaan eerst de stad maar eens bekijken.


We komen eerst al langs een berenpark, waar Bern bekend om staat. We zijn nogal warm gekleed, afkomstig uit de frisse bergen, terwijl het hier goed heet is. Gelukkig zijn de straten hier omzoomd met overdekte galerijen waardoor we grotendeels in de schaduw lopen. De binnenstad is echt heel mooi en Zwitsers netjes en schoon. We wandelen de Gerechtigkeitsgasse uit tot we links het prachtige parlementsgebouw zien liggen. Helaas staat het een beetje in de steigers.


Ervoor ligt een plein met bedriegertjes. Jonathan en Thomas kunnen de verleiding niet weerstaan en laten zich hier een beetje opfrissen.


Aan de achterkant lopen weer hoog langs de kliffen terug tot we bij de Berner Münster aankomen. Het lijkt een kathedraal, maar is een protestantse kerk. Dat moeten we altijd even in en we besluiten om de toren te beklimmen. Jonathan ontwikkelt halverwege spontaan hoogtevrees, maar hij zet onder lichte dwang toch door. De trap is eenrichtingsverkeer, dus terug is ook niet echt een optie. Vanaf de galerij om de toren is het uitzicht grandioos. Je kunt nog hoger, maar dat laten Jonathan en ik maar even voorbij gaan.


Eenmaal terug beneden hebben we wel een ijsje verdiend. Dat is geen goedkoop grapje, als we voor vier ijsjes 24 Frank aftikken. Langzaam aan wandelen weer terug naar de camper. Er zit een camping aan de rand van de stad aan de Aare, en daar willen we eigenlijk wel heen. Nog even lekker zwemmen en opfrissen. Helaas…. Vol…. Wat nu? We belanden op de weg naar Thun, kunnen pas na een hele tijd even stoppen en besluiten dan maar deze weg te volgen. Ik vind een cp bij een boerderij (Bim Wald) en we hopen dat die plek heeft. Gelukkig is dat zo. We staan hier erg mooi, met uitzicht op de bergen én er is zelfs een zwembadje! Wat een meevaller!

Het kost 20 franc per nacht dus dat gaat ook nog wel. En de eigenaren zijn ontzettend aardig. De jongens mogen skateboards lenen om van de weg af te suizen en David mag zijn tentje achter de camper opzetten.

We kunnen nog lang buiten zitten, hier is het niet zo koud. Na het eten wandelen we nog even naar een meertje in de buurt. Heerlijk om echt in de bergen te zijn.

Zweisimmen

Na een rustig nachtje vertrekt David al heel vroeg op de fiets naar een pumptrack in de buurt en ontbijten we wat later. En dan moeten we echt kiezen welke kant we nou op willen. Eigenlijk wilden we naar de Dolomieten, maar daar zijn de weersverwachtingen nog steeds niet goed met veel regen en frisjes. Ik wou ook wel naar Toscane maar daar is het weer vreselijk heet. In de Zwitserse Alpen wordt het op de lange termijn ook nogal nattig, dus we moeten toch wel iets verder zuidelijk. Bovendien ligt Daniels opa op zijn sterfbed en willen we niet al te ver weg voor het geval we toch terug moeten. En Frank wil misschien ook nog langskomen en die zit in de Franse Alpen op dit moment. Dus we zetten koers richting Frankrijk. We weten nog niet precies hoe, maar dat komt wel. In Zweisimmen vinden we een camping met een zwembad, vlakbij een pumptrack en een forellenvijver. Dat lijkt wel wat. Ze hebben nog plek en we komen net voor de middagpauze al aan, want het is niet zo ver.

De rest van de dag doen we rustig aan. Er is regen en onweer voorspeld dus we gaan nog even niet de bergen in vandaag. Het valt wel mee, wel wat regen af en toe, maar ook veel zon en lekker warm. Beetje fietsen naar het dorp, zwemmen en we bbqen op een grillplek aan het riviertje naar de camping. Ze hebben hier zelfs gratis douches, dus dat is ook wel weer even lekker.

‘S Avonds blijft het lang warm, ondanks dat het wel gaat regenen en ook flink onweert in de verte. We hebben mooi uitzicht op de bliksem vanaf hier.

Wandeldagje

Eindelijk tijd voor een echte bergwandeling! ‘S ochtends worden we nog wakker van harde regen, de luifel die staat te klapperen en David die appt dat zijn tent bijna wegvliegt met hem erin. Het gaat flink tekeer zo vroeg in de ochtend. Een uur later breekt de zon gelukkig door en gaat de wind liggen. We breken op, want vandaag vergt wat voorbereiding. Eerst rijden we naar Schönried, waar we de camper parkeren. Vervolgens nemen we de trein terug naar Zweisimmen. Een mooie panoramische route, de trein zit dan ook bomvol toeristen en er wordt onderweg nog het eea verteld via de luidsprekers.

Als wij aankomen moet de trein van wisselen wisselen, voor de overgang van smalspoor naar breedspoor, maar daar hoeven wij niet op te wachten. Wij kopen dagkaarten voor de kabelbanen en vertrekken voor een kilometer stijging naar ruim 2000 meter hoogte op de Rinderberg. Dat duurt wel even.


Boven gaan we een wandeling maken naar de Horneggli-stoeltjeslift die ons terugbrengt naar Schönried en de camper. De wandeling is ongeveer 6 km lang en heeft op 80 meter klimmen gelijk in het begin na niet heel veel stijging of daling. Het is een mooie tocht, met prachtig uitzicht, ondanks het wat bewolkte weer van vandaag. Als de zon wel schijnt is het meteen flink heet, dus die wolken zijn nog niet zo erg.











Onderweg eten we nog een ijsje bij een bergrestaurant met Panorama terras.


Ook weten we dat er aan het eind van de tocht een Feuerstelle is, zodat in een van de rugzakken een koeltasje met braadworsten zorgvuldig vervoerd wordt.

Tegen dat we daar zijn, gaan die er ook wel in!

Wij doen altijd wat langer over de routes dan aangegeven, waarschijnlijk ook doordat we vaak stoppen om van het uitzicht te genieten, of misschien lopen we gewoon niet zo snel. Om 4 uur zitten we in de stoeltjeslift omlaag (brrrr…omlaag is niet zo leuk als omhoog).

David heeft heel behulpzaam een camping bij een pumptrack in Saanen, 5 km verderop voor ons uitgezocht. We rijden heen en hij heeft gelukkig plek. We krijgen een mooi plekje, er is een beek om te vissen en een prachtige pumptrack vlakbij.


Bergparadijs

De dag begint vrij waardeloos, maar eindigt in een klein paradijsje. De camping in Saanen bevalt ons wel, dus we willen nog wel een dagje blijven en dan vandaag met de bus ergens heen om te wandelen. Maar het zit niet mee. Eerst moet er een was gedaan worden, want na bijna een week beginnen we door het ondergoed heen te raken. De receptie is dicht en de eigenaar neemt de telefoon niet op, dus we kunnen niet vragen of we langer mogen blijven. De bus naar de Lauenensee blijkt nogal onregelmatig te rijden en we missen hem terwijl de volgende pas twee uur later gaat. Er moet tussendoor ook nog wat voor kantoor geregeld worden. Uiteindelijk zie ik de campingeigenaar, zodat ik kan vragen of we kunnen blijven. Ik krijg een onvriendelijk antwoord dat dat niet kan en dat ze dat gisteren al gezegd had. Ik probeer mijn van der Vlistse kant nog even te onderdrukken door zo beleefd mogelijk te vragen of er een ander plekje is, maar na nog een onvriendelijke reactie stamp ik terug naar de camper en rijden we op z’n heel erg Van der Vlists nog net niet met piepende banden de camping af. Met de nog natte was achterin op het bed… Tot nooit meer ziens!

In Gstaad doen we boodschappen bij de Coop. We zijn wel even klaar met campings en beheerders. Omdat het hier megadruk is, zijn we benieuwd wat er te doen is. We wandelen het stadje in, en er blijkt een groot tennis evenement te zijn. Niet zo erg interessant dus, maar Gstaad is wel erg mooi om even te zien. Monaco in de bergen zeg maar… allemaal Prada, Louis Vuitton etc. Prachtige huizen met bloemen en hout en fonteinen. Leuk om even door te struinen, al vallen we wat uit de toon, gekleed om te gaan wandelen als we zijn.

Na Gstaad vraag ik of Daniël zin heeft in een gokje… ik heb een plekje gevonden op Park4night dat me wel aanspreekt. Het is maar 15 km verderop. Via een klein buitengewoon smal en af en toe nogal steil tolweggetje kruipen we de bergen in naar de Arnensee. Daar moet een soort natuurcamping zijn met maar een paar plaatsen. Vol is vol en dan moeten we terug, maar dan kunnen we vast nog wel even wandelen of zwemmen in het meer. Onderweg vangen we een paar keer een geschokte blik op van wandelaars, die vooral mij een wat ongemakkelijk gevoel geven of dit nou wel zo’n goed plan is met bijna 7 meter camper. Daniël haalt zijn schouders op: naar beneden kom je altijd wel, is zijn motto in de bergen. Maar ons geluk is gekeerd en het laatste plekje, aan de rand van het campinkje is voor ons!


Het is prachtig weer en het meer is zo mooi dat het bijna onecht lijkt. Wat een paradijsje hier boven in de bergen. De mannen gaan vissen en zwemmen en ik wandel er in mijn eentje in een uur omheen.



Daarna neem ik ook een duik. Het water is koud, maar het went wel en het is zo helder dat je de bodem kunt zien, hoe diep het ook is. Wat een fantastische plek en wat een geluk dat de camping in Saanen vol zat! Zo zie je maar, gewoon mee laten drijven met de stroming en dan komt het altijd goed of nog beter… Bij de camping is een grillplek waar we ‘s avonds hamburgers grillen. Er is ook een bron met fris bergwater en een bak waar koud water doorheen stroomt die iedereen als koelkast gebruikt. Geld voor de overnachting doe je in een envelopje. Alleen bereik van 4g is er bijna niet, maar in deze omgeving klagen zelfs de jongens daar niet over.
Na het eten spelen we ons eerste potje Catan van deze vakantie. Als het donker wordt, zie je hier miljoenen sterren, niet gehinderd door licht of geluid uit de bewoonde wereld. Dit is echt genieten!

Op naar Italië

In de ochtend ziet ons paradijsje er wat somberder uit. Het is bewolkt en de wolken hangen laag (nou ja, wij staan hoog). Als ik me net buiten heb geïnstalleerd om pannenkoeken te bakken voor het ontbijt begint het te regenen. Dat betekent dus dat de camper alsnog van binnen een heerlijke pannenkoeken odeur krijgt ;)

We ontbijten wat later alsnog buiten als het weer droog is, maar na het ontbijt moeten we als een speer alles opruimen, want dan barst een nieuwe bui los, compleet met hagel en onweer. Tijd om te vertrekken! We glijden de smalle weg weer af en vervolgen de route zuidwaarts over de Col du Pillon, waar we inmiddels in Franstalig Zwitserland zijn aangekomen. Na een bijna eindeloze afdaling komen we aan in Aigle, tussen de wijngaarden, waar het al wat warmer en zonniger wordt. Even een stukje snelweg en dan de Grote Sint Bernhardpas op. op naar de zon in Italië!





Deze weg is heel goed te doen, het eerste stuk is gewoon een brede weg de bergen in. Als het moeilijk wordt, kun je de pas overslaan door een lange tunnel te nemen, maar dat doen we natuurlijk niet. De pasweg is steil maar goed te rijden en het is ook niet erg druk. Onderweg pauzeren we om te lunchen en even te vissen, zonder vangst helaas.

Het is echt heel mooi hier, al slingerend rijden we verder naar de past op zo’n 2400 meter hoogte.

En daarna ook weer slingerend naar beneden in een landschap dat aan de Italiaanse kant heel anders is dan aan de Zwitserse. de afdaling duurt heel lang, eerst vanaf de pas, maar daarna blijven we ook maar dalen, helemaal naar Aosta. Onderweg zoek ik een camping met zwembad op, net buiten Aosta, Camping International Touring. Vlak voor we er zijn doen we nog even boodschappen voor aangenamere Italiaanse prijzen, hoewel ik niet van plan ben om te koken. In het land der Pizza’s gaan we zeker weten uit eten! De camping heeft plek genoeg, wij komen op een ruime plek helemaal achteraan aan de rand van een woeste rivier met daarachter de snelweg. Die hoor je niet eens zo goed, dankzij de rivier.
Met badmuts nemen we een frisse duik, gevolgd door een douche in het prima sanitair.
En dan ‘s avonds inderdaad lekker pizza eten in het campingrestaurant, dat is pas echt vakantie!


Pila

Op de fiets haal ik met David verse broodjes bij de Conad verderop aan de drukke weg. Erg leuk, een soort snoepscheppen met broodjes! Je stopt wat je wilt in een zak en betaalt per kilo! Na het ontbijt verzorgen we de camper en rekenen we 69 euro af voor 1 nacht, slik. En dan was deze nacht nog middenseizoen, vanaf nu begint het hoogseizoen en is het nog ruim 10 euro per dag duurder. We rijden niet ver, maar wel vrij lang. Via een lange kronkelweg slingeren we ons omhoog naar het bergdorpje Pila boven Aosta. Hier is een camperplek, twee eigenlijk zelfs. We staan op de onderste, op zich met mooi uitzicht en erg rustig maar een beetje saai. De bovenste ligt naast een speeltuin en is wat levendiger met uitzicht op het dorp en de skipistes die nu groene weides zijn natuurlijk. Maar deze is vol. We nemen een stoeltjeslift genaamd Chamolé omhoog naar ruim 2200 meter en komen vanaf dat nog wat verder naar een idyllisch meertje. Daar lunchen we met een aantal van de broodjes van vanochtend aan de oever.
Daarna lopen we terug naar de camper via een lange steile wandeling omlaag met weergaloos uitzicht op de Mont Blanc, de Grote Sint-Bernhardpas en zelfs de Matterhorn in de verte. Het is hier weer echt prachtig.


Het gebied is meer bekend als fietsplek dan om te wandelen, dus je ziet hier vooral veel fietsers. In het dorp zelf is ook van alles te doen. Het doet ons erg denken aan Pra Loup waar we twee jaar geleden waren. Ook zo’n skidorp met grote hotels waar in de zomer ook toerisme op een wat lager peil te vinden is. Eenmaal terug in het dorp ben ik behoorlijk kapot en heb ik een blauw achterwerk na een keer uitglijden op het steile pad. We belonen onszelf met een ijsje op een terrasje en wandelen terug naar de camper. Onderweg bekijken we de andere plek nog eens een die ziet er toch wel aanlokkelijk uit. Daniël stelt voor om er heen te rijden en gewoon te wachten tot er een auto vertrekt. Er staan namelijk ook auto’s en die blijven hier heus niet overnachten. Dat doen we en na een half uur kunnen we inderdaad ergens parkeren. Een paar uur later komt er nog een mooiere plek vrij en verkassen we nog eens.
Intussen steken we de bbq aan bij een picknicktafel in de speeltuin en genieten we van het grandioze uitzicht. Het is hier erg gezellig, met al die campers een sportieve fietsers die langzaamaan terugkomen.
‘S avonds zijn we allemaal erg moe en het koelt hier ook hard af zo hoog. Dus we liggen op tijd in bed, lekker dat het hier niet zo warm is.

Op avontuur in Pila

Naast de camperplek zit een fietsverhuur en die oefent een behoorlijke aantrekkingskracht uit op de mannen. Op zondagochtend besluiten ze dus om een halve dag echte downhill fietsen te huren en te gaan downhillen.


Jonathan is hier nog wat te jong voor, maar er is ook een klimpark in het dorp en dat is echt wat voor hem. Hij gaat dus klimmen en de mannen fietsen. Ze kunnen in een halve dag een paar verschillende afdalingen doen. Wij zien ze zelfs een keer langskomen vanuit het klimpark, terwijl Jonathan hoog in de bomen hangt en vanaf allerlei ziplines omlaag suist.


Iedereen heeft het geweldig naar zijn zin. Helaas heeft Daniël erg veel last van de voet waar hij vorig jaar met de grasmaaier overheen is gegaan. We blijven de middag dus ook nog hier boven in Pila, want autorijden is geen optie nu en ik ga al helemaal niet met de camper die afdaling doen. Hier blijven is bepaald geen straf. Het is prachtig weer en we staan aan een mooie weide waar we lekker in de zon of in onze eigen schaduw kunnen zitten. De jongens gaan nog even met de fiets en step door het dorp. Er is een kleine pumptrack, maar die is niet zo fijn, want het is zo’n verplaatsbare van kunststof. ‘S avonds hadden we eigenlijk een kant en klaar maaltijd liggen, maar we besluiten om nog maar eens uit eten te gaan. Zo duur is dat hier niet en het is heerlijk om op een terras te zitten, verse pizza te eten en van het uitzicht te genieten. Ja, Pila is wel echt een aanrader. Vannacht gaat het helaas waarschijnlijk al regenen en morgen krijgen we ook regen en onweer dus hopelijk lukt het dan om weer verder te trekken.


Van de regen in de drup

Het was al voorspeld, dus we waren niet al te verrast toen we om 5 uur ‘s ochtends wakker werden van een flinke regen en onweersbui. Gauw alle dakraampjes dicht, maar van slapen kwam niet veel meer met al dat lawaai. Bij het opstaan zaten wij nog wat boven de wolken die diep onder ons in het dal hingen, maar al snel zaten we ook boven in de dikke mist.
Het toilet was ook vol, dus tijd om af te dalen naar beneden. Langzaam slingeren we de berg weer af. Het is bijna 17 km naar Aosta en echt steil, dus daar doen we wel even over. Omdat het vandaag slecht weer blijft, gaan we maar even een flink stuk rijden. We nemen de snelweg naar Turijn waar we boodschappen gaan doen in een groot overdekt winkelcentrum en een gigantische supermarkt van Carrefour. En dan moeten we weer een besluit nemen. Zuidwaarts naar de kust? Of snel weer terug naar Frankrijk richting Briancon? Of nog wat meer door Italie en dan wat zuidelijker Frankrijk in? Of richting de grote Italiaanse meren? Het wordt nog een tijdje Italië. We vinden een camping wat verderop, weer in de bergen en min of meer in de goede richting. Ze hebben plek en het is maar goed dat we dat weten, want de toegangsweg is angstaanjagend. Bij aankomst krijgen we dan ook een sticker als beloning die meldt: I did it! Camping Verna is wel heel leuk en origineel. Allerlei kleine leuke details, spelletjes, een groot opzet zwembad, mooi sanitair. En erg vriendelijke eigenaren. Er staan ook boven verwachting veel Nederlanders hier.


Het is inmiddels gelukkig droog, maar nog zwaar bewolkt tot mistig en omdat we weer vrij hoog zitten is het ook vrij frisjes hier. Hopelijk wordt het morgen wat mooier weer, want waarschijnlijk heb je hier aan de rand van de camping wel erg mooi uitzicht.

Paesana

Na een rustig nachtje met alleen vroeg in de ochtend nog een hele flinke bui, worden we wakker met stralend mooi weer.
Nog voor het ontbijt loop ik een kort stukje naar een uitkijkpunt waar een zogenaamde Big Bench staat. Dat is een enorme bank, die onderdeel is van een project waarbij honderden van dit soort banken zijn neergezet meestal door particulieren, met als enige voorwaarden dat ze vrij toegankelijk moeten zijn en op mooie uitkijkpunten moeten staan. Dat doet deze zeker.
Na het ontbijt besluiten we toch maar verder te gaan. We hebben wel even getwijfeld om nog een nachtje te blijven, maar hierboven is nou ook weer niet zoveel te doen en het is nogal een Nederlandse kolonie hier. We slingeren de berg weer af. Eenmaal beneden rijden we direct de bergen weer uit, want we zaten echt op de rand van de Po-vlakte. Langs de bergen die hier heel plotseling oprijzen uit het vrijwel vlakke land rijden we zuidwaarts. We hebben geen kaart van dit gebied en nogal belabberd internet, dus hier en daar is het wat gokken, maar het komt wel goed. Onderweg zoek ik een mooie camperplek uit in Paesana. Dat blijkt ook weer een dorpje vrij hoog in de bergen te zijn, dus weer kronkelen we steil omhoog via vele haarspeldbochten. Het is wel een aardig groot dorp aan de Po die hier nog een beekje is. De cp wordt flink geprezen op de diverse apps en is inderdaad wel mooi. Het is nu erg rustig, maar als het vol is sta je hier wel behoorlijk hutje mutje. Wij worden pal naast iemand gezet, maar zelf hebben we wel een vrije plaats voor ons, dat scheelt. Het is hier niet eens zo heel zonnig, maar wel flink warm. Ik draai twee wassen, want er is hier een wasmachine die ook maar drie euro per beurt kost. De middag brengen we door bij de beek. Beetje poedelen, zonnen, dammen bouwen en de stenen en stokken die nog steeds een succes zijn.

Je kunt hier ook douchen, dat is ook wel lekker na zo’n warme dag. We zijn het dorpje nog niet eens in geweest, maar dat ga ik morgenochtend wel doen. Al was het maar om brood te halen. ‘S avonds trekt de bewolking weg, maar steekt een harde wind op. We halen in allerijl de luifel toch maar binnen, voordat die op het dak belandt. Thomas wil vannacht in het pop-up tentje slapen. Hopelijk waait hij niet weg.


Raften

Brood voor het ontbijt haal ik in het dorp Paesana. Een echt Italiaans dorpje waar mensen ontbijten bij barretjes en oude mannetjes staan te praten op de hoeken van straten. Ik haal een lekker brood bij een mini supermarkt en wandel terug naar de camping. We ontbijten op de picknickbanken onder de bomen, want in de zon is het nu al goed warm. Daarna vertrekken we toch weer, ook al willen we eigenlijk wel blijven. Daniëls opa ligt nu echt in zijn laatste dagen en we zijn onbedoeld toch wel heel ver van huis en in een onhandige uithoek beland. Dus toch maar vast een stukje terug naar de bewoonde wereld vandaag.

Opnieuw rijden we de bergen uit naar de Povlakte richting Cuneo. Onderweg doen we flink inkopen bij de Lidl in Saluzzo. We rijden langs de imposante Alpen, het blijft bijzonder om hier op een platte pannenkoek te rijden naar zulke grote bergen. Ook de MonViso blijft nog lang zichtbaar, aan de voet waarvan Paesana lag.

Langs een mooi blauw beetje waar we even stoppen voor lunch en vissen rijden we de vallei van de Stura in. In het dorpje Roccasparvera gaan we even langs een rafting bedrijf om te kijken of ze plek hebben. We kunnen nog deze middag mee en dat gaan we doen! Er is ook een klein camping terreintje bij waar we kunnen overnachten, dus dat is helemaal mooi.

We zijn de enige gasten en gaan dus met een eigen raft en een gids op pad. Eerst worden we met een busje naar het startpunt gebracht waar we de raft in het water laten. En dan gaan we van start. Het is een mooie route, niet erg spannend of moeilijk, wel erg mooi. Onderweg stoppen we nog om in de stroom mee te zwemmen, van een rots te springen en gewoon lekker een frisse duik te nemen. Het water is intens blauw en helder. We hebben een super leuke tijd en onze gids is een aardige jongen die leuke spelletjes bedenkt en van alles vertelt over de omgeving.

Bij terugkomst kunnen we lekker warm douchen en we blijven op de camping. We kunnen daar ook gebruik maken van een bbq en picknickbanken en tot vreugde van de jongens is er zelfs WiFi voor het eerst in dagen. Als enige camping gasten hebben we het rijk voor ons zelf en om op te warmen zitten we zelfs in de zon, waar we meestal de schaduw opzoeken. Wat een leuke dag zo!

Vinadio

Al vroeg wandel ik de berg op naar het dorp, wat de bakker recht onder de kerk zit. Alleen zo vroeg dat er nog geen brood is. De bakker haalt wel net een lading ronde foccacia’s uit de oven, dus dan neem ik die maar mee voor het ontbijt. Het is nog niet zo heel heet en de wandeling is prachtig onder de strakblauwe hemel.

We ontbijten in de schaduw achter de camper en dan vertrekken we weer om verder te gaan. We gaan niet zo ver vandaag. We volgen de doorgaande weg richting de Colle de Maddalena en Frankrijk.

In Vinadio rijden we naar de plaatselijke camping. Deze ligt naast een mooi oud fort, een klein meertje en de Stura die hier nog echt een beek is. We krijgen een mooi plekje aan de speeltuin en de rand van de camping met grandioos uitzicht op de bergen. Het is nog niet eens 12 uur als we geïnstalleerd zijn.
We wandelen naar het meertje, bekijken het fort waar je zonder kaartje zo naar binnen kunt lopen. En dan halen we wat brood in het dorpje en een ijsje.


Na de lunch gaan we naar het meertje om te zwemmen en te zonnen. Het is niet echt lekker zwemwater maar we liggen daar wel lekker. Later gaan we nog even naar de beek, waar het eigenlijk leuker is. Thomas gaat er vissen, en het is diep genoeg om een beetje in te kunnen zwemmen, ook al is dat koud!
Omdat het plaatselijke restaurant al vol zat, toen we daar wilden reserveren, gaan de jongens pizza halen om bij de camper op te eten. Op de laatste avond in Italië moeten we tenslotte wel pizza eten.

Barcelonette, terug in Frankrijk

‘S ochtends heel vroeg sprint Daniel gealarmeerd door een fikse regenbui de camper uit om alles wat we buiten hebben laten staan snel veilig te stellen. Als halfdove hoor ik daar pas uren later wat van ;) Ik haal lekker brood bij een mini bakkertje in het dorp en we ontbijten met prachtig weer, de regen is allang weer verdwenen. Om toch weer wat dichter bij huis te komen gaan we vandaag weer verder, hoewel het verleidelijk is om hier nog een dagje te blijven. Dit stukje Italië is echt heerlijk. Via de Colle de Maddalena rijden we Frankrijk in. Deze pas is heel goed te doen, dat is wel te merken aan de hoeveelheid grote vrachtauto’s die we tegenkomen onderweg. Verder is het niet erg druk. We komen in Frankrijk in het gebied waar we twee jaar geleden ook zijn geweest aan het begin van onze vakantie toen we de Route des Grandes Alpes gingen rijden. De jongens vinden het geweldig, normaal komen wij nooit terug op plekken waar we eerder waren. Oh, hier was die beek waar we gekampeerd hebben met dat vuurtje, en daar hebben we toen stokbrood gekocht en klopt het dat achter die berg het 'kikkervisjesdorp' was? We pauzeren op een mooie plek aan de Ubaye, de wilde beek die hier door het dal stroomt. Je zou hier kunnen blijven slapen, maar we moeten eerst nog boodschappen doen. Een paar jaar geleden hebben we iets verderop wild gekampeerd op een best spannend plekje.
Na de lunch, een vispartij (zonder vis, maar met kikker!) en een middagdutje aan de beek doen we boodschappen in Barcelonette. Unaniem besluiten we dat we ook wel weer een nachtje op camping La Chaup willen staan, waar we destijds zelfs twee keer zijn geweest. We worden er zelfs herkend en hartelijk ontvangen. Er is een klein zwembad en belabberde WiFi. We gaan nog lekker even zwemmen maar als het dreigend dicht trekt gauw terug naar de camper. Luifel uit, goed vastzetten, alles droog, maar het valt mee. Bij de ingang van de camping spettert het wel een beetje, maar bij ons blijft het bij flinke wind en zwarte lucht. Even later schijnt de zon weer en gaat de bbq aan. Het blijft nu goed weer en ‘s avonds zien we veel sterren. Onze buren hebben een hond bij zich en dan missen (vooral de jongens) onze Marley toch wel. Hoewel het ook wel erg relaxed is om niet ook nog met een hond rekening te hoeven houden!

Trip down memory lane

Een grote deja vu vandaag…. Lekker ontbijten en genieten van het mooie uitzicht op de camping. Daarna richting Barcelonette om het stadje nog eens te bezoeken. We hebben geluk, want er is markt en we vinden ook nog een parkeerplaats op niet al te ver lopen van het centrum. Het is echt een mooi stadje, prachtige kleurige huizen, smalle straatjes met veel vlaggen en leuke winkeltjes. We halen zelfs een ijsje bij dezelfde kraam als twee jaar geleden. De jongens genieten! We doen nog even wat extra boodschappen om twee nachten wild te kunnen kamperen, want onze volgende stop is ‘onze’ klif aan het Lac de Serre Ponçon. Gelukkig staat er nog niemand. Het is zo leuk dat je hier gewoon overal mag staan en overnachten aan dit bizar mooie blauwe meer.





Op onze klif kunnen wel 5 campers staan, maar wij zijn de enige. Het is hier flink warm en we nemen gauw een duik. Het water staat wat lager dan twee jaar terug, maar we kunnen er goed bij komen, al is het wat klauteren. Het is niet erg koud, ondanks dat het water afkomstig is uit de ijzige Ubaye. Het is wel iets minder mooi weer dan vorige keer en er vallen zelfs wat spetjes regen. Maar de wolken waaien snel over en al gauw zoeken we de schaduw op onder de luifel. We eten spätzle met zalm in champignon roomsaus, wat eigenlijk wel een beetje veel afwas veroorzaakt voor een nachtje zonder camping, maar erg lekker smaakt. Na de afwas nemen we nog een avond duik, want dat hoort erbij als we aan een meer staan.

Eindelijk een dagje rust

Gisteravond is het nog even flink tekeer gegaan. We hoorden het al stevig onweren in de verte en er kwam een zwarte lucht aan. Het waaide ook vrij hard. Voor de zekerheid halen we alles binnen en draaiden we de luifel in. En toen ging het ook bij ons nog even los. Zondagochtend is het gelukkig weer droog en zonnig. We blijven hier een dagje relaxen, zo ongeveer voor het eerst deze vakantie. Uitgebreid ontbijten, koffie drinken, zonnen, zwemmen, slapen, zwemmen, lunchen en nog maar eens zwemmen….

Het is warm maar niet te heet en heerlijk zonnig. De wetenschap dat Nederland in de regen zit, maakt dat we hier niet weg willen.
‘S avonds gaat de bbq aan en na de afwas nemen we nog een avondduik. Met wat sprokkelhout maken we een klein vuurtje in de bbq om marshmallows te roosteren. Ernaast staat een bak water waar ik net mijn haar mee heb gewassen en waar we straks onze voeten nog mee gaan doen, als we hem niet nodig hebben als bluswater ;)

Het is hier zo stoffig, alles zit onder een laagje grijs stof, dus voor het slapengaan moeten in elk geval de voetjes even schoon.

Op weg naar huis

Na een heerlijk pannenkoekenontbijt in de zon krijgen we het bericht dat Daniels opa nu toch is overleden. De begrafenis is zaterdag. Dat betekent dat we iets eerder naar huis moeten dan gepland. Heel veel haast hebben we desondanks niet. Na het ontbijt nemen we nog een lekkere ochtend duik en dan hobbelen we onze klif weer af. We rijden langs het meer naar Embrun waar we boodschappen doen. Vanaf daar volgen we de N94 richting Briançon. Dat rijdt lekker door en het is een mooie route. Eigenlijk wilden we onderweg nog even stoppen voor een picknicklunch, maar ach, het rijdt wel goed door en misschien kunnen we beter op camping Gravelotte lunchen.
Dat blijkt iets langer rijden dan verwacht en dan zijn ze nog vol ook. Balen! Ook de andere camping in het dorp La Grave is vol. Er zit nog een kleinere camping onderaan de Col de Lautaret waar we net overheen gekomen zijn. Die lijkt volgens internet nog plek te hebben. Dat is ook wel zo, maar geen plek waar wij op passen ivm laaghangende boomtakken. Grrrr…. Inmiddels is het vier uur, hebben we nog niet geluncht en zijn we allemaal hangry (ondergetekende het ergst van allemaal)! Onderweg kwamen we nog langs een klein vrijwel verlaten campingveldje. Dan die maar proberen. We snappen de aanmeldprocedure niet helemaal maar we zoeken gewoon een plekje. Al gauw komt een Duits sprekende vrouw naar ons toe. Het blijkt een verenigingscamping te zijn. We mogen hier wel staan, maar dan moeten we lid worden of een hoger tarief betalen, waar ze zich uitgebreid voor verontschuldigt, terwijl wij hier de brutale indringers zijn eigenlijk. Geen probleem, zelfs het hogere tarief is nog goedkoop en we zijn al lang blij met een plek. We mogen zelfs gratis de wasmachine gebruiken en dat is ook hard nodig! Na de was en het officiële aanmelden wandelen we naar een mooi blauw meertje aan het eind van het dal. Om ons heen hoge bergtoppen met sneeuw, watervallen, een beek… wat is het hier weer prachtig.
Omdat we nog niet weg willen, besluiten we morgen nog een wandeling te maken naar een berghut verderop. Nog een keer even echt de bergen in, voor weer terug moeten naar de polder en de regen.

Van nationaal park tot speurtocht

Van iemand op de camping krijgen we de tip om naar de Refuge de l’Alpe de Villar d’Arrène te wandelen. Dat is een wandeling van ongeveer 1,5 uur, mooie route, niet moeilijk en met marmottengarantie onderweg. We zien ons al aan een kaasplankje op het terras in de zon zitten.

De camper parkeren we bij het meertje aan het eind van de weg. Het eerste stuk is vrij vlak langs de beek.

Maar aan het eind van het dal volgt uiteraard de berg. We klimmen flink omhoog, maar het is inderdaad een prachtige route. Langs een wilde beek, watervallen, boeken, rotsen en in de verte bergen met sneeuw. Het is niet zulk mooi weer, maar ook weer niet heel koud. Naarmate we meer stijgen wordt het wel frisjes.

Er lopen ook kuddes koeien rond, met grote hoorns. Erg fotogeniek en aantrekkelijk voor onze koeienjongen Thomas. Nog steeds dol op alles met horens en geweien 😊

We voelen de koude adem van een grote zwarte wolk letterlijk in onze nek, dus het laatste stuk lopen we flink door.
Als we bijna bij de hut zijn begint het te spetteren, gelukkig zijn we binnen voordat het echt losbarst en zijn we niet al te nat. De hut, tja, hoe zeg je dat vriendelijk, valt een klein beetje tegen als je de gezellige gastvrije Oostenrijkse, Zwitserse of Italiaanse berghutten gewend bent. Bij de ingang moeten onze schoenen uit en kunnen we slippers pakken uit grote rekken. Daarna komen we in een eetzaal die precies dat is…. Een grote donkere kale ruimte met lange tafels waar iedereen zijn zelf meegebrachte lunch zit op te eten. Alleen hebben wij die niet bij ons, want wij hadden dat kaasplankje voor ogen. Wat nu? Na 5 km klimmen hebben we best trek. Gelukkig is er ook een soort kleine kaart waar je wat van kunt bestellen. De jongens krijgen een omelet en wij, jawel, onze kaasplank. Nou ja, veel sla en onherkenbare soorten worst en twee stukjes kaas. Maar hé, we zitten wel in een berghut aan een kaasplankje! Na het eten is het gelukkig ook weer droog. Het toilet sla ik maar even over, ik ben niet zo goed in hurktoiletten. Omdat het nog steeds zwaar bewolkt is, inmiddels ook echt koud en er af en toe nog wat verdwaalde spetters rondwaaien in de stevige wind, wandelen weer op hoog tempo terug naar beneden. Zelfde weg, maar heel ander uitzicht. Gelukkig breekt even later de zon door en dan ziet de wereld er weer heel anders uit.


We pauzeren nog even in de zon bij een van de watervallen voor wat drinken en een koekje. Het laatste stuk hakt erin. Ergens ben ik niet zo scherp geweest. Een wandeling van 5 km klonk mij heel redelijk in de oren. Ongelofelijk dat het dan niet doordringt dat je diezelfde kilometers ook weer terug moet. De laatste kilometer gaat dan ook op het bekende tergend trage tempo van de laatste paar maanden, waarbij er ook geen gesprek meer te voeren valt omdat de woorden in mijn hoofd alle kanten op vliegen. Lekker rustig voor de rest, zullen we dan maar denken.

Als we terug zijn, willen we nog een stukje verder richting huis rijden. Niet te ver, want ook Daniël is moe en wordt geplaagd door zijn voet. We gaan richting Le Bourg d’Oiseans, waar we in de buurt een camping weten waar we ooit met een eenjarige David zijn geweest. Helaas… vol…. Net als alle andere campings in de buurt. Je kunt wel merken dat het hoogseizoen is én dat we hier in een enorm populair gebied zijn. Wat een gedoe! Camperplekken zijn er ook niet, alleen boven op de bergen bij Alpe d’Huez enzo, maar daar hebben we echt geen zin meer in. Uiteindelijk vinden we een plekje op een kleine Engelse camping Ferme Noémie. Geen zwembad voor de jongens, maar we zijn al lang blij hiermee. Daniël stuurt mij naar bed, omdat er nog steeds vrijwel geen zinnig woord uitkomt. Dat helpt, na een uurtje slapen ben ik weer wat beter te pas. Bbqen mag hier niet, dus de hamburgers moeten vanavond maar in de pan.

Afscheid van de bergen

Zoals altijd valt het afscheid nemen van de bergen zwaar. Onze oplossing daarvoor is om nog 1 laatste keer de bergen in te gaan en pas aan het eind van de dag echt te vertrekken voor de eerste etappe huiswaarts. Bij het opstaan liggen de bestelde flûtes al op de tafel, wat een service! Deze camping is echt wel een aanrader. Ontzettend aardige eigenaar (Engels ‘ik vertrek’ verhaal) , goed sanitair, hele goede WiFi bij de receptie, waar speciaal overdekte tafels voor je klaarstaan en dus ook een heel lekker brood dat nog thuisbezorgd wordt ook. Het is nog niet zo zonnig als we hadden verwacht, maar we rijden toch naar Allemond, waar we de lift omhoog willen nemen. Dat is ook weer goed geregeld. Voor 11 euro per persoon op familietarief krijgen we een dagpas voor het gebied Oz-Vaujany, waarmee we tot 2800 meter hoog kunnen komen. Boven de 72 jaar is deze pas gratis in de zomer (voor de bejaarde lezers ;)) We nemen een hypermoderne gondel voor het eerste stuk, de Olle d’eau express. Die brengt ons naar het dorpje Oz-en-Oiseans. Van daaruit kunnen we met twee gondels verder omhoog. We kiezen de Alpette die ons naar ca 2000 meter brengt en die niet zo modern is en vervaarlijk kraakt en slingert onderweg. Eenmaal boven stappen we over op een grote gondel die eens per half uur naar 2810 meter gaat. Daarboven is het een heel stuk kouder dan beneden in het dal. Gelukkig hebben we truien meegenomen. Met een wat duurdere pas kun je nog hoger naar de Pic Blanc op 3300 meter. Wij houden het maar hierbij, het is hier al hoog en mooi genoeg. We wandelen naar een van de vele koude blauwe meertjes in dit verlaten kale rotslandschap.

Er liggen hier en daar verdwaalde plekjes oude sneeuw, maar sommigen zien er zo schoon uit, dat ze haast wel vers lijken. Dat vraagt om een sneeuwballengevechtje natuurlijk.


Aan de oever van het meer eten we onze lunch op, die we deze keer wel meegenomen hebben.
Daarna wandelen we weer omhoog, best zwaar, om de grote gondel terug te nemen.
Geen lange afdalingen vandaag, want we moeten straks nog een paar uur reizen.

Intussen is de zon alsnog doorgebroken en wordt het razendsnel prachtig mooi weer. Het middenstation ziet er zo mooi uit nu, dat we niet weg willen. Er is een restaurantje met een terras met ligstoelen waar we neerstrijken voor een laatste ijsje en drankje met grandioos uitzicht. Het is genieten en we drinken de omgeving nog gulziger op dan de koude cider.
Na een laatste wandelingetje langs het meertje hier, moeten we echt omlaag. Twee gondels verder is het flink warm en komen we een collega van Daniël tegen. Dat gebeurt elk jaar wel een keer, reislustige types, die leraren… Eenmaal bij de camper begint de terugreis. Het rijdt lekker door en als we op de snelweg zijn, zoek ik een camping uit iets voorbij Lyon. Wijs geworden na twee dagen met afwijzingen, reserveer ik maar vast een plekje, zodat we zeker weten dat we er terecht kunnen. We willen graag even douchen na onze warme inspanningen, en met z’n allen in de camper douchen is niet echt ideaal. De camping, Kanopée Village ligt mooi aan de Saone in het dorpje Trévoux, net iets ten noorden van Lyon. De plekken zijn groot, het is wel bijna vol en het sanitair is niet echt je van het, maar vooruit. Er staat een pizzawagen buiten de camping, dus dat is makkelijk, want we hebben weinig eetbaars meer aan boord. Na het eten vallen er wat spetters, maar al snel is het weer droog en vrij zonnig zelfs. En goed warm ook, we missen de frisse Alpenavonden nu al.
Het leuke deel van de vakantie zit er wel op. Morgen en overmorgen wordt het slecht weer en moeten we nog ruim 800 km naar huis rijden. Niet onze hobby, maar ja, we hebben de Alpen wel tot het laatste uur uitgebuit!

In de regen huiswaarts

Bij het ontbijt zitten we nog heerlijk in de schaduw, want in de volop schijnende zon is het alweer aardig warm. Heerlijke verse dikke flûtes, een grote kan koffie en we zijn klaar voor een flinke rit.
Voor ons doen zijn er ook heel vroeg als we al om kwart over negen vertrekken. Al snel zijn we weer op de snelweg en het rijdt heerlijk door. Die Franse autobahnen kosten wat, maar dan heb je ook echt wat. Goede wegen, geen files, geen wegwerkzaamheden. Zo veel beter dan door Duitsland rijden. Bij Beaune is het inmiddels bewolkt en bij Dijon regent het.
Tegen de middag verlaten we de snelweg even bij Langres voor boodschappen en tanken. Daniël doet een powernap, wij struinen door de ELeclerc. Met een grote bak croissants en blikjes frisdrank gaan we weer verder. Het is intussen koud, grijs en af en toe nat tot heel erg nat.
We willen graag een plek waar de kinderen nog even kunnen zwemmen, zoals altijd aan het eind van een lange reis. We rijden via Reims en Brussel en proberen het eerst in Rethel. Daar zit wel een mooi zwembad, maar het ligt in een niet zo fijne wijk, waar we liever niet willen overnachten en waar ook geen (afhaal)restaurant is. Iets verderop zit een camping, die weliswaar geen al te beste reviews krijgt, maar wel een zwembad plus restaurant heeft. Op de gok rijden we erheen, in Signy l’Abbaye. Het ziet er op het eerste gezicht nog wel aardig uit, maar blijkt inderdaad wel wat aftands allemaal te zijn. En ontzettend nat. Het is meer een huisjespark met een klein veldje waar wij mogen staan. Heel drassig, we hopen maar dat we morgen weer weg komen.
Er is wel een binnenzwembad wat de jongens snel in springen.
Na het zwemmen gaan we uit eten. Het valt mee, ook al waren de verwachtingen niet zo hoog. Al die tijd blijft het harder en zachter regenen. We hebben de luifel maar uitgedraaid om een beetje droog plekje voor de deur te creëren, hoewel de grond een moeras is. Wel wennen hoor en we hebben medelijden met alle mensen die al een paar weken in dit weer moeten kamperen. Onze vakantie is wel een beetje een vlucht voor de regen en een zoektocht naar de zon geweest, maar dit wil je toch ook echt niet.

Home sweet home

‘S ochtends is het zowaar droog en niet eens heel zwaar bewolkt. We ontbijten wel binnen, want buiten is een grote natte modderpoel.
Dat blijkt ook als we weg willen…. Vast met 1 wiel in de modder…. En 3,5 ton camper duw je ook niet zo even van z’n plek. We proberen het wel, leggen een mat en wat stokken onder het wiel, maar zonder succes. De receptioniste van de camping is ook niet erg behulpzaam. Op onze vraag of er misschien iemand met een grote auto of tractor een handje kan helpen, haalt ze haar schouders op: misschien vanmiddag… Gelukkig krijgen we hulp van een complete Antilliaanse familie, bestaand uit beren van kerels met dikke spierbundels. We krijgen het heldere idee om de voorkant op te krikken en grind van het pad onder het wiel te leggen. Het valt niet mee, maar uiteindelijk lukt het om de modderpoel wat op te vullen met grind en een pallet die we uit elkaar halen. Met 6 man sterk (vergeet niet dat onze eigen David en Thomas langzamerhand ook heel wat gewicht en spieren in de strijd kunnen gooien) jutteren we de camper heen en weer en Daniël laat hem met veel beleid uiteindelijk voorzichtig de modder uitrijden. Iedereen zit er inmiddels onder, maar wij zijn weer vrij!

Opgelucht verlaten we deze camping. Qua camping stelt het niks voor, al heeft het zeker positieve kanten en hebben onze ik-vertrek-fantasietjes er in gedachten al heel wat van gemaakt. Te beginnen met enigszins verharde kampeerplekken uiteraard…. Via Charleroi en Brussel stomen we in 4 uur naar huis. Het weer valt reuze mee gelukkig en het verkeer ook. Helaas zit het er weer op. Wat vliegt zo’n vakantie toch altijd snel voorbij. Vooraf lijkt het heel wat, 3 weken weg, maar voor je het weet sta je de eerste van een hele rij wassen alweer in te laden in je eigen wasmachine.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Route des Grandes Alpes

  Op donderdag 5 augustus is het eerst tijd voor hard werk: huis helemaal schoon achterlaten i.v.m. logees in onze vakantie, laatste werk afronden, camper inpakken. Aan het eind van de middag zijn we klaar voor vertrek en is het zover: tijd voor ons rondje Route des Grandes Alpes in Frankrijk. We zijn bepaald geen Frankofielen, dus we hopen er maar het beste van. De keus is dit jaar op Frankrijk gevallen, omdat Duitsland op het moment van ons vertrek ontzettend moeilijk doet over coronatesten bij kinderen die geen coronapaspoort hebben. En dat geldt voor onze jongste. Het geluks-/pechvogeltje is de enige bij ons thuis die nog geen corona gehad heeft, en heeft in de tijd dat het in ons gezin heerste zoveel teststokjes in zijn neus gehad, dat hij vanaf toen categorisch weigert om zich ooit nog te laten testen. Een kind met ruggengraat dus! En omdat wij hem groot gelijk geven, moeten we onze vakantie daar een beetje omheen plooien. Geen coronatesten dus om ergens naar toe te mogen. Fran

Zomer in Zweden

Zoals altijd ondergaan onze reisplannen op het allerlaatste moment een radicale wijziging. In plaats van naar Polen, Slowakije en het Tatragebergte, de enige plek in Europa waar het deze zomer al steady wekenlang regent, vertrekken we op een bloedhete vrijdagmiddag richting Zweden. Al jaren willen we deze kant op, maar steeds werden we tegengehouden door slecht weer of gebroken benen. Nu grijpen we onze kans. Het is er mooi weer, het ligt op de route aangezien we onze kinderen in Drenthe moeten ophalen en we gaan ervoor! Na een warme rit pikken we de jongens op in Hollandscheveld en dan rijden we door naar camping  Wilsumer Berge , net over de grens in Duitsland. Het is een gigantisch park, waar iemand met een auto ons onze plek wijst. Eigenlijk houden we hier niet zo van, maar vooruit, voor een nachtje overleven we het vast wel. Na de afgelopen droge weken is het gras hier kurkdroog, de hemel diepblauw en tussen de bossen en heuvels lijkt het alsof we al heel ver weg zijn. De

Korte zomer, maar toch een mooi bergenrondje

 Dankzij een flinke intensieve periode van verbouwen en verhuizen is onze camper al maanden nauwelijks van stal gehaald. Gelukkig start hij zoals altijd bij de eerste tik als we hem eindelijk weer kunnen ophalen. En les 1 van onze nieuwe woning: nee, een camper onderaan een steile dijkafrit parkeren, volladen en dan weer willen vertrekken is géén goed plan. Gelukkig trekt de 22 jaar oude vertrouwde sterke dieselmotor uiteindelijk zichzelf de dijk toch wel op. We hadden ook niets anders van hem verwacht, zoals we hem kennen uit onze bergvakanties. We rijden vlot door naar Mönchengladbach, net over de grens in Duitsland. We vinden een plekje op  Camperplek Schloss Wickrath . Deze camperplek ligt weliswaar vlak naast de snelweg, maar daar hebben we niet al teveel overlast van. Hij ligt ook mooi aan een groot park. Dwars door dat park lopen we naar de stad, waar we heerlijk eten bij het Wickrather Brauhaus, om het begin van de vakantie te vieren. Het park zelf is ook echt een aanrader. Je